Gisteren werd de begroting in een marathonsessie in een gezamenlijke commissievergadering bespoken. Vijf commissievergaderingen, zeven uur vergaderen en broodjes tussendoor. Zelf mocht ik drie van de vijf commissies voor mijn rekening nemen.
Voor het eerst was dit jaar voor een nieuwe wijze van begrotingsbehandeling gekozen. Waar voor de begroting vroeger vaak twee dagen werden uitgetrokken, is de behandeling nu in één keer, in een supervergadering op donderdag. Vandaag mochten de verschillende commissies hun visie geven op de deelbegrotingen.
De vraag is of deze sessie nu enige meerwaarde had. Elke commissie had een uur tijd, elke fractie telkens vijf minuten spreektijd en voor debat was geen ruimte. Interrupties waren verboden, ook al hield niet iedereen zich daaraan. Het was dan ook vooral de bedoeling dat er vragen gesteld werden aan het college. Vuurwerk bleef uit.