Vrijdag, vier dagen voor de verkiezingen. De wekker ging om zes uur en ik voelde me beroerd. Verhoging, pijn in de keel en geen stem. Ik kon het niet geloven. Het zou toch niet zo zijn dat ik net voor de verkiezingen getroffen was door het griepvirus?
Ik had eigenlijk toegezegd die ochtend op het station te folderen. Om k wart voor zeven belde ik mijn mede-folderaars op om mezelf af te melden. Ik had die middag nog twee debatten en wilde mijn fragiele lichamelijke toestand van dat moment niet te veel in gevaar brengen.
Toen ik mezelf later die dag op mijn fiets hees om naar MeZZ te fietsen, voelde ik alles behalve optimaal, maar goddank wel al iets beter. In MeZZ zou het finale lijsttrekkersdebat plaatsvinden. Het was wellicht juist doordat ik me niet helemaal lekker voelde, dat ik in het debat opmerkelijk geconcentreerd was. En als ik de reacties van vriend en vijand mocht geloven, was ik die middag qua debat inderdaad erg in mijn element.
Misschien hielp dat condoom ook wel. Aangezien het GroenLinks-condoom inmiddels standaard tot het campagnemateriaal behoort, heb ik deze joker tijdens het lijsttrekkersbebat maar ingezet. Tot ongenoegen van CDA-wethouder Janus Oomen. BN/DeStem tekende het als volgt op:
Veiligheid voor een allesvreter
Van onze verslaggevers
Zaterdag 4 maart 2006 – BREDA – GroenLinks lijsttrekker Selçuk Akinci had gisteren een bijzonder cadeau voor wethouder Janus Oomen. Een condoom. “Voor een veilig financieel beleid.”
De lijsttrekker van GroenLinks kwam aan het begin van het debat met zijn gebaar. Wethouder en CDA-lijsttrekker Oomen nam het enigszins verrast in ontvangst. “Al heb ik hem niet nodig. Wij hebben 20 miljoen aan het onderhoud van de buitenruimte, 36 miljoen aan onderwijshuisvesting en 4 miljoen aan cultuur uitgegeven. Dat is beleid dicht bij de mensen.”
Een klein uur later bleek de extra bescherming toch geen slecht idee. Want gevraagd naar zijn voorkeur voor een eventuele volgend gemeentebestuur antwoordde de CDA’er. “Ik ben een allesvreter, doe het met iedereen.” Waarop Marja Heerkens toch een moederlijk advies had. “Janus, gebruik dan toch dat condoom maar.”
Overigens volgde diezelfde avond nog een debat over luchtkwaliteit tussen mij en VVD-Tweede Kamerlid Paul de Krom. Het was een politieke avond van de VVD, dus niet bepaald een thuiswedstrijd. Naderhand waardering voor mijn optreden van de aanwezige VVD-leden, maar vooral ook voor het lef dat ik had door met een kamerlid in debat te gaan. Mijn antwoord was simpel: zelfs al zou ik gigantisch op mijn bek gegaan zijn, in een zaal met alleen VVD-ers zal me dat geen enkele stem kosten. Zo bekeken was het voor Paul de Krom een veel gevaarlijkere avond.