Het Kunduz-congres

Met een motie van afkeuring tegen de fractie en een motie tegen de trainingsmissie in Afghanistan leek het congres een clash te worden tegen voor- en tegenstanders van de steun die de Tweede Kamerfractie had uitgesproken voor een missie om in Afghanistan politiemensen op te leiden.

Die clash bleek uiteindelijk mee te vallen. Bij de uiteindelijke stemming werd de motie van afkeuring door driekwart (75,2 procent) van de aanwezigen verworpen. Ook was ruim tweederde van het congres (69,8 procent) niet tegen de voorgenomen opleidingsmissie in Kunduz. Wel, en dat is ook van belang, vond iets meer dan de helft ( 52,6 procent) dat er in aanloop naar het besluit beter gecommuniceerd had moeten worden met de leden over de afwegingen van de fractie.

Nog belangrijker is echter dat de sfeer tussen voor- en tegenstanders over het algemeen respectvol was. Slechts één maal vloog één van de tegenstanders uit de bocht door te beweren dat de Tweede Kamerfractie lak had aan de mening van de leden. Iets dat door het congres direct werd beantwoord met een subtiel boe-geroep. In de foyer van de congreslocatie was dan ook geen enkele sprake van kilheid of conflict.

Desondanks is een missie, zelfs een opbouwmissie als deze, een teer onderwerp bij GroenLinks. Dat blijkt aan het aantal opzeggingen, zo’n 750. Dat is pijnlijk. Voor een aantal principiële pacifisten blijkt ook een opleidingsmissie als deze onverteerbaar. Tegelijk heeft de partij, dankzij de gewetensvolle en zuivere, niet opportunistische houding van de Tweede Kamerfractie, er 650 nieuwe leden bij gekregen. En ook dat is een signaal. De nieuwe politiek van Jolande Sap, die zich niet heeft laten leiden door electorale motieven, wordt gewaardeerd. Een opstelling waarbij ingenomen standpunten niet worden bepaald door of je nu oppositie of coalitie bent, maar een opstelling die zich laat leiden door inhoudelijke argumenten. Bipartisanship, noemen ze dat in de Verenigde Staten van Amerika. Depolarisatie, is de Nederlandse tegenhanger van deze constructieve politiek.

Zelf heb ik nog een bijdrage geleverd aan de steun voor de Tweede kamerfractie. Hij is te zien in de videocompilatie (op 5’05”). De volledige tekst staat hieronder.

Vrienden,
Eerst was er ons verkiezingsprogramma, waarin staat: ‘Wij laten Afghanistan niet in de steek’.
Vervolgens kwam de motie van Mariko Peters en Alexander Pechthold. Met als strekking: ‘wij laten Afghanistan niet in de steek
.
En daarna kwam het kabinet met een voorstel voor een politiemissie. En dat was niet onze missie.
En toen heeft Jolande gedaan wat politici doen, wat idealistische politici doen.
Eisen stellen, garanties vragen, onderhandelen.
Onderhandelen totdat het een missie werd die wel bij ons past. Want wij laten Afghanistan niet in de steek.
Ik weet dat het een moeilijke afweging geweest moet zijn. Voor iedereen, zeker ook voor de tweede kamerfractie. Maar het is een zuivere afweging geweest. Integer, gewetensvol. Met het hoofd opgeheven. En de rug recht.
Jolande, Respect!

Afghanistan

Leiders Afghaanse politie

Ik hoef niet zo heel veel te zeggen over Afghanistan. Alles wat er over de voorgestelde missie in Kunduz en de stellingname van GroenLinks is te zeggen, heet de afgelopen dagen op enigerlei wijze de revue al wel gepasseerd. Soms zinvolle analyses van voor- en tegenstanders, soms een diarree van halve verwensingen.

Mijn reden om lid te worden van GroenLinks was destijds primair ingegeven vanuit een enorme bezorgdheid om het milieu en het weigeren te accepteren dat de welvaart en de macht in de wereld fundamenteel onrechtvaardig is verdeeld. De wereld is een global village en wat er in Cairo, New York of Kandahar gebeurt is, zeker voor de westerse mens, net zo dichtbij als de gebeurtenissen twee dorpen verderop. Nederland heeft een internationale verantwoordelijkheid, voor vrede, voor veiligheid, voor vrijheid. Ook in Afghanistan.

Voor de helderheid: ik was één van de eerste, die op zaterdag 20 oktober 2001, met slechts een kleine duizend anderen, demonstreerde tegen de nieuwe oorlog in Afghanistan. Het was de verkeerde oorlog, met de verkeerde middelen, om de verkeerde reden. Het doel was niet om decennialang voortdurende onderdrukking te beëindigen, doel was het oppakken van een misdadige organisatie in een ongeorganiseerd land. Voor de duidelijkheid: Bin Laden loopt nog steeds ergens rond.

Gelukkig heeft die nieuwe oorlog er wel toe geleid dat de Taliban als regering is verdreven. En dat de situatie voor miljoenen Afghaanse vrouwen en meisjes mondjesmaat verbeterd is. Tegelijk is het volkomen helder dat de situatie in Afghanistan nog lang niet zo stabiel is dat het land zonder internationale bemoeienis verder kan, dan zou het land immers binnen de kortste keren afglijden naar een nieuwe dictatuur van radicaal islamitische oppressie of, wellicht nog erger, een permanente oorlogssituatie. Niet de omgeving die je 33 miljoen Afghanen toewenst. Niets doen is geen optie.

De internationale gemeenschap heeft een verantwoordelijkheid, en Nederland dus ook. Bijvoorbeeld met de opleiding van politiepersoneel. Dat, want zo is de situatie, af en toe inderdaad in bijna para-militaire acties verzeild zal raken. Kunduz is nu eenmaal geen Delfzijl. En de Tweede Kamerfractie heeft een juiste keuze gemaakt. Een juiste keuze door, in tegenstelling tot PvdA en de SP, niet categorisch elke politiemissie op voorhand af te wijzen. Een juiste keuze door duidelijk te maken aan welke voorwaarden een missie moet voldoen, wil deze de steun van GroenLinks krijgen. En een juiste keuze door open te staan voor toezeggingen van het kabinet en een eigenstandige afweging te maken. Een afweging die niet werd beïnvloed door eendimensionale dogma’s, publieke druk of electorale belangen. Daar is de dagelijkse situatie van miljoenen Afghanen te belangrijk voor.

Ik benijd de Tweede Kamerleden van GroenLinks niet, die de afgelopen dagen en weken moeilijke afwegingen hebben moeten maken en door sommigen uit de achterban tamelijk aanmatigend of zelfs onheus werden bejegend. Aan mijn collega partijleden heb ik slechts één overweging. Ons verkiezingsprogramma leest:

„Nederland laat Afghanistan niet in de steek. De opbouw van een democratische, veilige rechtsstaat heeft er prioriteit. Dat vereist grotere inspanningen voor corruptiebestrijding, versterking van bestuur, rechtspraak, civiele organisaties en de positie van vrouwen, alsmede onderhandelingen met gematigde Taliban. Nederland draagt meer politietrainers bij aan de EU-opleidingsmissie. Ons land steunt geen offensieve militaire operaties.” Aan een ieder die overweegt op het congres, komende zaterdag, een motie van afkeuring of wantrouwen in te dienen of te steunen: wat is nu precies het grote verschil tussen programmapunt 27 uit het verkiezingsprogramma van GroenLinks en de missie die nu op stapel staat en is dat verschil zo groot dat dit de kloof rechtvaardigt tussen een vorig jaar vrijwel unaniem aangenomen verkiezingsprogramma en een nu dreigende motie van afkeuring?