Een bezoek aan het Europees Parlement wordt meestal gevolgd door een bezoek aan het Brusselse nachtleven. Aan mij de beurt om de pot te beheren. De volgende dag was ik gewond aan mijn hoofd.
Toen ons trendy jazzcafé om één uur de deuren sloot, vervolgden wij ons bachanaal in een tent waarvan ik de naam inmiddels ben vergeten. En toen ook daar de tap werd gesloten, bleef er weinig anders over dan terug te keren naar het hotel. Alida, naast mij de enige overgebleven die-hard, had bezworen de weg naar het hotel te kunnen vinden. Dat bleek te kloppen, alhoewel we wel een aantal keren verkeerd liepen alvorens die belofte daadwerkelijk gestalte kreeg.
Dus zo gebeurde het dat we om half vier uur toevallig nog een kroegje tegenkwamen dat open was. Onder het motto ‘vooruit, nog eentje dan’, liepen we naar binnen. Het bleek een soort van Albanezenbar, waar veel van de bezoekers, tot mijn verbazing, Turks bleken te spreken. Ik sprak op mijn beste Turks een woordje mee, dat mij, dat ons beide kwam te staan op een rondje van de eigenaar. „Deux bierre pour mon nouveaux amies”, schalde hij door de zaak, en daarna nog eens. „Deux bierre et une bolleke pour le patron”, retourneerde ik later zijn gastvrijheid.
Maar dit alles was niet de oorzaak van het pijnlijke hoofd. Het was het bad van het hotel dat, ondanks de anti-slipnoppen, te weinig weerstand bood tegen de verraderlijke gladheid van het water. Op brute wijze werd mijn val gebroken toen ik met mijn onderkin de rand van het bad raakte. Niets zo gevaarlijk als Europese politiek.
Europese politiek en te veel pintjes.
Het bad was hopelijk niet te erg beschadigd? :-p
[sÇ: het bad heeft er gelukkig géén lidteken bij gekregen.]
Er stond toch geen water in dat bad? Ik bedoel: waar ben je?
[sÇ: ik ben er nog, ik loop alleen wat achter.]