Ik doe nog even een Duyvendakje. Dat naar aanleiding van de opinie van Meindert Fennema, vandaag in de Volkskrant, waarin hij stelt dat Duyvendak geen echte democraat is, maar deze instrumenteel beschouwt. Hij is democraat omdat hij daarmee meer kan bereiken voor het klimaat dan als activist.
„Duyvendak zegt zijn illegale acties weliswaar te betreuren, maar alleen maar omdat gewelddadige en illegale acties de mensen in het land van de milieubeweging vervreemden. De implicatie van deze redenering is dat hij gewelddadige acties niet zou afwijzen als ze wél effectief zouden zijn”, schrijft historirus Fennema. „Politieke radicalen hebben een sterke neiging de wereld in te delen in Goed en Kwaad. Zelf zijn zij natuurlijk voor Het Goede en zij leveren een strijd, liefst op leven en dood, tegen het Kwaad”, vervolgt hij.
Het zou een aardige verklaring zijn voor de achteloosheid waarmee Duyvendak ons allen uitnodigde voor zijn boekpresentatie. Duyvendak als nobele eenling in een boze wereld waarin corrupte bestuurders in achterkamertjes snode plannen smeden om kerncentrales te bouwen in de achtertuin van achteloze burgers. De eenzame vigilante, dag en nacht klaar om de wereld te redden van haar doemende ondergang.
Nu zou Hollywood wel raad weten met zo’n scenario. Sterker nog, de stapel films over nobele helden die, vaker buiten dan binnen de grenzen van de wet veiligheid van de onschuldige burger probeert te beschermen, is enorm. En doorgaans is de overheid in zo’n scenario nu niet bepaald ‘the good guy’. Neem The Matrix bijvoorbeeld.
Nu leent de Amerikaanse cultuur zich wellicht wat beter voor dergelijke verhalen dan de Nederlandse. Amerikanen hebben van oudsher een op zijn best ambivalente houding ten opzichte van de overheid. De overheid is een gevaarlijke entiteit met veel te veel macht en de onhebbelijke eigenschap om zich te bemoeien met het leven van mensen. De overheid, die wantrouw je, democratie of niet.
Op zich is er ook best een reden om de overheid niet te vertrouwen. Zo toonden de gestolen documenten in 1985 aan dat er geheime plannen waren om kerncentrales te bouwen. En onlangs, toen Wilders en Balkenende met elkaar in conflict kwamen over de vraag of Wilders nu wel of niet was gevraagd zijn film aan te passen, bleek dat een opvallend groot deel van de bevolking Wilders meer vertrouwde dan de overheid. Mijzelf incluis, overigens.
Dat het staatsrechterlijke dogma wil dat de regering altijd de waarheid spreekt, wil natuurlijk niet zeggen dat het ook daadwerkelijk zo is. Die regel bestaat alleen maar omdat zonder zo’n uitgangspunten de parlementaire democratie niet werkt. Hoe nu het beste zo’n regel, zo’n democratische wet, te handhaven? Strikt genomen door af en toe zo’n document in de openbaarheid te brengen en te kijken of je door de minister juist bent geïnformeerd. De vraag is alleen of je als toekomstig Kamerlid nu de meest aangewezen persoon bent om zoiets te doen.
Om het wat concreter te maken: wat mij betreft hoeft er morgen niet bij Defensie ingebroken te worden om het Irak-dossier te ontvreemden. Maar als een ambtenaar het nu toevallig zou lekken, heb ik daar helemaal geen moeite mee.