Het Bredase politieke jaar kent twee rustmomenten, het zomer en het kerstreces. Daarbuiten is het druk, met nog eens twee piekmomenten. Het ene piekmoment is het jaarverslag, het andere de begroting. De komende weken staat de jaarrekening op de diverse agenda’s: de verantwoordingsweken.
Het is een beetje de lokale equivalent van de verantwoordingsdag in Den Haag. Met dat verschil dat ze het in Den Haag hun ‘gehaktdag’ een parlementair novum vinden dat tien jaar geleden is geïntroduceerd, terwijl wij lokalo’s de jaarrekening al sinds mensenheugenis op de agenda hebben staan.
De landelijke politiek zou nog wel meer dingen kunnen leren van de lokalo’s. En laat ik me voor het gemak even beperken tot Breda, aangezien dat het enige voorbeeld is dat ik uit eigen waarneming ken. De Bredase raadsleden, of ze nu van de oppositie of de coalitie zijn, weten nog waarom ze volksvertegenwoordiger zijn. Dat doen ze in het belang van de stad, van hun samenleving. Dat lijkt logisch, maar ik heb sterk de indruk dat de Haagse politici dat al lang vergeten zijn. In Den Haag slaat men elkaar meer en meer om de oren met het aanvragen van debatten en spoeddebatten. Men schreeuwt om het hardst en is voornamelijk bezig elkaar te aan te vallen, te schofferen of zwart te maken. In de Haagse politiek is alles wat de ander doet of zegt ofwel niet goed, ofwel deugt het niet.
Het zou goed zijn als onze Haagse politici zich eens zouden beseffen dat er maar weinigen zijn die zitten te wachten op politici die elkaar alleen maar in de haren vliegen. Daarmee ondermijnen de politici niet alleen het vertrouwen in de ander, maar ook in de politiek in zijn geheel. De kloof tussen burger en politiek is niet de fysieke afstand. Dat je niet elke week de straat op kunt om met de gewone man of vrouw op de straat te praten, dat kun je de burger wel uitleggen. Als je maar gewoon je werk doet: de stad of, in het geval van het parlement, de staat besturen. De kloof tussen burger en politiek is de laatste jaren meer en meer een vertrouwensbreuk geworden.
De Bredase raad kenmerkt zich door goede persoonlijke verhoudingen en een doorgaans fatsoenlijk, inhoudelijk debat. Dat is zeer waardevol voor de stad. Daar zou politiek Den haag een voorbeeld aan kunnen nemen.
100% eens. Dit geldt volgens mij voor meer gemeenteraden, in ieder geval ook voor die in Den Haag. Breda heeft de mazzel dat het na maart 2010 nog steeds zo kan zijn.
[sÇ: ik hoop dat, voor onze stad, van harte. net zoals ik dat alle andere gemeenten gun. maar ook hier is vrees.]