Zaterdag, drie dagen voor de verkiezingen. De wekker ging en ik was nu helemaal mijn stem kwijt. Mijzelf kennende kon het nog een paar uur duren voor ik weer enigszins normaal kon praten. Eén probleem: ’s ochtends moest ik voor de lokale zender TV&Co in debat met wethouder financiën Janus Oomen.
Dankzij enkele koppen warme thee met veel suiker kon ik mijn stembanden nog enigszins herstellen. En ondanks een schorre stem en af en toe een kuchje kwam ik zonder kleerscheuren uit het debat. Dat in tegenstelling tot Janus Oomen, zo hebben objectieve buitenstaanders mij later laten weten. Hij kwam inhoudelijk niet verder dan al weken geleden ingestudeerde one-liners.
De rest van de middag bracht ik folderend door in onze stand op de verkiezingsmarkt. De animo voor de gemeenteraadsverkiezingen leek niet erg hoog en ook de vele dagjesmensen hadden weinig interesse in het materiaal. Regelmatige windvlagen probeerden het foldermateriaal uit de stand te blazen. Wij probeerden de boel met alle macht bij elkaar te houden. Even voelde ik me net als Job Cohen.
’s Avonds vierde de band Waggledance een reünie. Vroeger verzorgde ik voor deze band nog wel eens het geluid. Vorig jaar zijn ze uit elkaar gegaan. Na een eenmalige repetitie -for old times sake- kwamen ze een biertje drinken bij hun geluidsman.