Omdat zijn medische conditie achteruit ging was het vieren van iets dat lijkt op een verjaardag er niet bepaald van gekomen. Om toch nog iets van een cadeau te geven, had één van zijn vriendinnen bedacht dat het wel leuk zou zijn om hem een weekeindje Sicilië aan te bieden. En dat we dan allemaal mee zouden gaan natuurlijk.
We hadden natuurlijk tal van minder leuke redenen kunnen bedenken voor de reis, maar dat deden we niet. Het was een verjaardagscadeau, en we zouden de boel eens flink op stelten zetten. In plaatselijke klederdracht. Punt uit.
En zo stapten we op de laatste vrijdagmiddag van november op het vliegtuig naar Trapani. Nadat ik eerst uiteraard door het veiligheidspersoneel van Eindhoven Airport was beroofd van mijn lenzenvloeistof en Parucci Funky Styler. Maar hoe het ook zij, een aantal uren later genoten we in een klein restaurantje aan het water van een breed assortiment van anti-pasta en wijn.
En zo kon het gebeuren dat de voorspelde regenbuien uitbleven en de bewolking wegtrok. En dat we wandelend door het Middeleeuwse Erice de akoestische versie van Ayo Technology zongen zonder dat we de tekst kenden. De ‘jarige’ sjokte dapper achter ons aan. Van eetmoment naar eetmoment. Buitenland moet je proeven.
Eind november, met je blote bast op het strand. Of ‘s ochtends op het te mooie dakterras van een te idyllische bed & breakfast. ‘s Nachts op een terras in Palermo waar Sof op een gegeven moment de pianist wegstuurt en zelf een lied begint te spelen. ‘Fine’, van Krezip. Wrang, maar dat kreeg ik pas veel later door. Dit weekeinde was even een andere realiteit.
Toen we maandagavond terugkeerden in Nederland was het koud en lag er ineens overal sneeuw. De winter was ingetreden. Een kille confrontatie met de werkelijkheid. Met weer een werkweek voor de boeg voor de meesten. En voor sommigen de zoveelste in een eindeloze reeks afspraken met een doctor.