Homo Irritans – di 14 aug. 2007

niet bellen

In Rotterdam stapte hij de trein in de benedenverdieping van de IRM. Trainingspak, lang haar met grove krullen. In zijn linkerhand een obesitas-size zak gele M&M’s en een blik bier, in zijn rechterhand een zaktelefoon. Hij ging voor mij zitten.

Mijn vrees werd bewaarheid. Nog voordat de trein vertrok, begon hij aan een telefoongesprek en werden alle inzittenden van de coupé getuige van zijn harde stemgeluid en de avonturen van een aan lager wal geraakte kennis.

Ondertussen ging de zak met M&M’s open. Enkele M&M’s vielen op de grond en verspreidden zich over de coupé-vloer. Toen later het blik bier geopend werd, wat best wel moeilijk is als je tegelijkertijd ook nog je telefoon, je M&M’s en de verhaallijn van het gesprek probeert vast te houden, ontsnapte nog ongeveer de helft van de inhoud uit de zak. Gezamenlijk met hun eerder aan de zwaartekracht onderworpen vrienden, rolden de snoepjes heen en weer kaatsend tussen de muren van de trein de hele coupé door.

De man, nog steeds bellend met de zelfde gesprekspartner, vertelde inmiddels voor een derde keer hetzelfde verhaal. Zachtjes tikte ik hem op de schouder en vroeg hem of hij wellicht iets minder luidruchtig kon bellen. Het effect van mijn interventie duurde ongeveer één zin. De man had ondertussen zijn blik bier op de grond gezet, dat hij niet veel later zelf ook omstootte. Het bier vermengde zich met de M&M’s.

Breda naderde al toen de man het telefoongesprek beëindigde. Hij stond op, pakte het restant van zijn M&M’s en zijn bier en ging enkele rijen verder weer zitten. Meteen pakte hij de telefoon en ging opnieuw iemand bellen. Wederom bulderde zijn stemgeluid door de coupé.

Bij het uitstappen passeerde ik de zitplaats van de man. „Wie denk je wel dat je bent, asociale mafkees, om een half uur lang zo asociaal hard in de trein te zitten bellen. Ongemanierde achterlijke chimpansee die je bent. Heeft je moeder je niet opgevoed?”, zei ik tegen hem in een spontane opwelling van burgerlijk fatsoen.

Althans, dat had ik willen zeggen. In werkelijkheid zei ik alleen maar geïrriteerd „hoe haal je het in je hoofd?” Om vervolgens snel uit te stappen. Pudding-tarzan die ik er ben.

Auteur:

Dutch local politician for the environmentalist party GroenLinks, tends to be serious at times but usually has a slightly absurd and overall happy and sunny mental disposition.

2 gedachten aan “Homo Irritans – di 14 aug. 2007”

  1. Als je het wèl gezegd had, waren er nog meer m&m’s en bier door de coupé gevlogen waarschijnlijk. Je hebt een boel narigheid voorkomen. Misschien een pudding-tarzan, maar wel een fatsoenlijke.

    [sÇ: fatsoen is een slap excuus voor lafheid.]

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *