Nu weet ik natuurlijk best dat de wereld sinds elf september niet meer hetzelfde is, maar dan ook alleen maar omdat iedereen dat de hele tijd zegt. Want even los van de politiek: in het dagelijks leven is vóór elf september en ná elf september een leuke oefening in zoek de verschillen.
Tot ik vandaag het vliegtuig wilde pakken naar Oslo. Toen kwam ik erachter dat de nationale coördinator terrorismebestrijding de afgelopen jaren stukje bij beetje onze nationale luchthaven heeft verandert in een Kafkaëske aaneenschakeling van detectiepoortjes en lange wachtrijen.
Het thuis inchecken mag dan tijd besparen; die besparing ben je voordat je de luchthaven goed en wel binnen bent al weer kwijt. Riemen en schoenen moesten in de meeste gevallen uit. Mensen hoefden, ten overstaande van de rest van de goegemeente, nog net niet poedelnaakt door de scanner heen, maar voor het overige deed het tafereel nog het meest denken aan een moderne variant van een slavenmarkt.
Hoe anders was dat anderhalf uur later, toen ik in Oslo aankwam. De bagage rolde binnen enkele minuten van de lopende band en er was zelfs geen paspoortcontrôle. Ik ben duidelijk meer fan van uitchecken dan van inchecken.