Het was een inhaaldag. Waarop het toilet werd schoongemaakt, waarop ik eindelijk die vervelende kalkplekken in de douchebak heb verwijderd en waarop intensief werd gestofzuigd. En, feest der feesten, waarop ik heb besloten dat de combi-ketel weer op stand ‘0’ gezet kon worden. Verhip, nu ik dat zo opschrijf, heb ik eigenlijk mijn mini-voorjaarsschoonmaak gehad.
Ik heb dat nooit helemaal begrepen: de obsessie van mensen met de voorjaarsschoonmaak. Je huis schoonhouden is toch een wekelijks terugkerende taak, zou je denken. Of, in mijn geval, bij ernstige drukte, minimaal om de veertien dagen. ‘Voor een homo ruim je slecht op’, vertelde iemand me laatst. Ik haalde mijn schouders op. Als linkse rakker vertoon ik nou eenmaal niet zeer rolpatroonbevestigend gedrag.