De trein naar Den Haag kwam tien minuten te laat. Daar baalde ik om twee redenen van. Ten eerste had ik nog best terug naar huis kunnen lopen om de bestuursstukken die ik vergeten was in mijn tas te stoppen, op te halen. Ten tweede liep de vertraging tijdens de reis op tot zo’n twintig minuten, waardoor ik mijn eerste afspraak in Den Haag wellicht zou gaan missen.
Het was kiele kiele, maar om twee minuten voor elf liep ik de ambassade van Kenya binnen. Ik kon daar tot uiterlijk elf uur mijn paspoort inleveren om een visum te krijgen. Aangezien ik die middag toch al in Den Haag moest zijn, leek het me handig dit te combineren. Om 15.00 uur kon ik mijn paspoort weer ophalen. Jammer dat die andere afspraak ook om 15.00 uur was. Dus maar even gebeld dat ik wat later zou zijn voor het Strategisch Beraad van onze partij.
Tot een uur of twee bracht ik mijn tijd door in Café Leopold aan het Plein in Den Haag. Onder het genot van zo’n zes bakken goede koffie nam ik de begroting van de gemeente Breda door en bereidde ik mijn vergadering met het strategisch beraad voor. Na het ophalen van mijn visum arriveerde ik rond tien over drie, slechts tien minuten te laat, in de Tweede Kamer. Na de kennelijk broodnodigde controle (terrorismedreiging) mocht ik naar binnen.
Het was voor mij de eerste vergadering van het Strategisch beraad. Deze club, met daarin de partijvoorzitter, de fractievoorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en de eurofractie, de voorlichters, de leden van het permanent campagneteam en enkele lokalo’s (waar ik er dus één van ben), komt maandelijks bijeen om met elkaar te overleggen over de thema’s die we over het voetlicht willen brengen en de manier waarop we onze standpunten naar buiten gaan brengen. Het viel me op hoe ontspannen de vergadering liep. Misschien maar meteen een vooroordeel uit de wereld helpen: wie denkt dat Femke Halsema nooit kan lachen, heeft het mis. Zij bleek tijdens deze vergadering een onvervalste grappenmaakster.
Na het Strategisch Beraad met de trein naar Utrecht voor de vergadering van het partijbestuur. Daaropvolgend nog met enkele mensen naar de kroeg, waar ik met de directeur van ons Wetenschappelijk Bureau nog een heel gesprek heb gehad over oude linkse dogma’s die soms moderne antwoorden op sociaal terrein in de weg staan. Een probleem wat we soms in onze eigen partij nog schrikbarend vaak tegenkomen.
De laatste trein naar huis heb ik gemist. Gelukkig woont alto-Joris in Utrecht en kon ik bij hem blijven pitten. En aangezien ik hem al een tijdje niet gesproken had, konden we meteen even bijkletsen.