Einde van een Zender

Stemschaal

De vaste grond begint onder de voeten van de wereld weg te zakken. Waren het vorige week nog Vandermeersch die besloot de helft van het NRC af te snijden en Nokia die het eigen open-source project verraadde en een deal sloot met Microsoft, nu is het de BBC die bekend heeft gemaakt haar uitzendingen via de 648 kHz te zullen staken. Het begint er op te lijken dat daarmee een nieuwe iconoclastische periode is begonnen.

Nu is de 463 meter band op zich niet zo heilig. In 1939 was die nog in handen van een radiozender in Lyon. Pas in maart 1950, als gevolg van nieuwe Europese afspraken die bekend staan als het Frequentieplan van Kopenhagen (een klein drama voor de radioconsumenten trouwens, die massaal de stemschaal van hun radio moesten vervangen en daar bruut vijf gulden voor moesten neertellen), kwam de 648, toen eigenlijk nog de 647 kHz, in handen van de Engelsen. Pas na 1978, toen BBC Radio 3 van de frequentie verdween, werd het de thuishaven van de World Service die sinds die tijd met 500 kilowatt geheel Europa bestrijkt.

Het tragische van de beslissing de energieverslindende zender in Orfordness te sluiten is vooral de teloorgang van het stuk geschiedenis dat aan de World Service voorafgaat. Het waren de Engelsen die begin vorige eeuw pionierden op de korte golf. Het Britse Rijk overspande de hele wereld, de Engelsen heersten over de golven. Ook de radiogolven.

Toen de Tweede Wereldoorlog in1939 uitbrak, had de BBC in Engeland een uitgekiend netwerk van nationale en regionale zenders. Gevaarlijk, zo beoordeelde men. In een tijd dan GPS nog niet bestond, gaven juist die regionale zenders onbedoeld informatie die gebruikt kon worden voor plaatsbepaling. Om dat te voorkomen werden direct alle Engelse zenders gelijkgeschakeld. Onder de naam Home Service kreeg elke BBC-zender een uniforme, nationale programmering.

Tijdens de beginjaren van die oorlog introduceerde de BBC ook een European Service. In het door Duitsland bezette Europa was vrijwel geen onafhankelijke (lees: geallieerde) informatie meer te krijgen. En dus werden alle zenders op het continent gericht. Oorlogen werden niet meer gewonnen in loopgraven, maar in de lucht en in de ether. Het moeten ongetwijfeld de meest heroïsche dagen van het radiovak geweest zijn.

Het belang van de externe services van de BBC werd in de jaren na de oorlog alleen nog maar groter. De European Service werd in 1965 samen met de inmiddels tot Overseas Service omgedoopte Empire Service hernoemd tot de World Service. De zenders bleven op Europa gericht en gaven onafhankelijke informatie aan inwoners van Warschau-pact landen en de Sovjet-Unie. In de voormalige koloniën verschoof de focus meer naar informatie en educatie. Met langlopende en nog altijd uitgezonden programma’s als Outlook verbond de BBC bewoners van allerlei plekken op de wereld met elkaar. Of met de legendarische Alistair Cooke die vijftig jaar lang wekelijks zijn Letters from America voorlas voor de microfoons van de Beeb.

Over een maand, op 27 maart, gaat de zender uit de lucht. Omdat de energierekening te hoog is. En omdat Europa niet meer luistert. Althans, niet naar de 648. Europa heeft internet en satellieten en luistert digitaal. Daar heeft de reiziger op zee of in de trein weliswaar geen donder aan, maar om daarvoor een tonnen kostende middengolfzender te laten draaien is kennelijk anno 2011 niet meer zo interessant.

Zeventig jaar na de start van de European Service, nota bene nu de halve Arabische wereld in brand staat, houdt de BBC op met haar uitzendingen aan Europa. Zal het geluid van de Big Ben nooit meer over de radiogolven van de 648 naar het continent gedragen worden. Het is het einde van de radio.

Alhoewel, ergens in Droitwich staat een dapper klein zendertje op de 1500 meter het geluid van BBC radio 4 met 400 kilowatt Europa in te blazen. Een zender die de BBC al lang had willen ontmantelen, ware het niet dat een groep verknochte langegolfluisteraars daar al jaren succesvol campagne tegen voert. En omdat de frequentie, hoe bijzonder is dat, gebruikt wordt voor het uitzenden van tijdsignalen voor energiemeters van het Economy 7 systeem.

Dag meneer

Algemeen Handelsblad

‘De Krant is een meneer’, is de titel van een boekje dat ergens naast het werk van Martin van Amerongen in mijn kast prijkt. Maar het is meer dan een titel. Het is een gevoel. Het is de verbeelding van een intellectuele nieuwsgierigheid. Het is een uiting van respect voor één van de oerproducten van het metier van journailleschrijvers.

De Krant is een meneer. Een deftige meneer ook. En anno 2011 misschien ook een beetje een onhandige meneer. Traag, niet in staat om het tempo van de jongere telgen uit de mediafamilie bij te benen. Maar een meneer met aanzien. Beschouwend, analytisch, overdenkend. Het trage tempo van de krant maakt het gedrukte nieuws wellicht achterhaald, maar biedt daarmee juist de tijd voor de weloverwogen reflectie op de dag die voorbijging. Een bredere kijk op de wereld dan de vluchtigheid van actualiteit ons kan bieden. De krant is een meneer.

Die meneer was voor mij ruim een decennium het NRC. Mijn NRC. Een avondkrant. Waarvan naar de beste tradities van voorganger het Algemeen handelsblad de redactieburelen van oudsher niet bevolkt werden door hijgerige nieuwsjutters, maar door sigarenrokende denkers in driedelig pak. De andere kranten hadden het nieuws, maar het was pas waar als het in het Handelsblad gedrukt stond.

Dit laatste bastion lijkt nu beslecht. Nadat de nieuwe hoofdredacteur Peter Vandermeersch de laatste maanden al druk bezig was de koers van de krant te verleggen in een richting die niet past bij die meneer die mij zo dierbaar is, wordt nu ook de verschijningsvorm geweld aangedaan. Het degelijke, ietwat ouderwetse driedelige maatpak wordt verruild voor spijkerbroek en t-shirt. De broadsheet wordt een tabloid.

Het is slechts vorm, denken mensen. En handig voor in de trein. Maar de avondkrant leest men niet in de trein. Die leest men aan de salontafel, of in een fauteuil. Nee, het is niet slechts vorm, de vorm verbeeld de essentie van het intrinsieke zijn van een krant die een meneer is: brede visies. Neergeschreven in acht kolommen wanneer dat nodig is.

Ik neem afscheid van de laatste krant die het totnogtoe tot eer strekte een meneer te willen zijn. Met de introductie van de tabloid verkiest Peter Vandermeersch ook in verschijningsvorm de waan van de dag. Een knieval voor de massa. Het NRC is mijn krant niet meer. Het NRC is geen meneer. Het is een jongetje geworden.

De Wietpas

De gemeenteraad van Breda is tegen het plan van minister Opstelten om een wietpas in te voeren. Alleen het CDA en de VVD stemden tegen de motie die ik namens GroenLinks en met steun van de zes overige partijen indiende. Daarmee volgt Breda het voorbeeld van Den Bosch en Eindhoven, die een soortgelijke motie tegen de invoering van de wietpas al eerder aannamen.

Invoering van de wietpas zou betekenen dat coffeeshops straks alleen nog maar toegankelijk zijn voor Bredanaars. Daarmee hoopt Opstelten de georganiseerde misdaad achter de coffeeshops aan te pakken. Een onzinnig plan. Als mensen niet meer in de coffeeshops terecht kunnen, zoeken ze hun heil elders. Straathandelaren zullen daar gretig op inspelen met als gevolg meer straathandel, meer overlast en meer vermenging van soft- en harddrugs. De georganiseerde misdaad zal het ondertussen een biet zijn via welke kanalen zij hun drugs verkopen.

Breda heeft het geluk een aantal betrouwbare coffeeshophouders te hebben waar goede afspraken mee te maken zijn. De Bredase coffeeshops verkopen geen harddrugs en geven voorlichting over de risico’s van overmatig drugsgebruik. De Bredase coffeeshophouders nemen dus nadrukkelijk hun verantwoordelijkheid. Straathandelaren daarentegen, hebben daar lak aan. Die verkopen naast hasjiesj en weed ook allerlei andere leuke drugs die ze maar al te graag aan de man brengen. Wietpas of niet.

Daarnaast is de invoering van de wietpas niet te handhaven. De extra controles bij coffeeshops en het aanpakken van de toegenomen straat- en thuishandel zal een enorme politiecapaciteit vergen. Als de minister al zo nodig zijn eigen wil moet doordrukken, dan zou het fatsoenlijk zijn om ons er ook vijftig agenten bij te leveren. Maar het liefst heb ik dat de politie zich helemaal niet hoeft bezig te houden met een soort veredelde ingangscontrole. Laat die mensen nu toch eens lekker echte boeven vangen, in plaats van argeloze coffeeshopgangers uit Terheijden of Turnhout terug te sturen, zou ik tegen Opstelten willen zeggen.

Als het Opstelten nu echt om de inhoud is te doen, zou hij zijn gedachten moeten veranderen. Je treft de georganiseerde misdaad achter de achterdeur echt niet met een wietpas. Dat is wishfull thinking. Het enige gevolg is dat iemand van zestien straks nog makkelijker op de straat aan zijn joint kan komen. En dat ‘ie vervolgens ook nog Ketamine, Speed of GHB krijgt aangeboden. Ik kan me niet voorstellen dat de minister dat voor ogen heeft. De Bredase gemeenteraad, GroenLinks voorop, in ieder geval zeker niet.

Afghanistan

Leiders Afghaanse politie

Ik hoef niet zo heel veel te zeggen over Afghanistan. Alles wat er over de voorgestelde missie in Kunduz en de stellingname van GroenLinks is te zeggen, heet de afgelopen dagen op enigerlei wijze de revue al wel gepasseerd. Soms zinvolle analyses van voor- en tegenstanders, soms een diarree van halve verwensingen.

Mijn reden om lid te worden van GroenLinks was destijds primair ingegeven vanuit een enorme bezorgdheid om het milieu en het weigeren te accepteren dat de welvaart en de macht in de wereld fundamenteel onrechtvaardig is verdeeld. De wereld is een global village en wat er in Cairo, New York of Kandahar gebeurt is, zeker voor de westerse mens, net zo dichtbij als de gebeurtenissen twee dorpen verderop. Nederland heeft een internationale verantwoordelijkheid, voor vrede, voor veiligheid, voor vrijheid. Ook in Afghanistan.

Voor de helderheid: ik was één van de eerste, die op zaterdag 20 oktober 2001, met slechts een kleine duizend anderen, demonstreerde tegen de nieuwe oorlog in Afghanistan. Het was de verkeerde oorlog, met de verkeerde middelen, om de verkeerde reden. Het doel was niet om decennialang voortdurende onderdrukking te beëindigen, doel was het oppakken van een misdadige organisatie in een ongeorganiseerd land. Voor de duidelijkheid: Bin Laden loopt nog steeds ergens rond.

Gelukkig heeft die nieuwe oorlog er wel toe geleid dat de Taliban als regering is verdreven. En dat de situatie voor miljoenen Afghaanse vrouwen en meisjes mondjesmaat verbeterd is. Tegelijk is het volkomen helder dat de situatie in Afghanistan nog lang niet zo stabiel is dat het land zonder internationale bemoeienis verder kan, dan zou het land immers binnen de kortste keren afglijden naar een nieuwe dictatuur van radicaal islamitische oppressie of, wellicht nog erger, een permanente oorlogssituatie. Niet de omgeving die je 33 miljoen Afghanen toewenst. Niets doen is geen optie.

De internationale gemeenschap heeft een verantwoordelijkheid, en Nederland dus ook. Bijvoorbeeld met de opleiding van politiepersoneel. Dat, want zo is de situatie, af en toe inderdaad in bijna para-militaire acties verzeild zal raken. Kunduz is nu eenmaal geen Delfzijl. En de Tweede Kamerfractie heeft een juiste keuze gemaakt. Een juiste keuze door, in tegenstelling tot PvdA en de SP, niet categorisch elke politiemissie op voorhand af te wijzen. Een juiste keuze door duidelijk te maken aan welke voorwaarden een missie moet voldoen, wil deze de steun van GroenLinks krijgen. En een juiste keuze door open te staan voor toezeggingen van het kabinet en een eigenstandige afweging te maken. Een afweging die niet werd beïnvloed door eendimensionale dogma’s, publieke druk of electorale belangen. Daar is de dagelijkse situatie van miljoenen Afghanen te belangrijk voor.

Ik benijd de Tweede Kamerleden van GroenLinks niet, die de afgelopen dagen en weken moeilijke afwegingen hebben moeten maken en door sommigen uit de achterban tamelijk aanmatigend of zelfs onheus werden bejegend. Aan mijn collega partijleden heb ik slechts één overweging. Ons verkiezingsprogramma leest:

„Nederland laat Afghanistan niet in de steek. De opbouw van een democratische, veilige rechtsstaat heeft er prioriteit. Dat vereist grotere inspanningen voor corruptiebestrijding, versterking van bestuur, rechtspraak, civiele organisaties en de positie van vrouwen, alsmede onderhandelingen met gematigde Taliban. Nederland draagt meer politietrainers bij aan de EU-opleidingsmissie. Ons land steunt geen offensieve militaire operaties.” Aan een ieder die overweegt op het congres, komende zaterdag, een motie van afkeuring of wantrouwen in te dienen of te steunen: wat is nu precies het grote verschil tussen programmapunt 27 uit het verkiezingsprogramma van GroenLinks en de missie die nu op stapel staat en is dat verschil zo groot dat dit de kloof rechtvaardigt tussen een vorig jaar vrijwel unaniem aangenomen verkiezingsprogramma en een nu dreigende motie van afkeuring?

Het Rovershol

PVV-fractie

Veel tegenstanders van Wilders zullen de afgelopen dagen met enig genoegen de ontwikkelingen binnen de PVV gevolgd hebben. NRC-columnist Marc Chavannes schreef zelfs dat, nu Lucassen niet uit de PVV-fractie wordt gezet, Geert Wilders tot de gevestigde orde is gaan behoren en daarmee zijn aantrekkingskracht als politieke outsider is kwijtgeraakt. Een voorbarige reactie, in mijn ogen.

Eerst waren er de berichten over Lucassen, die in zijn buurt te boek stond als asociale buurtterrorist en ook nog eens veroordeeld bleek voor het plegen van ontucht. Daarna volgden de berichten over Jim Sharpe, die ook al niet in staat blijkt zijn agressie op een geciviliseerde wijze te kanaliseren en daarnaast leidinggevende was bij een internetbedrijf dat er tamelijk dubieuze en door de rechter zwaar beboete praktijken op nahield. De PVV als rovershol, waar iedere crimineel ongestraft onderdeel van de fractie mag blijven uitmaken. Geen fatsoenlijke kiezer wil zich met zo’n partij afficheren, zo luidt de heersende gedachte binnen de gevestigde politiek. Einde electorale aantrekkingskracht.

Die analyse is gemankeerd. Zij gaat namelijk uit van de mores binnen de gevestigde politiek die door Wilders en zijn kiezers zo wordt verafschuwd en gewantrouwd. Die afkeer tegen de politieke ‘elite’, haat zelfs, is zo groot dat deze voor veel PVV-stemmers de maatstaf is waarlangs ze de rest van de samenleving en met name de politiek beoordelen. Lucassen is niet ‘fouter’ dan pak ‘m beet, Wijnand Duyvendak. In tegendeel, hij is hooguit een ongelukkig geselecteerd Kamerlid van een verder onfeilbare partij die nog altijd de strijd tegen de elite vertegenwoordigt.

Dat volstrekt subjectieve wereldbeeld maakt elke vergelijking met andere politici of andere partijen onmogelijk. Stel je voor dat bij een andere, gevestigde partij een zelfde soort situatie ontstaat, zal de PVV-aanhanger deze nog altijd anders beoordelen. Sterker nog, als morgen van een linkse politicus dezelfde soort verhalen boven water komen, zal een rasechte PVV-er bij hoog en bij laag vinden dat deze moet aftreden, ook al wordt van Lucassen schoorvoetend geaccepteerd dat hij blijft zitten.

Het vaderlandse journaille zal de komende tijd nog wel door blijven graven naar de historie van veel Kamerleden van de PVV. En dat zal vast nog wel een paar smetjes op het blazoen van enkelen opleveren, al is het aannemelijk dat deze zaken minder schokkend zijn als de streken van Lucassen. Neem bijvoorbeeld de onwaarheden in het CV van PVV-Kamerlid Richard de Mos, waarin ten onrechte staat dat hij schoolhoofd is geweest. De PVV-er zal zijn schouder ophalen en hierin eerder een bevestiging zien van het feit dat ook de journalistiek behoort tot de ‘linkse elite’ die er alles aan gelegen is de PVV kapot te maken. Een kritisch commentaar in De Telegraaf zal niet het vertrouwen in Wilders C.S. doen afnemen. De PVV-aanhanger zal er liever voor kiezen De Telegraaf voortaan ook te etiketteren als bestempelen als ‘linkse elite’.

Is dat te negatief? Er zijn tal van voorbeelden in andere landen waarbij rechts-populistischte partijen hun aanhang lange tijd konden behouden, ook wanneer zij in opspraak kwamen,  of het nu de Oostenrijkse FPÖ is of het Vlaams Blok/Belang. De Italiaanse premier Silvio Berlusconi lijkt er zelfs een electorale strategie van gemaakt te hebben. En vertegenwoordigers van de aartsconservatieve Tea Party in de Verenigde Staten doen steevast domme uitspraken die lijnrecht tegenover elke vorm van realiteitszin, feit of wetenschap staan, waarop aanhangers liever aan de objectieve wetenschap twijfelen dan aan de intellectuele potentie van de Tea Party zelf.

Wat al deze partijen gemeen hebben is dat ze het is gelukt om het icoon te worden van wantrouwen jegens de gevestigde politiek of de heersende elite. Zij hebben dat weten te institutionaliseren en kanaliseren via de eigen partij. Dat gevoel is dermate sterk dat het niet snel wegebt. Een Eric Lucassen meer of minder is dan hooguit een rimpeling op de golven van de oceaan.

De Gloeilamp – wo 2 sept. 2009

 

Gloeilamp
Gloeilamp

 

Het is dan toch nog zover gekomen. Sinds gisteren is de gloeilamp verboden. Althans, de variant die 100 watt verbruikt. Of een venstertje heeft. Of mat glas.

Ik vind het één van de meest abjecte verboden van de laatste tijd. Ik ergerde al flink aan het betuttelende rookverbod, maar het gloeilampenverbod slaat werkelijk alles. En onverteerbaarder nog, de wetgeving komt uit het door mij doorgaans zo geliefde Europa.

Veelal worden impopulaire maatregelen onterecht aan Europa toegeschreven. Zo is Europa er bijvoorbeeld helemaal niet op uit om er in Nederland een coffeeshop-verbod doorheen te jagen. Maar dit maal is het toch echt Europa geweest die het continent-wijde verbod er in een achternamiddag doorheen heeft gejast. Weliswaar na een succesvolle Duits-Nederlandse lobby, maar toch.

Waar ik me bij het verbod aan stoor is het feit dat de overheid nu toch echt letterlijk mijn huiskamer is doorgedrongen. Straks, als in 2012 zelfs geen simpel 15 watt-lampje meer is te verkrijgen, ben ik gedoemd om spaarlampen in mijn klassieke armatuur van marmer en koper te draaien. En zeg nu zelf, dat past toch niet.

Mijn halve huis hangt vol met spaarlampen. In de gang hangt een led-lamp, net als in mijn slaapkamer. De badkamer en het toilet zijn voorzien van spaarlampen en in mijn keuken hangt een halogeenlamp. Die bespaart ten opzichte van een gloeilamp wellicht niet heel veel meer electriciteit, maar daar krijg ik dan ook wel een volle bak licht voor terug. Toch handig, bij het koken.

Maar mijn huiskamer, daar wil ik al die ondingen niet. In mijn huiskamer wil ik gezellig licht. En dus hangt daar dat potsierlijke armatuur met zes vijftien-wat kaarslampjes met een goudcoating eroverheen. Het licht in mijn huiskamer is van een warmte die men sinds de jaren zeventig in weinig huiskamers meer tegenkomt. Het is welde, het is genot. En het wordt me afgenomen.

Onder het mom van een beter milieu is ons een belachelijke maatregel door de neus geboord. Had de gloeilamp zes keer zo duur gemaakt. Duurder nog dan de vrijwel onbetaalbare ledlamp. Dan had iedereen de keuze gehad in ieder geval dat ene bastion, de huiskamer, nog sfeervol te verlichten. Maar nee, het moest zo nodig weer verboden worden.

En dat brengt ons tot de snoeiharde waarheid dat het een ieder in dit land vrij staat om dagelijks drie kwartier onder de douche te staan, de verwarming continu aan te laten staan of een energieverslindende droger te hebben gebruiken, maar de aankoop van een simpele, onschuldige gloeilamp van 15 watt ineens een grotesk criminele daad is.

Thomas Alfa Edison zou zich omdraaien in zijn graf.

De Gloeilamp – wo 2 sept. 2009

 

Het is dan toch nog zover gekomen. Sinds gisteren is de gloeilamp verboden. Althans, de variant die 100 watt verbruikt. Of een venstertje heeft. Of mat glas.

Ik vind het één van de meest abjecte verboden van de laatste tijd. Ik ergerde al flink aan het betuttelende rookverbod, maar het gloeilampenverbod slaat werkelijk alles. En onverteerbaarder nog, de wetgeving komt uit het door mij doorgaans zo geliefde Europa.

Veelal worden impopulaire maatregelen onterecht aan Europa toegeschreven. Zo is Europa er bijvoorbeeld helemaal niet op uit om er in Nederland een coffeeshop-verbod doorheen te jagen. Maar dit maal is het toch echt Europa geweest die het continent-wijde verbod er in een achternamiddag doorheen heeft gejast. Weliswaar na een succesvolle Duits-Nederlandse lobby, maar toch.

Waar ik me bij het verbod aan stoor is het feit dat de overheid nu toch echt letterlijk mijn huiskamer is doorgedrongen. Straks, als in 2012 zelfs geen simpel 15 watt-lampje meer is te verkrijgen, ben ik gedoemd om spaarlampen in mijn klassieke armatuur van marmer en koper te draaien. En zeg nu zelf, dat past toch niet.

Mijn halve huis hangt vol met spaarlampen. In de gang hangt een led-lamp, net als in mijn slaapkamer. De badkamer en het toilet zijn voorzien van spaarlampen en in mijn keuken hangt een halogeenlamp. Die bespaart ten opzichte van een gloeilamp wellicht niet heel veel meer electriciteit, maar daar krijg ik dan ook wel een volle bak licht voor terug. Toch handig, bij het koken.

Maar mijn huiskamer, daar wil ik al die ondingen niet. In mijn huiskamer wil ik gezellig licht. En dus hangt daar dat potsierlijke armatuur met zes vijftien-wat kaarslampjes met een goudcoating eroverheen. Het licht in mijn huiskamer is van een warmte die men sinds de jaren zeventig in weinig huiskamers meer tegenkomt. Het is welde, het is genot. En het wordt me afgenomen.

Onder het mom van een beter milieu is ons een belachelijke maatregel door de neus geboord. Had de gloeilamp zes keer zo duur gemaakt. Duurder nog dan de vrijwel onbetaalbare ledlamp. Dan had iedereen de keuze gehad in ieder geval dat ene bastion, de huiskamer, nog sfeervol te verlichten. Maar nee, het moest zo nodig weer verboden worden.

En dat brengt ons tot de snoeiharde waarheid dat het een ieder in dit land vrij staat om dagelijks drie kwartier onder de douche te staan, de verwarming continu aan te laten staan of een energieverslindende droger te hebben gebruiken, maar de aankoop van een simpele, onschuldige gloeilamp van 15 watt ineens een grotesk criminele daad is.

Thomas Alfa Edison zou zich omdraaien in zijn graf.

– do 17 sept. 2009

Of het nu de Schipholbrand is, de aanslag tijdens Koninginnedag, het gecrashte vliegtuig van Turkish Airlines of onlangs nog de rellen in Hoek van Holland, in alle gevallen heeft het vijf jaar geleden ingevoerde communicatiesysteem voor de hulpdiensten, C2000, gefaald. Dat terwijl juist bij calamiteiten, communicatie tussen de verschillende hulpdiensten, essentieel is.

Grofweg zijn er, vooralsnog, drie problemen aan te wijzen rond C2000. Allereerst valt in gebouwen of in druk bebouwde omgeving de verbinding van de portofoons of mobilofoons regelmatig weg. Ten tweede blijken de digitale masten die gebruikt worden voor C2000 de grote behoefte aan communicatie tussen hulpdiensten vaak niet aan te kunnen. Dit geldt met name in gebieden met een lage dekkingsgraad. Ten derde blijkt C2000 ook nog ‘weggedrukt’ te kunnen worden door ander gebruik van communicatieapparatuur, zoals mobiele telefonie. Tot slot blijkt het systeem dermate complex, dat er ‘verkeerd gebruik’ zou worden gemaakt van de mogelijkheden. Juist tijdens calamiteiten zou het systeem nodeloos omslachtig zijn in het gebruik?

Het is aannemelijk dat problemen die zich elders hebben gemanifesteerd, zich ook in Breda kunnen voordoen of wellicht al hebben gedaan. GroenLinks snapt eerlijk gezegd dan ook niet dat de rijksoverheid een dergelijk onvolkomen systeem op grote schaal heeft doorgevoerd. Ook in Breda is er een zeker risico op calamiteiten, bijvoorbeeld door het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Brabantroute, de ingebruikname van de Hoge Snelheidslijn of vliegbeweginge van en naar vliegbasis Gilze-Rijen. Hoewel deze risico’s klein zijn, wil GroenLinks er zeker van zijn dat in het geval van calamiteiten een adequaat communicatiesysteem voor handen is. Zolang C2000 daarin tekort schiet, moet er een back-up systeem zijn, bijvoorbeeld het oude, analoge systeem.

Dit leidt tot de volgende vragen.

1. Hoe zijn vooralsnog de ervaringen met het C2000-systeem in Breda en verzorgingsgebied? Heeft er zich de afgelopen vijf jaar een moment voorgedaan waarop het systeem grootschalig ingezet moest worden?

2. Is in Breda de bereikbaarheid en inzetbaarheid van C2000 getest? Zo ja, wat waren hiervan de resultaten? Zo nee, acht U het raadzaam om in kaart te brengen welke beperkingen in de verbinding het systeem in Breda kent?

3. Zijn er in Breda momenten geweest waarop de inzet van het C2000-systeem niet naar behoren is verlopen? Zo ja, op welke momenten was dit en wat was de aard van de tekortkomingen? Welke invloed hebben deze gehad op het verloop van de hulpverlening?

4. Hoe is in Breda de dekkings van het C2000-netwerk? Hoeveel gespreksgroepen kunnen er in Breda gelijktijdig gebruik maken van C2000? Hoe is dit in de gebieden met een lage dekking?

5. Beschikken de hulpdiensten in Breda over extra, mobiele zendmasten die bij evenementen in een gebied met een beperkte dekking, kunnen worden ingezet? In het geval van een calamiteit, zou het mogelijk zijn snel extra mobiele masten op te richten?

6. Is het bekend of het signaal in Breda voldoende sterk is om ook binnen gebouwen verzekerd te zijn van een optimaal bereik zonder uitval?

7. Welke ervaringen en eventueel klachten hebben de hulpdiensten in de regio over C2000? Klopt het dat het systeem in het gebruik, met name tijdens calamiteiten, als complex ervaren wordt? Is het gebruikersprotocol rond C2000 voor de gebruikers voldoende helder?

8. Is het nodig om, daar waar verkeerd gebruik de oorzaak is van het slecht functioneren van C2000, extra te investeren in cursussen in het gebruik van C2000? Bent U bereid dit te organiseren?

9. Bent U met ons van mening dat, indien C2000 ook in Breda niet optimaal functioneert, het verstandig is om een back-up systeem te hebben? Is het oude systeem hiervoor inzetbaar? Is het mogelijk om beide systemen samen te voegen tot een hybride systeem?

Met 2000 groeten,

Selçuk Akinci
Fractievoorzitter GroenLinks Breda

De Correspondent – vr 2 oct. 2009

„Uw organisatie of instelling staat vermeld in het adressenbestand voor de Breda Berichten van de Gemeente Breda. Dit betekent dat U van elk Breda Bericht een printversie ontvangt. Op jaarbasis levert dat voor U vele Breda Berichten op.”

„De gemeente Breda staat een duurzaam beleid voor met daarbij oog voor efficiency”, zo vervolgde de brief. „Vanuit deze gedachte ontvangt U met ingang van 1 oktober 2009 voortaan het Breda Bericht per e-mail. Ik hoop dat U begrip heeft voor deze aangepaste werkwijze.”

Geheel indachtig deze duurzame en efficiënte werkwijze kreeg ik de brief twee keer opgestuurd.

– za 3 okt. 2009

Cultuurdossier blijft voor GroenLinks eenzame strijd
geschreven door Selçuk Akinci
zaterdag 03 oktober 2009

En toen moest er een bibliotheekfiliaal dicht. Pijnlijk dat dat voorstel uitgerekend van een GroenLinks-wethouder moest komen. Maar de boodschap van Willems was duidelijk: binnen de begroting die door de raad is vastgesteld, is het onmogelijk om alle fillialen open te houden.

Al jaren kampt de bibliotheek met een tekort op de begroting, dat in de voorgaande perioden echter nooit is gedicht. Er restten twee manieren om het tekort te dichten. Ofwel moest er flink gesneden worden in de ambitieniveau van de bibliotheek, ofwel moest er geld bij op de begroting.

Sluiting
De raad is echter nooit zo genegen geweest nog meer te investeren in de duurste culturele voorziening van de stad. Om het tekort niet verder te laten oplopen werd de modernisering uit een eerder beleidsplan simpelweg niet uitgevoerd en bleven de openingstijden van de filialen uitermate sober. Iets wat GroenLinks wel eens heeft doen verzuchten: „sluit maar een filiaal, want een bibliotheek die nooit geopend is, is geen bibliotheek”. Het was uiteindelijk precies die oplossing die Cultuurwethouder Wilbert Willems moest presenteren.

Verzet
Net als in een vorige periode stuitte dit op fel verzet in de raad, die in meerderheid overigens nog steeds niet bereid was de benodigde extra tonnen aan de bibliotheekbegroting toe te voegen. Wel heeft de ‘buigen of barsten’- actie van Willems opgeleverd dat de raad nu eindelijk erkent dat de begrotingen voor de gemeentelijke culturele instellingen veel te krap bemeten zijn.

Onderzoek
En dus kreeg Willems van de raad eenmalig 150.000 euro om te onderzoeken of het filiaal IJpelaar opengehouden kon blijven door samen te werken met private partners.

Tegelijkertijd werd op voorstel van GroenLinks een vooralsnog eenmalig, bedrag van 75.000 euro aan de begroting van De Nieuwe Veste toegevoegd om ook deze sluitend te krijgen zonder te snijden in het aanbod van het centrum voor beeldende kunst en muziek.

Toekomst
De vraag is nu wat een volgende gemeenteraad bereid is uit te trekken voor het op peil houden van het aanbod van de gemeentelijke culturele instellingen. Om het huidige voorzieningenniveau te handhaven is een structureel bedrag van enkele tonnen nodig.

Medestanders
Lang stond GroenLinks vrijwel alleen als het geld voor cultuur weer eens voor de poorten van de hel vandaan moest worden gesleept. Alleen D’66 heeft zich altijd een trouw bondgenoot getoond. De VVD zegt, bij monde van woordvoerder Ernst, inmiddels ook schouder aan schouder met Groen- Links aan de spreekwoordelijke hellepoort te staan. Grote vraag is hoe CDA en PvdA zich de volgende periode gaan opstellen.

Terugdraaien
De vrees bestaat dat om de instellingen te faciliteren, deze partijen nieuwe investeringen van de afgelopen jaren, zoals in een succesvol filmfestival, willen terugdraaien. Dat is niet alleen financieel onverstandig, aangezien deze investeringen voor de helft door de provincie worden gedragen. Het zou ook in één klap teniet doen wat er de afgelopen jaren in Breda aan nieuwe initiatieven is opgebouwd.

GroenLinks heeft zich in de afgelopen jaren neergezet als een partij die een rijk geschakeerd cultureel klimaat, naast milieu, als speerpunt hoog in het vaandel heeft staan. Het moge duidelijk zijn dat het in stand houden en uitbreiden van het culturele aanbod in de stad ook in de komende periode hoog op de agenda blijft staan.

De Bavelse Berg: een grafrede
geschreven door Selçuk Akinci
Saturday 03 October 2009
Toegegeven, het is nooit het favoriete project van GroenLinks geweest. Toch waren er best momenten waarop de Bavelse Berg op de steun van GroenLinks mocht rekenen. Maar tijden veranderen: de Berg komt niet naar Mohammed en Mohammed deze keer ook niet naar de Berg. Een grafrede.

door Selçuk Akinci

Het was een mooi idee van de Grontmij, eigenaar van de vuilstort die inmiddels de Bavelse Berg is gaan heten. Dek de berg af, bouw er een evenemententerrein met een hal en vele leisurefuncties omheen en voila: er is een moderne invulling gegeven aan de eeuwigdurende zorgplicht.Want dat afval dat onder een deklaag grond ligt te smeulen, moet natuurlijk wel beheerd worden.

Budgettair neutraal
Het plan was ambitieus. Misschien ook wel iets te groot voor Breda. Maar wethouder André Adank was verkocht. En dus leurt hij sinds het begin van dit millennium samen met de Grontmij met het idee. Niet zonder succes overigens. Na een gevoelig verlies voor het CDA in 2006 wist Adank op behendige wijze de investeringen in de Bavelse Berg in het coalitie-accoord te houden. Met de 600 voornamelijk laaggeschoolde arbeidsplaatsen die de Berg zou opleveren wist hij ook de PvdA en, weliswaar schoorvoetend, GroenLinks te overtuigen. Dit wel onder één strikte, door GroenLinks geëiste voorwaarde: de Berg moest budgettair neutraal zijn. Ofwel: het mocht de gemeente niets kosten.

Bedrijventerrein
Daar zat ‘m de afgelopen jaren het venijn. Het programaccoord sprak weliswaar van ‘budgettair neutraal’, maar wel ‘door toevoeging van functies in de directe omgeving van het evenementencomplex’. Verder leest het accoord: ‘deze functies dienen een relatie te hebben met de activiteiten in het gebied de Bavelse Berg’. Die voorwaarde is door Adank flink opgerekt toen als een duvel uit een doosje ineens 10 hectare bedrijventerrein aan het plan werd toegevoegd waarvan de opbrengst ten goede moest komen aan de Bavelse Berg. Iets waar de raad, laat staan GroenLinks, nooit formeel mee accoord is gegaan. Een bedrijventerrein is immers nauwelijks functiegerelateerd te noemen.

Lijndonk-Tervoort
Na protesten van GroenLinks werd het bedrijventerrein in de plannen gehalveerd en de landingsplaats voor helicopters geschrapt. Daarnaast werd voorzien in een transferium en een voorstadhalte Breda Oost. Grontmij had intussen weer een nieuwe versie van haar plannen ontvouwen waar in de ontwikkeling van de Berg ineens klimaatneutraal werd genoemd. Ondertussen werd duidelijk dat de ontwikkeling van Lijndonk-Tervoort steeds onwaarschijnlijker werd, waardoor de noodzakelijke gemeentelijke investering in de infrastructuur volledig op rekening van de Berg kwam te staan.

Het was dan ook nauwelijks verrassend toen vervangend wethouder Els Aarts in het najaar van 2008 met een brief kwam waarin stond dat de Berg alsnog 5 miljoen euro extra zou gaan kosten. De GroenLinks-fractie had inmiddels al afscheid genomen van het project, maar de Grontmij ging nog wel door met het verder ontwikkelen van weer aangepaste en steeds klimaatneutralere plannen, maar kreeg de financiering telkenmale niet rond. Zelfs partner ING Realestate lukte het niet de eigen bank zover te krijgen te investeren in het project.

Crisis
Er was uiteindelijk een in volle hevigheid woedende wereldwijde financiële crisis en een flinke portie politieke moed voor nodig om Els Aarts definitief de stekker uit het project te laten trekken. Daar begon ze dit voorjaar mee, door van de Grontmij te eisen dat deze binnen ettelijke maanden de financiering rond kreeg. Gebeurt dat niet, zegt de gemeente de samenwerkingsovereenkomst op. En op dat laatste zal het uiteindelijk neerkomen.

Groen-blauw raamwerk
Dat is vervelend voor de vertraging die de realisatie van het groen-blauwe raamwerk zal opleveren, maar heeft verder vooral voordelen: Breda is verlost van een verkeerd gelocaliseerd bedrijventerrein bij de Berg, van extra vloeroppervlak aan detailhandel die de markt maar nauwelijks aankan en een torenhoge en onrendabele investeringen in een leisure-centrum waar de markt duidelijk niet op zit te wachten.

Blijft alleen het probleem van de evenementenhal die er niet is.Wellicht wordt het tijd om eens met exploitant Maver te bellen met de vraag of zij niet ergens een hal willen bouwen. Op het CSM-terrein bijvoorbeeld.

Breda moet kiezen voor vrijer drugsklimaat

Voer een pasjessysteem voor coffeeshops in, betoogt CDA-raadslid Erkal Uçerler op 24 september op de site Breda Vandaag. Daarmee houd je drugstoerisme tegen en voorkom je dat mensen meer dan de toegestane hoeveelheid inkopen en op straat doorverkopen. Hij heeft ongelijk.

Al jarenlang gaat het CDA ervan uit dat wanneer de toegang tot coffeeshops wordt ontzegt, de behoefte aan soft-drugs verdwijnt. Telkens komt de fractie daarom met repressieve ideeën, hetzij de sluiting van coffeeshops, hetzij nu weer de invoering van een pasjessysteem. Het blokkeren van de ingang leidt echter in geen enkel geval tot vermindering van soft-drugsgebruik. Nu is het de vraag welk doel het CDA voor ogen heeft. Voert de partij een ideologische oorlog tegen alles wat met drugs te maken heeft, of wil zij de overlast en ongewenste gevolgen van druggebruik zoveel mogelijk beperken? Laat ik uitgaan van het laatste. In dat geval moet Breda vier stappen zetten naar een vrijer drugsklimaat.

1. De Bredase coffeeshops zijn vrij toegankelijk voor iedereen boven de 18
Hoe gek het ook lijkt, er is weinig verband tussen het bestaan van coffeeshops enerzijds en het gebruik van drugs anderzijds. Ik heb zelf een jaar in Engeland gewoond, waar geen shops waren. Het was geen enkele belemmering voor mijn huisgenoot, een student filosofie, om elke dag weer aan voldoende ‘splifs’ te komen. Het enige verschil, hij kocht zijn spul via straathandelaren, die naast hasj en weed ook tal van andere, minder onschuldige drugs op voorraad hadden. De coffeeshops in Breda verkopen uitsluitend softdrugs. De verleiding om van soft-drugs over te stappen naar andere drugs is hier dus minimaal.

Wanneer mensen niet in een coffeeshop terecht kunnen, zoeken ze automatisch naar alternatieven. Dat is ofwel een andere gemeente, ofwel de straathandel. Die illegale handel brengt extra overlast met zich mee en is oncontroleerbaar. Daarnaast beperkt de illegale handel zich niet tot de verkoop van hash en weed. Met hetzelfde gemak kan de klant ook aan xtc, ghb, crack en cocaïne komen. Drugs die de illegale handelaar maar wat graag verkoopt, vanwege de hogere winstmarges en de in sommige gevallen grotere verslavingskans. Een uitermate onwenselijk stukje ‘klantenbinding’. Een pasjessysteem wat voorziet in verkoop aan alleen de eigen bevolking leidt tot een toename van de illegale handel en het ontstaan van drugspanden. Wie dat wenst is niet goed wijs.

2. Breda handhaaft minimaal negen coffeeshops
Hoe kleiner het aantal shops, hoe groter de klantenkring. Daardoor verdwijnt de rust uit de coffeeshops en vindt er een monopolisatie plaats van de ‘achterdeur’. Die criminele achterdeur is een gedrocht dat de Haagse politiek zelf geschapen heeft dankzij het tweeslachtige gedoogbeleid. Soft-drugs mag legaal verkocht worden aan klanten, maar de kweek en toelevering van de voorraad is nog steeds illegaal. Zolang de achterkant niet gelegaliseerd is, moeten machtsconcentraties in het criminele circuit, zoveel mogelijk worden voorkomen.

3. Breda gaat lankmoedig om met kwekers
Elk zakje weed dat verkocht is, is ergens gekweekt. In sommige gevallen gebeurt dat in woonhuizen. Criminele bendes verleiden mensen, vaak in financiële problemen, tot het kweken van weed op zolder. Vaak met ondeugdelijke installaties en illegaal afgetapte stroom. Vanwege de brandgevaarlijke situaties moet hier actief worden opgespoord en vervolgd. Grootslalige thuiskwekers moeten, ongeacht of het hier een koop- of een huurwoning betreft, vervolgd worden op gevaarzetting. Een ander verhaal is het wanneer met professionele organisaties gekweekt wordt op loodsen en schuren in het buitengebied. De installatie is dan relatief veilig. Door lankmoedig om te gaan met controles buiten de woonwijken, wordt de gevaarlijke thuisteelt, met alle overlast die erbij hoort, ontmoedigd.

4. Breda vangt haar drugtoeristen op aan de rand van de stad
Nu Roosendaal en Bergen op Zoom hun shops hebben gesloten, zijn er voor de bewoners in West-Brabant weinig alternatieven meer buiten Breda. Hetzelfde geldt voor de drugtoeristen in België en Frankrijk. Nu zijn er twee soorten drugtoeristen: degene die behalve een coffeeshop ook de stad bezoeken. Voor hen is een bezoek aan de coffeeshop slechts een onderdeel van hun programma. Deze toeristen zijn, net als elke andere toerist, meer dan welkom. De andere groep komt hier alleen maar om hasj of weed in te kopen. Deze toeristen rijden hier naar toe, doen hun inkopen, nemen een blowtje en rijden vervolgens onder invloed terug. Dat bezorgt overlast. En kan daarom het best worden bediend met een coffeeshop buiten het centrum, aan één van de toegangswegen van onze stad. De burgemeester heeft dat onderwerp inmiddels taboe verklaard. Kennelijk neemt hij de toestroom van drugtoeristen die niet meer in België en Frankrijk terecht kunnen op de koop toe.

Het is uiteindelijk Den Haag waar de keuze gemaakt moet worden om soft-drugs te legaliseren. Alleen dan kan er een echt consistent beleid gevoerd worden tegen vermenging van soft- en harddrugs, het tegengaan van overlast en het voorkomen van illegale thuisteelt. Elke andere richting die Den Haag aangeeft, maakt het voor de lokale overheid lastig om grip te houden op de drugscene. Tot het zover is, zal Breda zelf zijn eigen, vrijere drugsklimaat moeten scheppen om de overlast zo goed mogelijk te beteugelen. Een pasjessysteem hoort daar in ieder geval niet bij.

Weemoed – do 8 okt. 2009

Het was halverwege de ochtend toen ik de deur uitliep. De bleke stralen van de ochtendzon schenen over de beregende straatstenen. De lucht helblauw en amper bewolkt.

Ik weet niet of het de geur was van de nog verse regen. Of de schittering van het felle licht. Maar iets deed me denken aan vroeger. Of elders. Of hoogstwaarschijnlijk beide. Een onbestemde heimwee maakte zich van mij meester.

Het is herfst en niets wordt meer zoals het was.

vr 9 oct. 2009

Vandaag heeft de Hoge Raad zich uitgesproken over ontruimingsacties die plaats vinden op grond van het strafrecht. In een communiqué omschrijft de Hoge Raad haar uitspraak als volgt:

„De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een inbreuk op een fundamenteel recht als het huisrecht, ook dat van een kraker, moet berusten op een in de wet voldoende precies omschreven bevoegdheid. Volgens de Hoge Raad ontbreekt zo’n wettelijke bevoegdheid voor strafrechtelijke ontruiming van kraakpanden door de politie op last van het openbaar ministerie.”

In diverse gevallen in Breda heeft ontruiming plaats gevonden op basis van een oordeel van de officier van justitie en/of op basis van het strafrecht. Telkenmale heeft de fractie van GroenLinks vervolgens in vragen aan het college gezegd dat een uitspraak van de rechter diende te worden afgewacht alvorens tot een eventuele ontruiming overgegaan kon worden. Telkenmale heeft U daarop geantwoord dat dit niet nodig was en dat een ontruiming op basis van een uitspraak van de officier van justitie voldoende juridische grondslag gaf voor een ontruiming.

Dit blijkt nu ten ene male onwaar: de in Breda steeds vaker toegepaste praktijk wordt nu door de Hoge Raad keihard gelogenstraft. De Hoge Raad onderschrijft de visie van GroenLinks dat alleen dan ontruimd kan worden wanneer er een vordering ligt van de Burgerlijke (!) Rechter of op last van de burgemeester in verband met verstoring van de openbare orde. Dat wil zeggen dat ontruiming van een pand, ongeacht de duur van de aan de kraak voorafgaande leegstand alleen kan geschieden indien de eigenaar bij de burgerlijke rechter een vordering tot ontruiming tegen de krakers instelt en krijgt toegewezen. Het is vervolgens aan de deurwaarder om deze ten uitvoer te leggen, zo nodig met assistentie van de politie.

GroenLinks betreurt het ten zeerste dat nu door de Hoge Raad is bevestigd dat diverse ontruimingen die in de afgelopen jaren in Breda hebben plaatsgevonden, alsmede de grove huisvredebreuk die in december 2005 is gepleegd ten opzichte van de bewoners van de Heilig Hartkerk, elke juridische grondslag miste en dat niet alleen de officier van justitie Breda, maar ook de gemeente, zich schuldig heeft gemaakt aan het schenden van de wet.

Dientengevolge de onderstaande vragen aan Uw college.

1.    Bent U het met ons eens dat, gezien bovenstaande, de ontruiming van de Tuinzigtlaan dd. 4 februari 2009 niet had mogen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
2.    Bent U het met ons eens dat, gezien bovenstaande, de ontruiming van het pand Grote Markt 29 dd. 12 augustus 2009 niet had mogen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
3.    Bent U het met ons eens dat, gezien bovenstaande, de ontruiming van het Van Coothplein 10 dd. 26 mei 2009 niet had mogen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
4.    Bent U het met ons eens dat, gezien bovenstaande, de ontruiming van de flat aan de Ignatiusstraat dd. 9 januari 2009 niet had mogen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
5.    Bent U het met ons eens dat, gezien bovenstaande, de handhavingsactie in de Heilig Hartkerk dd. 21 december 2005 niet had mogen plaatsvinden? Zo nee, waarom niet?
6.    Bent U het eindelijk met ons eens dat in de toekomst een rechterlijk oordeel afgewacht dient te worden alvorens een pand door een deurwaarder, al dan niet met assistentie van de politie, tot ontruiming over kan gaan? Zo nee, wat is hier nog meer voor nodig?

Met juridische groet,

Selçuk Akinci
Fractievoorzitter GroenLinks Breda

De Homodocent – di 9 juni 2009

Bijbel
Bijbel

Een homoseksuele leraar mag, zo zegt de Raad van State, ontslagen worden op het moment dat het gedrag indruist tegen de religieuze of levensbeschouwelijke opvatting van de school. Daarmee is de deur opengezet voor het ontslaan van homoseksuele docenten die samenwonen met een partner van het gelijke geslacht.

De zaak kwam aan het rollen toen in Emst de ‘school met de Bijbel’ een met een man samenwonende leraar wegstuurde. Logisch dat progressief Nederland die gelegenheid te baat nam om weer eens over de bekrompen moraal van de Nederlandse christofundi’s heen te vallen. Maar ik wil het eigenlijk wel eens voor deze groep opnemen. Streng gereformeerden dreigen in onze maatschappij namelijk steeds verder gemarginaliseerd te worden.

Verplaats je maar eens in de positie van een strenge refo. De groep die ooit de bakermat vormde van de Nederlandse identiteit heeft inmiddels een liberale abortuswetgeving, gelegaliseerde abortus en het homohuwelijk door de strot geduwd gekregen. Sterker nog: gelovige ambtenaren van de burgerlijke stand mogen, ondanks hun diepgewortelde gewetensbezwaren, het sluiten van een huwelijk tussen homo’s niet eens meer weigeren. Dat onze liberale vrouwen een politieke functie mogen vervullen is tot daar aan toe, maar dat het progressieve deel van Nederland hun vrouwen nu ook al verplicht om te participeren in functies die niet behoren tot de door God gegeven taak aan de vrouw – het baren – gaat natuurlijk echt te ver. Wie worden hier nu eigenlijk gediscrimineerd?

Gereformeerd Nederland moet dringend weer geëmancipeerd worden. Het is de enige manier waarop deze groep mensen nog kan ontsnappen aan de goddeloze normenloosheid van de moderne maatschappij. Het is tijd voor een protestante restauratie. Geen vrijzinnigheid, maar rechtschapenheid.

Logisch dus, dat de Raad van State opkomt voor de rechten van deze onderdrukte minderheid. Meer rechten voor refo’s, en dan maar iets minder voor die vieze flikkers die de grondvesten van het bijzondere onderwijs onderuit proberen te halen. Dat homo’s zullen branden in de hel is voor de gereformeerden niet straf genoeg. Daarom wordt homo’s nu ook hun economische zelfstandigheid afgenomen en worden ze teruggeplaatst op de sport van de maatschappelijke ladder die hen rechtens toekomt. Terug aan de bedelstaf.

De Volkszanger – di 19 mei 2009

 

Jan Smit
Jan Smit

 

De kredietcrisis is natuurlijk heel erg. Maar net als je denkt dat het ergste dieptepunt achter de rug is, gebeurt er iets waardoor het vertrouwen van het Nederlandse volk in een goede afloop nog verder afneemt. Jan en Yolanthe zijn uit elkaar.

Juist in tijden van crisis zoeken mensen de warmte van vrienden en familie op. En dan helpt het als het nationale sprookjespaar het goede voorbeeld geeft. Maar niets daarvan. In plaats van hoop krijgt het Nederlandse volk een extra dis cynisme voorgeschoteld. Zelfs liefde is tijdelijk en uiteindelijk brokkelt het af. Ten minste, als je Jan en Yolanthe als voorbeeld moet nemen.

Het doet ernstig vrezen voor de Europese verkiezingen. Want als het vertrouwen van Nederland, Volendam voorop, nog verder daalt, is dat koren op de molen van de PVV. Mocht Geert Wilders onverhoopt de grootste partij in Volendam worden, dan weet ik wel hoe dat komt.

Ja, natuurlijk heb ik dit blog pas na de bekendmaking van de verkiezingsuitslag geschreven, waarbij de PVV bijna 40% van de stemmen in Ede-Volendam heeft binnengehaald. Maar heeft iemand een andere verklaring?

Vertrouwen – ma 11 mei 2009

 

Plenaire zaal Tweede Kamer
Plenaire zaal Tweede Kamer

 

Het Bredase politieke jaar kent twee rustmomenten, het zomer en het kerstreces. Daarbuiten is het druk, met nog eens twee piekmomenten. Het ene piekmoment is het jaarverslag, het andere de begroting. De komende weken staat de jaarrekening op de diverse agenda’s: de verantwoordingsweken.

Het is een beetje de lokale equivalent van de verantwoordingsdag in Den Haag. Met dat verschil dat ze het in Den Haag hun ‘gehaktdag’ een parlementair novum vinden dat tien jaar geleden is geïntroduceerd, terwijl wij lokalo’s de jaarrekening al sinds mensenheugenis op de agenda hebben staan.

De landelijke politiek zou nog wel meer dingen kunnen leren van de lokalo’s. En laat ik me voor het gemak even beperken tot Breda, aangezien dat het enige voorbeeld is dat ik uit eigen waarneming ken. De Bredase raadsleden, of ze nu van de oppositie of de coalitie zijn, weten nog waarom ze volksvertegenwoordiger zijn. Dat doen ze in het belang van de stad, van hun samenleving. Dat lijkt logisch, maar ik heb sterk de indruk dat de Haagse politici dat al lang vergeten zijn. In Den Haag slaat men elkaar meer en meer om de oren met het aanvragen van debatten en spoeddebatten. Men schreeuwt om het hardst en is voornamelijk bezig elkaar te aan te vallen, te schofferen of zwart te maken. In de Haagse politiek is alles wat de ander doet of zegt ofwel niet goed, ofwel deugt het niet.

Het zou goed zijn als onze Haagse politici zich eens zouden beseffen dat er maar weinigen zijn die zitten te wachten op politici die elkaar alleen maar in de haren vliegen. Daarmee ondermijnen de politici niet alleen het vertrouwen in de ander, maar ook in de politiek in zijn geheel. De kloof tussen burger en politiek is niet de fysieke afstand. Dat je niet elke week de straat op kunt om met de gewone man of vrouw op de straat te praten, dat kun je de burger wel uitleggen. Als je maar gewoon je werk doet: de stad of, in het geval van het parlement, de staat besturen. De kloof tussen burger en politiek is de laatste jaren meer en meer een vertrouwensbreuk geworden.

De Bredase raad kenmerkt zich door goede persoonlijke verhoudingen en een doorgaans fatsoenlijk, inhoudelijk debat. Dat is zeer waardevol voor de stad. Daar zou politiek Den haag een voorbeeld aan kunnen nemen.

Over de Rooie – za 1 mei 2009

De lokale afdeling van de SP had in het kader van de dag van de arbeid een demonstratie tegen de crisis georganiseerd. Of eigenlijk, een demonstratie tegen de verhoging van de AOW-leeftijd. Geheel onterecht bestempelen zowel het kabinet als de SP deze maatregel als crisisbestrijding.

Wat mij betreft is er niets mis mee om de pensioenleeftijd wat te verhogen.  Om maar even in mijn eigen omgeving te kijken: mijn moeder heeft nog helemaal geen zin om over vier jaar te stoppen met werken. En, hoewel het nog ver weg is, ik kan me ook niet voorstellen dat het straks op mijn 65e van de één op de andere dag afgelopen is.

Voor fysiek werk ligt dat weer anders. Een stratemaker houdt het echt niet tot het eind van zijn loopbaan vol om te werken. En ook een fabrieksarbeider heeft het op een gegeven moment wel gehad. Nu wil het toeval dat mensen in deze beroepsgroepen vaak op jongere leeftijd begonnen zijn met werken. Het GroenLinks-voorstel om de AOW-leeftijd te koppelen aan het aantal arbeidzame jaren, is wat dat betreft een stuk sympathieker.

Maar ja, dat krijg je natuurlijk weer niet op een spandoek. Dus heb je aan de ene kant het kabinet dat vindt dat iedereen maar langer door moet werken, en aan de andere kant een handjevol verlopen socialisten die met een gestolen slogan te keer gaan tegen elke modernisering van de Nederlandse arbeidsmarkt.

Ik ben maar thuis gebleven.