Sicilië

Sicilië-gang. Finishing touch door Petra Klaassen
Sicilië-gang. Finishing touch door Petra Klaassen

Omdat zijn medische conditie achteruit ging was het vieren van iets dat lijkt op een verjaardag er niet bepaald van gekomen. Om toch nog iets van een cadeau te geven, had één van zijn vriendinnen bedacht dat het wel leuk zou zijn om hem een weekeindje Sicilië aan te bieden. En dat we dan allemaal mee zouden gaan natuurlijk.

We hadden natuurlijk tal van minder leuke redenen kunnen bedenken voor de reis, maar dat deden we niet. Het was een verjaardagscadeau, en we zouden de boel eens flink op stelten zetten. In plaatselijke klederdracht. Punt uit.

En zo stapten we op de laatste vrijdagmiddag van november op het vliegtuig naar Trapani. Nadat ik eerst uiteraard door het veiligheidspersoneel van Eindhoven Airport was beroofd van mijn lenzenvloeistof en Parucci Funky Styler. Maar hoe het ook zij, een aantal uren later genoten we in een klein restaurantje aan het water van een breed assortiment van anti-pasta en wijn.

En zo kon het gebeuren dat de voorspelde regenbuien uitbleven en de bewolking wegtrok. En dat we wandelend door het Middeleeuwse Erice de akoestische versie van Ayo Technology zongen zonder dat we de tekst kenden. De ‘jarige’ sjokte dapper achter ons aan. Van eetmoment naar eetmoment. Buitenland moet je proeven.

Eind november, met je blote bast op het strand. Of ‘s ochtends op het te mooie dakterras van een te idyllische bed & breakfast. ‘s Nachts op een terras in Palermo waar Sof op een gegeven moment de pianist wegstuurt en zelf een lied begint te spelen. ‘Fine’, van Krezip. Wrang, maar dat kreeg ik pas veel later door. Dit weekeinde was even een andere realiteit.

Toen we maandagavond terugkeerden in Nederland was het koud en lag er ineens overal sneeuw. De winter was ingetreden. Een kille confrontatie met de werkelijkheid. Met weer een werkweek voor de boeg voor de meesten. En voor sommigen de zoveelste in een eindeloze reeks afspraken met een doctor.

De terugkeer – week 5 2009

Monday Morning in N.Y. City (1904)
Monday Morning in N.Y. City (1904)

Veel tijd om te acclimatiseren had ik niet. Ruim drie weken had ik op geen enkele manier aan werk gedacht, maar eenmaal terug in Nederland stond er al weer van alles op de agenda.

Zo moest ik vrijdag niet alleen opdraven bij mijn eerste vergadering van 2009 , maar ook de vakantiefoto’s wegbrengen (en ophalen), moesten er boodschappen gedaan worden, wasjes gedraaid worden  en had ik weken geen echte platenzaak van binnen gezien. Wat strikt genomen overigens niet helemaal waar was, aangezien ik in Montevideo nog wel een paar LP’s was tegengekomen.

In het kader van de sociale contacten stond Jaap vrijdagavond al op de stoep. En was zondag de nieuwjaarsborrel van de Bredase afdeling van GroenLinks, traditioneel altijd de laatste nieuwjarsborrel van het jaar. Stond maandag naast het begin van mijn eerste werkweek van de werkgroep cyclische producten op me te wachten. Was er dinsdag de commissie Onderwijs en Economie. Had ik woensdag een laatste afscheidsbijeenkomst van het toekomstpanel van GroenLinks, waarbij werd opgemerkt dat, achteraf gezien, niemand eigenlijk zat te wachten op een nieuw beginselprogramma. Iets wat ik overigens een half jaar geleden al riep. Het verwondert me telkens weer dat eenmaal in gang gezette processen amper tegen te houden zijn, zelfs als iedereen kan zien dat er geen behoefte aan is. Maar goed.

En op donderdagavond? Had ik eindelijk tijd om weer wat wat achterstallige blogjes te schrijven. En, zoals te lezen, schiet dat nog steeds niet erg op. Vandaar deze tijdelijke inhaalactie: de weekblog. Zouden we met een beetje geluk toch over een dag of elf bij vandaag aangekomen moeten zijn.

Transit – wo 21 jan. 2009

Laatste blik op Montevideo
Laatste blik op Montevideo

Wat doen twee mensen die negen uur moeten zien te overbruggen op een luchthaven? Juist, zij zoeken de bar alwaar zij roken en drinken.

Andere opties zijn lezen, slenteren en tax-free winkelen. Vier sloffen lucky-strikes en een fles vijftien jaar oude Glenlivet welteverstaan. Na een tweede bezoek aan het barretje kwamen we een Engelse ondernemer tegen, de eigenaar van de, volgens hemzelf, fameuze nachtclub Legs11 in Chinatown, Birmingham. Getrouwd met een Braziliaanse en geen grote fan van de politie. In Engeland althans. In Brazilië laten ze hem met rust omdat hij lijkt op iemand van de geheime politie. Hij kreeg een biertje van ons. Wij kregen een aansteker van hem.

Onze vlucht naar Frankfurt was flink vertraagd. Oh, ironie, aangezien juist een aanvankelijke vervroeging van de vlucht de reden was voor onze reisorganisatie om ons op een eerdere vlucht naar Sao Paulo te boeken. De nacht in het vliegtuig kwam ik door dankzij te slechte films op het on board entertainment system en diverse succesvolle pogingen in slaap te vallen in de vliegtuigstoel.

Houdoe y gracias – di 20 jan. 2009

Oscar, Sergio, Carlitos, Sebi en Selçuk
Oscar, Sergio, Carlitos, Sebi en Selçuk

Tegen twaalven ‘s middags arriveerde ik in Montevideo. Oscar, een vriend van Sergio, haalde ons op met zijn net aangeschafte Mercedes. Het was lekker weer, we besloten een copieuze lunch tot ons te nemen en bij een bank iets verderop haalde ik zeshonderd dollar aan contanten van mijn creditcard om de huur van de auto waar we verleden week in rondreden, te kunnen voldoen.

Die avond was het tijd voor de laatste asado, thuis bij Marcello. De dag erna volgde onze terugreis. Of eigenlijk: de twee dagen daarna. Vanwege gewijzigde vliegtijden had onze reisorganisatie onze reservering voor de vlucht van 19.20 uur naar Sao Paulo (serieus, dat wordt dus de vierde keer dat ik op die luchthaven ben) omgeboekt naar 12.45 uur. Opnieuw negen uur wachten in een luchthaven. Het nadeel van Sao Paulo: ze hebben géén internetcafé. Het grote voordeel: ze hebben een bar waar je mag roken. Jammer dat mijn shag op is.

Retorno a Uruguay – ma 19 jan. 2009

Blogger met Brandaris
Blogger met Brandaris

Ik heb verzuimd te vermelden dat zware tabak altijd een populair luxe-artikel is in het buitenland. Hoewel ik altijd incalculeer wat extra’s mee te nemen, is het telkens maar de vraag of dat wel voldoende is. Grootste afnemers van mijn zware tabak totnogtoe: een Zweedse medewerker van Socialegria. Inmiddels was ik aan mijn laatste pak shag begonnen.

De gids die ons zondag door het Amazonewoud loodste, wilde ook wel eens een zware proberen. Vriendelijk bood ik hem mijn pakje aan. Dankbaar rolde hij een shaggie en gaf het pakje vervolgens terug. In mijn onbegrensde vriendelijkheid herhaalde ik aan het eind van de wandeling de handeling en hield het pakje zware tabak opnieuw voor zijn gezicht. Hij keek mij enigszins vragend aan. Ik probeerde duidelijk te maken dat hij nog best een shaggie mocht rollen. Dankbaar knikte hij, stak het pakje shag in zijn broekzak en liep weg. Mij in verslagenheid achterlatend. Mijn Portugees is non-existent en op dit soort momenten is Fab natuurlijk nergens te bekennen.

Het verblijf in het paradijs duurde maar kort. Na vier dagen was het al weer tijd om, via Belém terug te keren naar Uruguay. In totaal had ik een reisje van een-en-twintig uur voor de boeg. Met een overstaptijd van negen en een half uur in Belém en vervolgens nog eens drie uur in Sao Paulo.

Op zich had ik, toen ik om vier uur ‘s middags in Belém aankwam, nog best even de stad in kunnen trekken. Maar mijn relatie met deze plaats was niet gebouwd op een gelukkig gesternte, dus ik bleef rond het vliegveld hangen. Sterker: er was een internetcafé, waar ik mijn mail heb bijgewerkt, gechat heb met ene Erwin en de eerste vakantieverhalen aan de tekstverwerker heb toevertrouwd. Af en toe liep ik naar buiten om een sigaret op te steken. Ik miste mijn Brandaris.

Communidade de Jamaraqua – zo 18 jan. 2009

ondeweg naar Jamaraqua
ondeweg naar Jamaraqua

We moesten er vroeg uit, wilden we enigszins op tijd bij de communidade de Jamaraqua aankomen. Het was met het bootje van Pré immers wel een paar uurtjes varen over de Rio Tapajós. Ik moet toegeven: in een tropisch land is het best vreemd om wakker te worden als het nog donker is.

De boottocht was vooral rustig. Eens in de zoveel tijd moesten we stoppen om bij te tanken en respectievelijk iets te drinken dat op koffie leek of toestemming te vragen om het natuurreservaat binnen te varen.

De communidade de Jamaraqua is een kleine gemeenschap van een paar honderd mensen. De bewoners voorzien in hun behoeften door middel van kleinschalige landbouw en nijverheid. Zo exporteren de Jamaraquanen zelfgetapte, ruwe rubber. Een aantal van hen heeft daarnaast een baan in de grote stad, wat in dit geval Santarém is. Stromend water en riolering is er in Jamaraqua niet en de gemeenschap is pas sinds enkele maanden aangesloten op het electriciteitsnet.

We kwamen aan met onze eigen boodschappen, die door een bewoonster werd omgetoverd tot warme lunch. Jamaraqua heeft weliswaar een klein winkeltje, maar het is niet de bedoeling dat bezoekers daar te veel gebruik van maken. Het zou de tere balans in de zelfvoorzienendheid te veel vertstoren. Daarnaast: de winkelier moet telkens naar Alter-du-Chão varen om zijn voorraad aan te vullen. De winkelier vindt het nog al vreemd om die dan weer te verkopen aan bezoekers die daar zelf nota bene net vandaan komen. En gelijk heeft ‘ie.

Na een flinke en door het vochtige weer ook tamelijk vermoeiende wandeling door het Amazonewoud, lieten de bewoners ons hun rubberfabriek zien. Uit nieuwsgierigheid vroeg ik wat de komst van electriciteit nu voor verandering teweeg had gebracht in de gemeenschap. In mijn naïviteit hoopte ik nog even op nobele antwoorden over studie en arbeidsproductiviteit. „mijn zus heeft een wasmachine gekocht en ik een tweede televisie”, Antwoordde de gids ons.

Zie je wel, mensen zijn overal het zelfde.
Lees verder “Communidade de Jamaraqua – zo 18 jan. 2009”

Alter do Chão – za 17 jan. 2008

Alter do Chão
Alter do Chão

Om in de korte tijd die me restte in Santarém toch nog wat mee te krijgen van het immense en prachtige Amazone-gebied, reisde ik samen met Fab naar de plaatselijke toeristische trekpleister Alter do Chão. Daar woonde een wat hippie-achtige vriend van Fab, die ons met een boot naar één van de gemeenschappen zou brengen.

Het Hostel waar we verbleven mag nauwelijks zo genoemd worden. Het huis van onze boot-hippie bestond uit een afgesloten keuken en slaapkamer voor de gastheer zelf. De rest van zijn woning was eigenlijk niet meer dan zijn tuin met daarboven een palmbladen dak. Een soort ecologische partytent eigenlijk. De overnachters wordt vooraf vriendelijk verzocht hun schoenen uit te doen ten einde de kwade energie buiten te houden. Dit huis is een Japans huis. Vervolgens kunnen de gasten hun hangmat aan één van de houten balken ophangen. Vandaar dat ik zojuist in Santarén nog even een hangmat had aangeschaft.

Alter do Chão is een idyllisch plaatsje aan de Rio Tapajós, een brede rivier die uitmondt in de Amazone. De busreis ernaar toe bracht ons langs groene heuvels en hobbelige paden. In de rivier ligt een soort zandbankje, een populaire plek voor veel mensen die er de hele dag onder een afdakje genieten van het weer en de rivier. Bootjes reizen af en aan om mensen heen, dan wel terug te brengen. In Alter do Chão deden we wat boodschappen voor onze lunch morgen en hadden we een ontmoeting met ons avondeten.

Nu was er vooraf in Santarém ook nog de roddel dat er die zaterdagavond een enorm feest zou zijn in Alter do Chão. Nu vroeg ik me al af hoe zo’n bericht in Santarém belandt, maar het bleek ook niet waar te zijn. Niet erg overigens, we moesten de volgende ochtend vroeg uit de hangmat om op tijd stroomopwaarts de Rio Tapajós op te varen op zoek naar originele Amazone-bewoners.

Nadat bij het uittesten van de opgehangen hangmat deze eerst een keer was losgeraakt en ik wat hardhandig op de betonnen vloer terechtkwam, heb ik die nacht verder eigenlijk best lekker geslapen.

Cerveja – vr 16 jan. 2009

Haven van Santarém
Haven van Santarém

Een eettentje waar de lunch per gram werd afgerekend, Skol lijkt het nieuwe nationale bier, de enige bands in Santarém zijn reggae-bands en wie geld wil verdienen zou eens moeten proberen Guarana-limonade te exporteren naar Nederland.

Mijn eerste dag in Santarém was er één van nieuwe indrukken. Allereerst: zo tegen de avond zweet iedereen zich kapot. Naarmate de dag vordert, wordt de lucht steeds vochtiger, totdat ergens in de avond alles in korte tijd naar beneden valt.

De confrontatie met Guarana-limonade was gastronomisch misschien wel de grootste verrassing totnogtoe. Een frisse, zoete en zeer energierijke frisdrank gemaakt van de zaden van de Guarana-plant die alleen maar in het Amazonegebied groeit.

Even bijzonder was de confrontatie met het biermerk Skol, al is het maar omdat dit van oorsprong Deense merk jarenlang in brouwerij in Breda gebrouwen werd, nadat Allied Breweries de Bredase brouwerij de Drie Hoefijzers had overgenomen. De Skol die in Brazilië geschonken was, is overigens maar een zeer matig pilsje, wat me doet vermoeden dat eigenaar Imbev (voorheen Interbrew) het recept heeft veranderd. Zie hier overigens de internationalisering: Breda Bier is alleen maar in Spanje te verkrijgen, het Deense Skol drinkt men tegenwoordig in Brazilië. Zie hier de expansiedrift van de Belgische families De Spoelberch, Van Damme en Van der Straaten.

Die avond zat ik met een Deens biertje samen met Brazillianen, Duitzers en Zweden op een terras in Santarém te genieten naar het plaatselijke reggae-bandje dat verdienstelijk de ene na de andere Bob Marley-cover speelde. Hoe geglobaliseerd wil je het eigenlijk hebben?

Santarém, Aqui Estou Eu – do 15 jan. 2008

Cargill in Santarém
Cargill in Santarém

Terwijl het in Belém steeds harder begon te regenen, vertrok ik per vliegtuig naar Santarém, waar de bij mijn aankomst al uitbundig zat te schijnen. Per taxi ging ik naar het kantoor van Socialegria.

Fab en Jac werken beide voor een organisatie met de naam Socialegria, dat zoveel betekend als Maatschappij en vreugde. Daar zijn ze vooral bezig met projecten in de communities langs de Amazone. Een voorbeeld: via radioprogramma’s en krantjes die door de mensen zelf gemaakt worden, leren de bewoners van de kleine gemeenschappen over elkaars problemen en wordt politiek bewustzijn gecreëerd. En dat is weer handig als één of andere grootgrondbezitter weer een stuk grond van de bewoners probeert af te pakken. Maar ook het milieu en het beschermen van het Amazonewoud speelt een belangrijke rol. Iedereen is dan ook behoorlijk enthousiast: morgen komt de boot van GreenPeace langs om actie te voeren tegen de omstreden soya-transporteur Cargill.

Aanvankelijk was het de bedoeling dat ik bij Fab en Jac zou blijven. Nu wil echter het geval dat Fab en Jac sinds de kerst niet meer samenwonen en Fab was daarom tijdelijk ingetrokken bij haar collega Fabio. Of het een probleem zou zijn als ik daar ook een paar nachten zou blijven. Geheel volgens de geldende Braziliaanse normen voor gastvrijheid vormde dat geen enkel bezwaar en of Fab in het vervolg geen domme vragen meer wilde stellen. Geheel volgens de geldende Nederlandse normen deed Fab dat toch door vervolgens te vragen of ik dan ook de extra matras voor loges mocht gebruiken. Fabio zei niets en keek haar slechts glazig aan. Dit alles in perfect Portugees natuurlijk.

Salvação – wo 14 jan. 2009

Belèm Airport
Belém Airport

Na een dag had ik de belangrijkste plekken in het Sagres-hoetl wel ontdekt. Zo ook een klein reisagentschap dat elke dag een paar uur open was. Het leek me een verstandig idee om een vlucht naar Santarém te boeken. Vooral omdat ik zo langzamerhand door mijn literatuur heen was.

Natuurlijk sprak de aardige mevrouw aan het bureau net zo min Engels als alle andere werknemers van het hotel. Maar met handen en voeten en vooral heel veel wijzen naar de kalender kwamen we een heel eind. Een goedkope vlucht was het niet, maar de volgende dag zou ik dan toch echt naar Fabiënne en Jacobien vliegen. Niet, overigens, voor ik de verschuldigde 1589 Braziliaanse Reals contant afgerekend had. Het agentschap accepteerde alleen America Express, terwijl ik een verstokte Visa-gebruiker ben. Gelukkig had de supermarkt om de hoek een pin-automaat.

Ondertussen begon ik aan Joseph Heller’s Catch 22. Niet het beste boek misschien, als je nog een aantal vlieguren moet maken. Maar ik had bedacht dat de godganse dag via de BBC het toenemende aantal burgerdoden in Gaza volgen een einde van die oorlog ook niet bepaald dichterbij zou brengen.