Pan de Azúcar – zo 4 jan. 2009

Wenteltrap aan de binnenkant van het kruis

Het was niet gepland, maar we hadden geen betere dag uit kunnen zoeken om de Pan de Azúcar en het daarop gebouwde, 35 meter hoge betonnen kruis te beklimmen: de dag des heres.

De klim is ongeveer 423 meter en daarmee, enkele steilere stukken daargelaten, zeer goed te doen.

Ook mooi: tijdens de verkenningstocht door Piriàpolis vonden niet alleen Sebi (een korte broek) en Perlita (een nieuwe bikini) maar ook ik wat ik zocht. Twee knoopcelbatterijen voor de belichtingsmeter van mijn camera in een, nota bene op zondag geopend horlogewinkeltje in Piriàpolis, voor de voor deze speciale gelegenheid geheel op Europese toeristen afgestemde prijs van niet minder dan 240 pesos. Wat omgerekend toch al gauw zo´n 7,5 euro is. Het kon me niet deren. Ik kon foto´s maken. Echte foto’s. Op een fotorolletje.

Die middag hoorde Salo dat zijn broer Ernesto, woonachtig in Israël, was opgeroepen om dienst te doen in het leger. Terwijl wij aan de Rio de Plata genoten van het uitzicht van de ondergaande zon, was de Israëlische overheid bezig met de voorbereidingen van een oorlog in Gaza, met het leven van de inwoners van Gaza en het leven van de opgeroepen Israëlische burgers, als inzet. Lees verder “Pan de Azúcar – zo 4 jan. 2009”

Homo Contendens – zo 30 dec. 2007

slootje oversteken

De oudejaarswandeling van Het Kaffee in Rijsbergen beloofde een spannende te worden. 32 kilometer door onverhard landschap, door sloten, modder en prikkeldraad. Of ik het aandurfde? Maar natuurlijk.

‘Op zoek naar de tweede bron’, was het thema, een wandeltocht die ons over de grens met België zou leiden naar de plaats waarin de Aa ontspringt. De Aa (of Weerijs)  is, samen met de Mark, de rivier die Breda groot heeft gemaakt.

De wandeling begon om iets over negen. In de zeven-en een-half uur die volgden, ontmoetten we regen, drassige weiden, struisvogels, dichtbegroeide bossen, grenspalen, Schrobbelèr, het HSL-traject en andere obstakels. Een deel van de wandeling ging door militair oefenterrein waarvan niet geheel duidelijk was of we het mochten betreden. Maar vooruit, we zouden de bron van de Aa bereiken en geen overheid die ons een strobreed in de weg kon leggen.

Om half vijf, net voordat de schemer inzette, kwamen we aan op de plaats van bestemming, een parkeerplaats in Brecht, het Belgische plaatsje waar de Kleine Aa ontspringt. We waren net wat eerder dan de bus, die ons terug naar Rijsbergen zou brengen.

De chauffeur bleek een gewaarschuwd man. Gewapend met bezems en borstels kwam hij op ons af. Niemand de bus in voordat zijn schoenen proper zijn, zo liet hij ons weten. Een half uur later zaten we in Het Kaffee aan de soep en de pils.

Homo Spatians – zo 10 juni 2007

Markdal

Om het Markdal, één van de mooiste stukken natuur in Breda, wat meer onder de aandacht te brengen, had GroenLinks een natuurwandeling georganiseerd. Als fractievoorzitter mocht ik natuurlijk niet ontbreken bij deze educatieve tocht.

De wandeling werd begeleid door een gids van het Instituut voor Natuureducatie. Die, toegegeven, werkelijk alles wist over de blaartrekkende boterbloem, de dwergbies en de Canadese gans. Nadeel daarvan was dat we om de tien meter moesten stoppen om weer een ander wonder van de natuur te bestuderen. En ik ben dan toch iemand die liever flink doorstapt.

Voor andere deelnemers gold dat niet. Bewapend met verrekijkers en vergrootglazen werd door enkele oudere dames elke vierkante centimeter nauwkeurig geobserveerd. ‘Wat is dit voor plantje?’, vroeg de één aan de ander. De ander noemde de naam van het paarsige plantje. ‘Interessant’, reageerde de vrouw, ‘het is alleen zo jammer dat ik het vanavond allemaal weer vergeten ben’.

Homo Demigrans – za 24 dec. 2006

De Wandelclub

Toen ik enkele dagen eerder van mijn moeder hoorde dat zij op zondag zou gaan wandelen, had ik eigenlijk al besloten mee te gaan. Wat is er mooier dan een stevige wandeling aan het begin van een twee weken durend kerstreces.

Het Kaffee in Rijsbergen organiseert eens per maand een groepswandeling. En hoewel er nadelen aan groepswandelingen zitten, leek het me ook wel eens grappig om dat mee te maken. Er volgde bij aanvang echter wel een kleine teleurstelling, toen de route niet 25, maar slechts een kleine 20 kilometer bleek te zijn.

Desondanks was het een heerlijke tocht, door het mistige, west-Brabantse winterlandschap, door drassige weiden en kalende bossen. Inclusief spannende onderdelen als gammele houten loopbrug oversteken en slootje springen. Voor de rest: gedachten op nul en blik op oneindig. En af en toe een gesprek met een eveneens in zichzelf verzonken mede-wandelaar.

Aan het eind van de rit was ik wel mijn moeder kwijtgeraakt. Ze werd gebeld door de staartgroep, die iets eerder verkeerd gelopen was. Nadat mijn moeder teruggelopen was om ze op te halen, kon zij de rest van de groep niet meer vinden. Ondanks uitvoerige routebeschrijvingen door de telefoon mijnerzijds. Maar ach, mijn moeder loopt niet in zeven sloten tegelijk. Sterker nog, het slootje waar wij over moesten springen, had ze in het geheel overgeslagen.

Toen in Het Kaffee de soep werd opgediend, arriveerde ze met de rest van de laatkomers. Die ze haar wel liet smaken. Net als ik trouwens.