De barman gaf me een briefje. „Sinterklaas is de paus. De paus zal en wil geloven, maar Sinterklaas is niet gewillig, dus een paard!”. Ik kon weinig met de opmerking en ik besloot een briefje terug te schrijven.
En zo begon een langdurige uitwisseling van briefjes met de barman. Van mij de opmerking dat ik liever een liefdesverklaring of een waardebon voor gratis drank had gehad, van hem vervolgens het aanbod voor een gratis shotje. Van mij de vraag waar ik uit mocht kiezen, zijn antwoord dat ik kon kiezen uit Vodka, Malibu of Jack en de mededeling dat we hem samen moesten opdrinken. Van mij de vraag wat hij zelf het liefst dronk, zijn antwoord dat zijn keuze zou vallen op Malibu. Vervolgens mijn mededeling dat ik Malibu niet zo lekker vindt, maar hem een plezier zou doen door er toch voor te kiezen, zijn reactie dat hij het grappig vond om me te tergen.
Het voelde een beetje als op de middelbare school. En nadat de twee shotjes Malibu ingeschonken en opgedronken waren, ging het geschrijf verder. Over de mogelijkheid om een reclamebureau of een bar op te zetten of een kunstduo te vormen. Hoe dan ook, uiteindelijk had ik z’n telefoonnummer. En daar ging het toch eigenlijk vooral om.
Telefoonnummer? Geen zin meer om te schrijven?
[sÇ: ik ben zeer multi-mediaal]
Wel wat ouderwets…tegenwoordig SMS je toch met de barman?
[sÇ: retro is anders toevallig wèl heel hip.]
Telefoonnummers van barlieden. Dat willen we allemaal wel.
[sÇ: u begrijpt mij.]