Duitse hoogwaardigheidsbekleders zijn nog altijd niet welkom op de nationale herdenking op de dam. Helaas, want wat is er nu mooier dan dat Duitsers en Nederlanders samen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog en daarna herdenken. Gelukkig is dit jaar wel de Duitse president Gauck wel welkom om de bevrijdingslezing te geven tijdens de officiële plechtigheid op bevrijdingsdag, die dit jaar in Breda plaats vindt. Maar, wederom, helaas is daar nu ook weer ophef over.
Arthur Graaff, hoofdredacteur van de oorlogssite nieuwswo2.tk, is vandaag een actie begonnen tegen de komst van bondspresident Gauck. Zijn stelling: zolang de in 1952 uit de Bredase koepel ontsnapte oorlogsmisdadiger Klaas Carel Faber nog altijd op vrije voeten leeft in Duitsland, is de Duitse bondspresident niet welkom in Breda.
Laat ik voorop stellen dat ik van mening ben dat, hoge leeftijd of niet, de ex ss-er Faber die 22 moorden op zijn naam heeft staan, zijn straf dient uit te zitten. Dat kan in Nederland, waar hij tot levenslang was veroordeeld maar in 1952 uit de Bredase koepel wist te ontsnappen, maar dat kan wat mij betreft ook in Duitsland. Eerdere verzoeken van Nederland hebben tot nog toe echter niet tot uitlevering van de van oorsprong Nederlandse Duitser geleid.
Graaff vind het dan logisch om Gauck als persona non grata te verklaren in Breda. Daar gaat hij echter te ver. Dat Faber nooit is uitgeleverd, is immers in eerste instantie een juridische kwestie. Een verzoek van Nederland uit 1953 werd afgewezen door de rechtbank in Düsseldorf. In 1957 werd Faber opnieuw vrijgesproken. En, hoe walgelijk het verleden van Faber ook is en hoeveel vraagtekens de uitspraken uit die tijd ook oproepen, een algemeen geldend rechtsprincipe is nu eenmaal dat men niet makkelijk twee maal voor hetzelfde feit berecht kan worden.
Daarnaast wringt er nog een ander democratisch principe. De Nederlandse politiek kan via allerlei drukmiddelen, zoals het terugtrekken van de uitnodiging aan Gauck, de Duitse politiek proberen onder druk te zetten om alsnog een uitlevering te forceren. Nog los van de vraag of dat de meest effectieve methode is om dat doel te bereiken, verhoudt het middel van de politieke druk tot uitlevering zich maar moeizaam met de scheiding tussen de politiek-bestuurlijke (wetgevende en uitvoerende) machten enerzijds en de rechterlijke macht anderzijds. Een uitvoerend minister kan opdracht geven aan het openbaar ministerie om iemand vervolgd of uitgeleverd te krijgen, maar het is een onafhankelijke rechtbank die dit uiteindelijk beoordeelt op grond van de in de casus geldende wetgeving. De wetgevende macht kan andere wetten doorvoeren, maar die zijn in een fatsoenlijke rechtstaat niet zomaar met terugwerkende kracht toepasbaar.
De eis van Graaff aan de Bredase politici om kenbaar te maken dat Gauck op bevrijdingsdag niet welkom is om daarmee de uitlevering van Faber te forceren, staat welbeschouwd dus haaks op de principes van de democratische rechtstaat die we tijdens bevrijdingsdag nu juist vieren. En is het centrale thema van de bevrijding met daaropvolgende opbouw van een democratische rechtstaat in Nederland, maar ook in Duitsland, niet juist dat deze principes ten enenmale prevaleren boven gevoelens van vergelding? Of, anders gezegd, dat het recht alleen dan recht kan zijn wanneer op iedereen dezelfde rechtsregels van toepassing worden verklaard, oorlogsmisdadiger of niet?
Helemaal pijnlijk is het daarbovenop nog eens dat het nu bij uitstek de persoon van Joachim Gauck is die door Graaf als persona non grata wordt gezien. Gauck heeft tijdens zijn leven in het totalitaire Oost-Duitsland altijd stelling genomen tegen het communisme en voor mensenrechten. Als politicus maakte hij zich sterk voor het berechten van de verantwoordelijkheden van de vele misdaden onder het communistische regime. Dat nu juist een tegenstander van totalitaire ideeën, of ze nu voortkomen uit het nationaalsocialisme of het communisme, zal juist hij voelen hoe pijnlijk het is dat sommige handlangers van dergelijke regimes nog altijd vrij rondlopen. De Graaff stelt weliswaar dat het niet Gauck als persoon is, die wat hem betreft onwelkom is, maar ‘slechts’ in de functie van bondspresident, maar die stelling houdt weinig stand gezien de naam die Graaff voor zijn actie gekozen heeft: „Glauck niet, Faber wel”.
De raderen van een democratische rechtstaat draaien stroef. En in de kwestie Faber hebben rechtbanken in het verleden wellicht de verkeerde uitspraken gedaan. Desondanks moeten we vertrouwen hebben in de principes en de werking van de democratische machine. Deze principes opzij zetten om het uitleveren van oorlogsmisdadigers te versoepelen, zou een onverteerbare buiging in de richting zijn van een regime waar we met de bevrijding hoopten voor altijd van af te zijn.
Amen
Amen
Geachte heer Selçuk,
Mijn welgemeende complimenten voor een zeer helder en intelligent betoog (als ik zo vrij mag zijn). Ik ben blij dat enkele mensen in Breda de moeite willen nemen zich in deze zaak te verdiepen. Ik ben het op enkele hoofdpunten ook met u, meneer Selçuk (ik neem toch corrtect aan met cédille?), natuurlijk eens, zoals dat Faber in de gevangenis hoort. Ik neem overigens genoegen met één dag. Maar er zijn een paar punten die u niet weet…
Sta me enkele opmerkingen toe:
– Scheiding van macht is onaanaantastbaar – helemaal mee eens. Maar laten we ons eens voorstellen wat er gebeurt als een president – Gauck – de eer aan zichzelf houdt? Dan is de zaak Faber opeens in de Duitse en Nederlandse top-tien van prioriteiten. Dus alle voorpagina’s en het NOS Journaal plus de Tagesschauen van het oosten. Durf te dromen!
– Gauck is bedrogen; het Nat Comité wist al 2 maanden terug van de bezwaren van het Wiesenthal Center, de Israëlische ambassadeur en anderen, maar heeft dat niet doorgegeven.
– Faber is een hardliner – geen spijt. Dat speelt ook een rol. Een kleine vis als zijn SS-kompaan Boere – ook een moordenaar – had niet in het gevang gehoeven van mij – maar daar ga ik niet over, dat kunnen de nabestaanden van de slachtoffers zeggen. Zo ook hier: ik zal het nog eens nadrukkelijk aan enkele nabestaanden voorleggen. Niet u, en niet ik maar uiteindelijk alleen de nabestaanden van zijn slachtoffers hebben het morele recht te beslissen.
– Recht in Duitsland. In Fabers geval is er veel met het recht gesjoemeld – al was het maar omdat hij zogenaamd Duitser zou zijn – vanwege een besluit van Hitler uit 1943 – zulke besluiten kunnen toch in het na-oorlogse Duitsland geen rechtsgrond meer vormen? Die aanhouden is toch absurd? (Dat gebeurde echter wel een zeer langdurig, bijv. tov deserteurs die geen pensioen kregen). Bovendien is Faber door de Duitse justitite vergaand beschermd (ondanks het nb Duitse ‘rapport Ferid’ – zie onze site, die Fabers gesjoemel met de nationaliteitsverkrijging blootlegde in 1953). En nog in 2010 hadden twee verslaggevers van EenVandaag net hun videocamera uit de tas gehaald toen ze al gearresteerd werden in Ingolstadt bij Fabers flat – binnen drie minuten!
– Ik heb me verheugd dit aan juist president Gauck voor te leggen, omdat ik er vanuit ga dat hij meer nog dan Wulff, die overigens ook zeer anti-nazi was, zijn Oostduitse ervaringen met onrecht heeft. Hoe kan hij een toestand gebaseerd op zo’n Hitler-besluit tolereren?
– Recht en moreel recht: niemand die ik spreek ontkent het morele recht om Faber op te sluiten – en het gaat hier niet om gewone misdadigers. Wat niet wegneemt dat je dan niet alles kunt doen wat je wilt, zoals een aanslag plegen oid. Moeilijk punt, ik ben er nog niet uit (ik weet ook niet alles….)
– De actienaam: ‘Gauck niet, Faber wel’ is gekozen wegens zijn kortheid, maar voluit staat er eigenlijk: ‘De Duitse bondspresident moet niet naar Breda komen op uitgerekend Bevrijdingsdag naar de plaats waar de zwaarste Nederlandse oorlogsmisdadigers gevangenen hebben gezeten, maar de ontsnapte en gezochte Klaas Faber juist weer wel’. Dat leek ons wat lang. Maar ik twijfel er niet aan dat u het snapt.
– Ik ben blij voor president Gauck dat hij ook kan rekenen op een onthaal van goedgemotiveerde medestanders als u, dat zal hem zeker plezier doen indien – indien – hij komt.
– Wat vindt u, meneer Selçuk, als president Gauck de eer aan zichzelf houdt?
Dank en m vr gr
Arthur Graaff
12-04-2012
hoofdred.
redactie@nieuwswo2.tk
Ik had hier een uitvoeirge reactie geschreven ….
Verdwijnen die zmaar? Wat heb ik verkeerd gedaan?
[sÇ: de reactie moest nog geaccordeerd worden.]
Ik ben het met u. We moeten upho; d de beginselen van democratie en rechtvaardigheid. Maar op hetzelfde moment dat de oorlogsmisdadigers moeten worden gestraft voor hun misdaden.
[Comment imported from blog]
[Comment imported from blog]
[Comment imported from blog]