Het was eerste Paasdag. De dag dat Jezus is herrezen uit zijn graf. Althans, dat beweert men. En als goede burger ga je dan naar de kerk. Want ook al ben je het hele jaar afvallig, met Pasen hoor je de saamhorigheid met je gemeenschap vorm te geven door naar de kerk te gaan. Zo ook ik.
Nee, ik ben niet plotseling bekeerd. Maar de Heilig Hartkerk (zie logs wo 21 dec 2005, do 22 dec. 2005-1, do 22 dec. 2005-2, vr 23 dec. 2005, za 24 dec. 2005 en do 5 jan. 2006) had een open dag en aangezien ik er de laatste weken niet meer was geweest, leek me dit een goede reden om mijn neus weer eens in de Bredase scene van kunstenaars, krakers en levensgenieters te laten zien.
Het is nog steeds akelig leeg in de kerk sinds de ontruiming van december. Maar langzaam begint er weer iets te bloeien. Dat kwam zeker ook dankzij de expositie van kunstwerken, die voor de gelegenheid was opgesteld. Sommige kunstwerken stonden er maar voor de helft, met een briefje erbij dat de andere helft tijdens de ontruiming in de kraakwagens van de gemeente Breda was verdwenen. Het had iets indrukwekkends, zij het met wrange ondertoon.
Toch wel mooi dat door deze kleine kunstexpositie de bewoners van de kerk hebben laten zien dat, net als de vermeende wederopstanding van Jezus, ook de bewoners van de Heilig hartkerk genoeg veerkracht hebben om te herrijzen na eerst op ruwe wijze ontruimd te zijn. Het enige verschil is dat de krakers er iets meer tijd voor nodig hadden dan de drie dagen die de messias er voor nodig had.