Diepgroen of helder Groen? Het stellen van die vraag werpt de suggestie op dat GroenLinks moet kiezen tussen een stevige Groene agenda of een cafeïnevrije light-variant. Het is een schijnkeuze. Er is maar één staalkaart voor groene idealen, de rest is turquoise. Nepgroen.
We schrijven 30 juni 2012. Paulus de Wilt verdedigt op het congres een amendement op het verkiezingsprogramma om te streven naar een reductie van de uitstoot van broeikasgassen met veertig procent in 2020. Het partijbestuur ontraadt het wijzigingsvoorstel, want „met dit standpunt manoeuvreren we ons naar de politieke zijlijn”. Niemand minder dan Bas Eickhout wordt ingezet om uit te leggen dat een uitstootreductie van dertig procent politiek het maximaal haalbare is. Het congres stemt het amendement weg.
Het bovenstaande voorbeeld is veelzeggend. De al met al niet meer dan enkele minuten durende scene illustreert hoe de politieke werkelijkheid het kader is geworden van ons idealistische denken. Wanneer dertig procent reductie in Europees verband het maximaal haalbare is, is dat voor ons het nastrevenswaardige doel geworden. Dat is, behalve opzienbarend, ook fundamenteel verkeerd. Het compromis van anderen kan niet het ijkpunt van ons ideologische denken zijn, maar hooguit het uitgangspunt van het politiek handelen van onze vertegenwoordigers. Meer dan dertig procent reductie in 2020 is politiek niet haalbaar, was het argument. Het argument had moeten zijn: minder dan veertig procent reductie is klimatologisch niet haalbaar. Een stevige inzet op vergroening, ook op korte termijn, is noodzakelijk om de ecologische balans van onze planeet niet volledig en langdurig te laten kantelen. Er zijn geen nieuwe IPCC-onderzoeken of Stern-rapporten nodig om dat te bevestigen. Die wetenschap had de leidraad voor ons ideologische standpunt moeten zijn.
Pick your battles
Er is maar één kleur Groen, namelijk die van het milieutechnisch noodzakelijke. Elke agenda die minder ver reikt, is niet toekomstgericht en dus niet houdbaar. Maar dat wil nog niet zeggen dat de GroenLinkse agenda er één is van hardliners. Onderdeel van het politieke proces is immers dat men soms genoegen kan nemen met een uitkomst die minder verregaand is dan het nastrevenswaardig ideaal, maar verder gaat dan de uitgangssituatie. Sterker nog, het is in zekere zin het bestaansrecht van een politieke beweging: een partij met een programma vol politiek haalbare doelen kan zichzelf na de eerste onderhandelingsronde opheffen omdat de kroonjuwelen stuk voor stuk zijn binnengehaald. Stevige onderhandelingseisen plaatsen een partij niet aan de politieke zijlijn, maar in het epicentrum van de onderhandelingen.
De Groene agenda vraagt wel om keuzes. Laat ons kiezen voor het aanpakken van de wezenlijke problemen van klimaatverandering, luchtvervuiling en bodemuitputting. Dat betekent ook dat we ons op micro-niveau in Nederland soms iets minder blind moeten staren op het beschermen van elke individuele kamsalamander en elke vierkante meter natuur die toch wel elders gecompenseerd kan worden. Niet omdat groene ruimte en biodiversiteit onbelangrijk zijn. Maar wel omdat de natuur die Nederland rijk is zonder uitzondering door mensenhanden is aangelegd. En dus ook verplaatst kan worden. GroenLinks, pick your battles. Bescherming van de relevante natuurgebieden die er echt toe doen en bescherming van de toekomst van de planeet zijn de kernpunten van de enige agenda die zich Groen mag noemen.
Dit artikel is gepubliceerd op Bureau de Helling, het wetenschappelijk bureau van GroenLinks, en is geschreven in het kader van het actuele debat over de politieke keuzes van GroenLinks.