Langdurigheidstoeslag

De raadsvergadering van verleden week stond geheel in het teken van de begroting 2011. Een begroting waarin voor de verandering eens een keer niet meer, maar aanzienlijk minder geld uitgegeven kan worden. De broekriem moet aan, voor enkele tientallen miljoenen.

Wat de oppositie betreft, ging de begroting echter vooral om een voornemen van de nieuwe wethouder Sociale Zaken om de langdurigheidstoeslag te halveren. Bredanaars die langer dan drie jaar een maandinkomen hebben dat lager ligt dan 110% van de bijstandsnorm komen automatisch in aanmerking voor deze jaarlijkse toelage.

Die langdurigheidstoeslag leidt er onbedoeld toe dat het voor sommige mensen niet interessant is om te gaan werken. Stel, je krijgt een baan aangeboden waardoor je net boven de 110% van de bijstandsnorm terecht komt, dan vervalt je toeslag en ga je er qua inkomen zelfs op achteruit. Je kunt het deze mensen nauwelijks kwalijk nemen dat ze dan niet zo’n zin hebben in het vinden van een baan.

Er zijn echter ook mensen die te ver van de arbeidsmarkt afstaan. Dat kan komen vanwege medische problemen. Of omdat ze al zo lang werkloos zijn dat geen werknemer ze in dienst wil nemen. En dan heb je ook nog gezinnen met kinderen. En die kinderen mogen niet de dupe worden van de baanloosheid van hun ouders. Tal van uitzonderingen dus, die in mijn ogen op de één of andere manier een extra steuntje van de gemeentelijke overheid moeten krijgen. Dat kan een op maat toegesneden werktoeleidingstraject zijn voor mensen die daardoor op termijn wel een carrière, en dus economische zelfstandigheid kunnen opbouwen. Dat kunnen in andere gevallen voorzieningen zijn voor opgroeiende kinderen. En in sommige gevallen een aanvulling op het inkomen van mensen die buiten hun schuld niet kunnen werken. Chronisch zieken bijvoorbeeld, die ook nog eens veel extra medische kosten hebben.

Om al die mensen, met hun eigen individuele problemen en behoeften, goed te kunnen bedienen, is een automatische langdurigheidstoeslag niet het juiste instrument. Je wil die mensen aan het loket hebben, zodat je deze specifieke behoeften goed in kaart kunt brengen en met deze mensen samen een toegesneden plan kunt uitwerken. In die specifieke behoefte van mensen kun je niet voorzien door iedereen een standaard geldbedrag per jaar aan te bieden in de vorm van een langdurigheidstoeslag. Wat mij betreft liever specifieke oplossingen op maat voor een ieder, in plaats van een generieke uitkering. Kijken of je mensen uit de armoede kunt krijgen, in plaats van de armoede iets minder erg te maken. Dat is wat mij betreft het meest sociale beleid

Het debat ging vorige week echter helemaal niet over al die nuances. De PvdA en de SP hadden slechts één standpunt: de langdurigheidstoeslag moet blijven. Daarmee gaven deze partijen in mijn ogen geen blijk van de specifieke behoeften van elk individu. En daarmee hebben zij de kwetsbaren in onze samenleving wat mij betreft een slechte dienst bewezen.

De Vragensteller – di 21 juli 2009

guldens
guldens

Niets te doen tijdens het reces? Welnee. Er zijn altijd wel journalisten te vinden die iets willen weten. En er is de Tour de France die ik de hele middag kan volgen op de televisie die normaal de hele dag op pagina 101 staat. En als je dan toch nog tijd over hebt, kan ik altijd nog een set schriftelijke vragen stellen aan het Bredase college.

Geacht college,

Het aantal aanvragen bij de gemeentelijke kredietbanken zal vanaf het derde kwartaal naar alle waarschijnlijkheid fors gaan stijgen als gevolg van de economische crisis en de daarmee gepaard gaande toename van de werkloosheid. Dit staat te lezen in het VNG-magazine nr. 17 van afgelopen weekeinde. Veel kredietbanken kampen nu al met toenemende werkdruk, niet als gevolg van de crisis, maar omdat het aantal klanten dat als gevolg van een scheiding in de problemen komt, toeneemt en doordat de financiële constructies die mensen aangaan steeds ingewikkelder worden en de gevolgen daarvan vaak nu pas zichtbaar worden.

Door de ongekend hard oplopende werkloosheid zal na de zomer het aantal mensen dat een aanvraag doet voor schuldhulpverlening ongetwijfeld nog verder toenemen. De vrees is dat daarmee de wachttijden ook fors zullen oplopen. Een wachttijd van enkele maanden is te lang en zorgt ervoor dat mensen onnodig veel verder in de problemen raken. Bij schuldhulpverlening is het van belang om zo snel mogelijk in te kunnen grijpen en mensen te begeleiden om te voorkomen dat de schuldenproblematiek verder toeneemt. Derhalve de volgende vragen:

  1. Is het aantal aanvragen voor schuldhulpverlening in het eerste halfjaar van 2009 toegenomen t.o.v. dezelfde periode in 2008? Zo ja, hoe groot is de toename?
  2. Hoe lang zijn de wachttijden bij de Kredietbank vanaf het moment van aanmelding?
  3. Is er voldoende bezetting om de te verwachten extra aanvragen voor schuldhulpverlening te kunnen behandelen?
  4. Is het mogelijk en bent U bereid (tijdelijk) extra personeel in dienst te nemen om de te verwachten hausse aan aanvragen tijdig te kunnen behandelen en mensen te begeleiden met hun financiën. Zo ja, op welke termijn kunnen deze mensen aan het werk gaan?

Met kredietwaardige groet,

Selçuk Akinci