Mickey sms’te. „Er is hier in de soho iemand die op je lijkt. Dussssss: we moeten weer eens uit. X” Het was het eind van twee kerstdagen vol familie-etentjes en een enkel oma-bezoek. Een avondje Regulierdwarsstraat leek me een aardige afwisseling.
Dus pakte ik donderdag de trein naar Amsterdam, waar rond een uur of zes Mickey al op me te wachten stond. Samen liepen we naar de Arc, een classy joint op de Regulierdwars in de hoofdstad. Met leren bankstellen, Grolsch, bitterballen die best binnen te houden zijn en schone toiletten waarvoorde schoonmaker wel telkens 50 eurocent wil hebben. Een onhebbelijke gewoonte waar ik maar niet aan kan wennen. Ondertussen hadden we een goed gesprek en heb ik Mickey intens beledigd omdat ik een foto van zijn torso becommentarieerde volgens de standaarden die normaal zijn voorbehouden aan fotomodellen. Had ‘ie ook maar moeten zeggen dat hij het was.
Door naar de SoHo, waar Mickey’s vrienden zaten. Rond tien voor elf kwam het moment van afscheid, ten minste, als ik mijn laatste trein naar Breda wilde halen. Ik besloot dat het te gezellig was voor laatste treinen. Er is immers ook nog zoiets als een eerste trein.
Door naar ed Exit die, getuige de naam, als langste openblijft. Alwaar ik een Kamerlid tegenkwam die, getuige zijn reactie, op zijn minst verbaasd was daar een kamermedewerker tegen te komen. „Ik ben hier met een vriendin hoor die hier gewoon graag komt.” „Tuurlijk”, reageerde ik.
Waarna één of andere gast een weinig subtiele poging deed mij te versieren. Enrice heette hij, volgens mij, alhoewel het ook Emmanuel of Fernando geweest kan zijn. Het zoende lekker, al ben ik niet op zijn aanbod voor een slaapplaats ingegaan. De eerste trein stond immers op me te wachten. Waarin ik uitermate heerlijk heb geslapen en precies bij aankomst in Breda wakker werd. Leve onze hoofdstad!
en het gesprek over kippen en mensen?
[sÇ: ik heb het niet zo op kippetjes.]