Einde van een Zender

Stemschaal

De vaste grond begint onder de voeten van de wereld weg te zakken. Waren het vorige week nog Vandermeersch die besloot de helft van het NRC af te snijden en Nokia die het eigen open-source project verraadde en een deal sloot met Microsoft, nu is het de BBC die bekend heeft gemaakt haar uitzendingen via de 648 kHz te zullen staken. Het begint er op te lijken dat daarmee een nieuwe iconoclastische periode is begonnen.

Nu is de 463 meter band op zich niet zo heilig. In 1939 was die nog in handen van een radiozender in Lyon. Pas in maart 1950, als gevolg van nieuwe Europese afspraken die bekend staan als het Frequentieplan van Kopenhagen (een klein drama voor de radioconsumenten trouwens, die massaal de stemschaal van hun radio moesten vervangen en daar bruut vijf gulden voor moesten neertellen), kwam de 648, toen eigenlijk nog de 647 kHz, in handen van de Engelsen. Pas na 1978, toen BBC Radio 3 van de frequentie verdween, werd het de thuishaven van de World Service die sinds die tijd met 500 kilowatt geheel Europa bestrijkt.

Het tragische van de beslissing de energieverslindende zender in Orfordness te sluiten is vooral de teloorgang van het stuk geschiedenis dat aan de World Service voorafgaat. Het waren de Engelsen die begin vorige eeuw pionierden op de korte golf. Het Britse Rijk overspande de hele wereld, de Engelsen heersten over de golven. Ook de radiogolven.

Toen de Tweede Wereldoorlog in1939 uitbrak, had de BBC in Engeland een uitgekiend netwerk van nationale en regionale zenders. Gevaarlijk, zo beoordeelde men. In een tijd dan GPS nog niet bestond, gaven juist die regionale zenders onbedoeld informatie die gebruikt kon worden voor plaatsbepaling. Om dat te voorkomen werden direct alle Engelse zenders gelijkgeschakeld. Onder de naam Home Service kreeg elke BBC-zender een uniforme, nationale programmering.

Tijdens de beginjaren van die oorlog introduceerde de BBC ook een European Service. In het door Duitsland bezette Europa was vrijwel geen onafhankelijke (lees: geallieerde) informatie meer te krijgen. En dus werden alle zenders op het continent gericht. Oorlogen werden niet meer gewonnen in loopgraven, maar in de lucht en in de ether. Het moeten ongetwijfeld de meest heroïsche dagen van het radiovak geweest zijn.

Het belang van de externe services van de BBC werd in de jaren na de oorlog alleen nog maar groter. De European Service werd in 1965 samen met de inmiddels tot Overseas Service omgedoopte Empire Service hernoemd tot de World Service. De zenders bleven op Europa gericht en gaven onafhankelijke informatie aan inwoners van Warschau-pact landen en de Sovjet-Unie. In de voormalige koloniën verschoof de focus meer naar informatie en educatie. Met langlopende en nog altijd uitgezonden programma’s als Outlook verbond de BBC bewoners van allerlei plekken op de wereld met elkaar. Of met de legendarische Alistair Cooke die vijftig jaar lang wekelijks zijn Letters from America voorlas voor de microfoons van de Beeb.

Over een maand, op 27 maart, gaat de zender uit de lucht. Omdat de energierekening te hoog is. En omdat Europa niet meer luistert. Althans, niet naar de 648. Europa heeft internet en satellieten en luistert digitaal. Daar heeft de reiziger op zee of in de trein weliswaar geen donder aan, maar om daarvoor een tonnen kostende middengolfzender te laten draaien is kennelijk anno 2011 niet meer zo interessant.

Zeventig jaar na de start van de European Service, nota bene nu de halve Arabische wereld in brand staat, houdt de BBC op met haar uitzendingen aan Europa. Zal het geluid van de Big Ben nooit meer over de radiogolven van de 648 naar het continent gedragen worden. Het is het einde van de radio.

Alhoewel, ergens in Droitwich staat een dapper klein zendertje op de 1500 meter het geluid van BBC radio 4 met 400 kilowatt Europa in te blazen. Een zender die de BBC al lang had willen ontmantelen, ware het niet dat een groep verknochte langegolfluisteraars daar al jaren succesvol campagne tegen voert. En omdat de frequentie, hoe bijzonder is dat, gebruikt wordt voor het uitzenden van tijdsignalen voor energiemeters van het Economy 7 systeem.

Homo Confusus – ma 4 sept. 2006

hele oude radio

Help. Ik ben ontheemd. De regelmaat is zoek. Als in een droom zijn vertrouwde zaken weggevallen, zijn dingen verplaatst en verdwenen. Paden en wegen zijn ineens van richting veranderd, de plattegrond van het dagelijks leven heeft een onbegrijpelijke metamorfose ondergaan. Ik ben verdwaald.

De publieke omroep heeft zijn radioprogrammering veranderd. Ineens zit Felix Meurders met een oninteressant consumentenprogramma in wat vorige week nog het diepgravende onderzoeksuur van Radio 1 was. En de ietwat nerveuze Sjors Freulich zit ineens op de plek waar vroeger nog het Radio 1 Journaal te horen was. 4fm zit ineens op een andere frequentie, niet te ontvangen via de autoradio of transistorradio en de concertzender is verdwenen. En waar zijn in godsnaam De Avonden gebleven. Gereduceerd tot een bundel herhalingen uit ver vervlogen jaren in de nachtelijke uren van Radio 747, dat nu ineens weer wèl Radio 5 heet.

Het is net als met die prachtige radiomeubels uit de jaren vijftig, waar op de afstemschaap al de namen van de verschillende zenders met sierlijke letters waren afgedrukt. Hilversum stond tussen Athene en Burghead. Rome was het centrum, de tot de verbeelding sprekende zender Beromunster viel bijna van de afstemschaal af. Wie nu op de afstemschaal zoekt naar Munchen, Berlijn of Parijs, vindt nog slechts de commerciële ruis van nietszeggende muziekzenders. Met moeite is soms nog een flard Frans, Duits of Engels te horen. Moskou is weggedrukt, Leopoldville bestaat niet meer.

De radioluisteraar is conservatief in zijn luistergedrag. Kom aan zijn programmering en je komt aan zijn dagindeling. De veranderingen die de NOS heeft laten plaatsvinden in het spoorboekje van de radio, zijn niets minder dan een radiofonische veldslag. De dag van de Apocalyps is nakende.

Ontkoppeling – wo 9 mrt. 2005

Vandaag was ik gestrand bij kilometerbord 50,8 nabij Lexmond met een auto die niet meer vooruit kwam. Op het ene moment schreed ik nog met 130 kilometer per uur richting Hilversum, op het volgende moment was mijn snelheid gereduceerd tot nul. Het bleek uiteindelijk een geval van volstrekt versleten koppelingsplaten te zijn.

Naast mij, op de passagierstoel, lag de uitzendband van een concert van Michael Franti, die die avond uitgezonden moest worden en daarom die middag al in Hilversum moest zijn. Dat ik die niet meer zelf zou kunnen afleveren, werd mij al snel duidelijk.

Hoe alles weer goed kwam? De uitzendband van Michael Franti en bijbehorende promo voor Viertakt werd per courier om 15.10 uur opgehaald bij kilometerbord 50,8 en 40 minuten later bezorgd bij de receptie. Net op tijd voor de promo; ruim op tijd voor de uitzending. En goede vriend Joris kwam iets later met zijn Golf om mij terug naar Breda te slepen. Beiden zijn wij geen lid van de ANWB omdat vrienden goedkoper en leuker zijn.

Alhoewel mijn garage, die toch al redelijk wat van mij gewend is, ook nog nooit had meegemaakt dat koppelingsplaten binnen zo een kort tijdsbestek helemaal niet meer functioneren, wisten ze het euvel snel, doch niet goedkoop. Mijn Fordje doet het weer en rijdt soepeler dan ooit. Nu is het wachten op het volgende pechgeval. Van Joris dit keer. Want het is nu weer mijn beurt om te slepen.

Verhalenvertellers – ma 21 febr. 2005

Maandagochtend stond de opname van een Spotlight op de planning met als gast Cherry Duyns, een begenadigd maker van televisiedocumentaires en daarnaast een verhalenverteller pur sang. Tijdens het luisteren naar zijn stem bedacht ik me wat voor geweldige radioprogramma’s hij had kunnen maken als hij niet voor het visuele medium televisie had gekozen. Anderzijds hadden we dan een hoop mooie televisie moeten missen.

Ze zijn er niet zo veel meer, verhalenvertellers. Mensen die van nature de juiste melodie, intonatie en emotie in een verhaal kunnen leggen. Zoals predikanten dat vroeger konden, maar inmiddels ook zijn verleerd. Mensen hebben geen geduld meer voor het vertellen van een mooi verhaal. In die zin had Socrates gelijk. Hij vond de uitvinding van het schrift de gevaarlijkste uit zijn tijd. Hoe kon je woorden vertouwen als ze niet uit iemands mond kwamen. Leerling Plaot had er minder moeite met het schrift, maar schreef al zijn teksten als dialogen, in feite dus nog steeds een mondeling gesprek. Nu, bijna twee-en-een-half duizend jaar verder, kunnen we geen fatsoenlijk verhaal meer vertellen, geen coherent betoog meer voeren, of geen vlammende redevoering meer houden zonder een uitgeschreven verhaal op papier en een powerpointpresentatie op de achtergrond. Wij vertellen geen verhalen meer, wij lepelen voorgekookte lappen tekst op. Doorgaans ook nog eens gespeend van elke melodie, intonatie en emotie. En meestentijds ook met de meest walgelijke en onnavolgbare grammaticale constructies die alleen maar achter een pc bedacht kunnen zijn.

Ik weet er alles van, ik hoor ze namelijk dagelijks. Ik zit in de politiek en die zit vol met mensen bij wie de liefde voor de taal en het debat al lang geleden heeft plaatsgemaakt voor machtsdenken en egotripperij. Ik mis de vlammende betogen. Red ze, voordat ze, net als de Korhoender, vrijwel helemaal zijn uitgestorven.

Marathon – zo 9 mei 2004


v.l.n.r. Fons Potters, Bart-Jan Cune, Jan Kriek en Maarten Kortlever

Oké, het is wellicht niet de best geposeerde foto ooit, maar hij is dan ook genomen om half tien, een half uur na het einde van de Omroep Brabant Junior-club radiomarathon, die om 18.00 uur de vorige avond was begonnen. Als vaste, wekelijkse columnist van het radio-programma Een Robbertje Bartol, mocht ik ook een bijdrage aan de uitzending leveren, ’s nachts om kwart over twee.

Zelf ben ik anderhalf jaar geleden weggegaan bij Omroep Brabant om in de Gemeenteraad van Breda te kunnen gaan zitten. Hoewel de politiek soms best leuk is, merkte ik tijdens de Marathon, die ik goeddeels in de studio in Eindhoven heb mogen meemaken, dat ik het maken van radio ook best wel mis. Want de jonge honden van Omroep Brabant hebben vijftien uur lang leuke, gedreven en interessante radio gemaakt. Stel je voor: zaterdagavond en nacht, twee zendwagens crossend door de provincie, live verbindingen, telefonische interviews, maffe studiogasten en nachtelijke humor. Wat wil je nog meer?

Ik ben het radio-maken nog niet verleerd. Aangezien niemand tijd had om een tien-minuten durende compilatie van de uitzending te maken die tien minuten voor het einde van het laatste uur de zender op moest, ben ik maar gaan monteren. Een flinke klus: vijftien uur radio terugluisteren en in een strakke montage terugbrengen tot tien minuten. Het is, met wat laatste noodhulp van Bart-Jan Cune, gelukt. Twee seconden voordat de montage gestart moest worden, was deze af. Nog nooit heb ik zo strak op een deadline gezeten.