De koningin had me uitgenodigd voor een uiteenzetting van het regeringsbeleid van het komende jaar. En aangezien ik niet te beroerd ben om met haar van gedachten te wisselen, ging ik op de uitnodiging in. Eenmaal aangekomen op het binnenhof, bleek ik niet de enige genodigde. Van een brainstormsessie en petit comité was dan ook geen sprake.
Jaarlijks laat ik me weer verbazen over de creativiteit die mensen aan de dag leggen om maar het meest rare, vunzige, lelijke of absurde hoedje aan te doen. Die hoedenparade van de vrouwen, die Prinsjesdag ergens in de jaren ‘90 zo is gaan kenmerken, mag van mij nog morgen afgeschaft worden. Met enige trots stel ik dan ook vast dat Femke zo’n ding nooit opdoet.
De koningin heeft een hoed op. Als plaatsvervanger van de kroon. De rest moet haar niet de loef af proberen te steken. Of haar proberen te imiteren. Stelletje surrogaat-koninginnen. De hoed, die is van hare majesteit en daarmee klaar.
Of zou het gewoon afgunst zijn, omdat ik het lef niet had een grote pluchen hoed op te doen en afgelopen weekeinde de tijd niet had om een vette mohawk in mijn haar te zetten.
Vandaar dat ik je niet herkende.
[sÇ: en ik zat ook nog eens helemaal achteraan.]