Enige tijd geleden, op 26 november, had politiek redacteur Nico Schapendonk van dagblad BN/DeStem de raadsleden een enquêteformulier toegestuurd. Met de antwoorden wilde hij een beeld schetsen van de mens achter de politicus.
De enquête leverde aanvankelijk nogal wat commotie op. Kennelijk durfden niet alle raadsleden de vragenlijst in te vullen als zij niet anoniem zouden blijven. Een volstrekt onzinnige houding, vond ik. Als je als politicus je mening niet open en eerlijk durft te geven, kun je beter je functie neerleggen.
Redacteur Schapendonk besloot vervolgens dan alle ingevulde enquêtes maar vertrouwelijk te behandelen, om toch een zo volledig mogelijk beeld te krijgen. Hieronder de vragenlijst zoals ik deze had ingevuld en teruggestuurd. In alle openbaarheid, zonder geheimen.
Naam : Selçuk Akinci
Leeftijd : 29
Beroep : campagne-medewerker
Woonplaats : Breda
Burgelijke staat : Ongehuwd
Huisdier(en) : Geen
Sport : Niet
Hoeveel auto’s : Geen
Huur/koophuis : Huur
1. Hoe lang ben je lid van je huidige partij?
Ik ben sinds begin 1994 lid van GroenLinks, dus inmiddels bijna veertien jaar.
2. Ben je eerder lid geweest van een andere partij?
Nee
3. Waarom ben je lid van je huidige partij?
Eigenlijk ben ik van jongs af aan begaan geweest met de wereld om me heen. Het ging dan om zaken als de honger in de wereld en de zure regen. Ik kon me echt kwaad maken om oorlog en onrecht. Toen ik daar wat meer over ging nadenken, kwam ik tot de conclusie dat, als ik dat echt allemaal zo belangrijk vond, ik daar iets mee moest doen. En aangezien ‘de politiek’ iets kan doen om deze problemen op te lossen, heb ik er toen voor gekozen om de politiek in te gaan. Bij GroenLinks is mijn politieke gevoel vervolgens verder ontwikkeld en kan ik me, naast de grote wereldproblemen, ook actief bezighouden met de problemen en ontwikkelingen in een stad als Breda. Want ook al is dat niet te vergelijken met internationale kwesties, de zaken die in Breda spelen raken de inwoners heel direct. En als fractievoorzitter van GroenLinks is het een voorrecht om daar op een positieve manier mee bezig te zijn.
4. Ben je tevreden in de politiek?
Ik ben allereerst een tevreden en vrolijk mens. En dat ben ik dus ook in de politiek, alhoewel de hoeveelheid bijeenkomsten en vergaderingen soms vermoeiend kan zijn. Toch ben ik nog steeds blij dat ik mag doen wat ik nu doe in de gemeenteraad.
5. Heb je het gevoel dat je iets bijdraagt?
Zeker. In de vorige periode zaten we in de oppositie, maar ook toen hebben we dingen bereikt. Nu, als coalitiepartij, is het een uitdaging om de dingen die je belangrijk vindt om te zetten in concrete daden. Dat lukt niet met alles, want GroenLinks heeft het niet alleen voor het zeggen. Maar als ik kijk naar het resultaat na twee jaar, denk ik dat we als GroenLinks al heel wat hebben kunnen laten zien.
6. Wat is je grootste politieke succes?
Deze coalitie. Een paar jaar geleden bestond er nog heel veel wantrouwen jegens GroenLinks. Dat kwam doordat we dertien jaar geleden ook in een coalitie zaten, die echter na vijf maanden viel vanwege het Chassé Theater. GroenLinks heeft in die periode heel veel vertrouwen verspeeld. In de aanloop naar de verkiezingen heb ik veel geïnvesteerd in de relatie met andere partijen, geprobeerd het vertouwen weer op te bouwen. Ik denk dat als dat vertrouwen er niet was gekomen, de huidige coalitie er ook heel anders had uitgezien en GroenLinks ook geen idealen had kunnen verwezenlijken.
7. Wat is je grootste politieke teleurstelling?
In de politiek moet je niet teleurgesteld worden. Het is simpel, soms win je de strijd, soms verlies je hem. Ik had graag gezien dat er geen nieuwbouw was gekomen naast Bouvigne, maar helaas had de gemeenteraad geen mogelijkheden om dit tegen te houden. Ja, we hadden de huidige eigenaar, het Waterschap, uit kunnen kopen. Maar dat had zoveel geld gekost dat ik dat dan liever in natuurontwikkeling ergens anders in Breda had gestoken.
8. Noem twee politieke voorbeelden, een landelijke en een lokale.
Ik noem een internationaal voorbeeld: Kofie Annan. Die man heeft zoveel gezag en respect opgebouwd als secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Het is volgens mij een zeer integere man, die de afgelopen tien jaar alles in het werk heeft gesteld om te proberen vrede te bewerkstelligen, de klimaatcrisis op de agenda te krijgen en honger en armoede uit te bannen. En ook al heeft hij zijn doel niet gehaald, ik denk dat hij dankzij zijn tomeloze energie wel het één en ander heeft bereikt waar zijn opvolger op kan voortborduren.
Als lokaal voorbeeld noem ik Monseigneur Muskens. Ik ben zelf niet gelovig, en misschien dat ik juist daarom zoveel bewondering heb voor de man. Hij durft controversiële uitspraken te doen die, als je een beetje nadenkt, eigenlijk volstrekt logisch zijn. Over het stelen van brood bijvoorbeeld, of dat het niet uitmaakt hoe je god noemt. Hij is ook niet bang om binnen de kerk tegen heilige huisjes aan te schoppen. Aids is in Afrika een heel groot probleem, groter dan hier nog, omdat de medicatie daar veel te duur is. Toen hij zei dat de kerk condooms niet langer moest verbieden, ging hij dwars tegen de paus in. Dat vond ik erg dapper. Met dat soort uitspraken verwoordt hij de belangrijkste waarden van de kerk, maar ook van mij: barmhartigheid, solidariteit en tolerantie.
9. Had je ooit verwacht dat het raadswerk zo zwaar zou zijn of valt het wel mee?
Het is een stuk zwaarder dan ik aanvankelijk had gedacht. Het raadswerk is de afgelopen jaren ook steeds meer tijd in beslag gaan nemen. Daar komt nog bij dat ik als fractievoorzitter nog extra verantwoordelijkheden heb, dus de tijdsinvestering is enorm.
10. Hoeveel tijd steek je gemiddeld per maand in het raadswerk?
Ik ben per maand ruim 100 uur kwijt met het raadswerk. En dan ben ik gelukkig nog een behoorlijk snelle lezer, anders was het nog meer geweest.
11. Vind je de raadsvergoeding afdoende?
Ik klaag niet over de vergoeding, die is best behoorlijk. Maar hij staat niet in verhouding tot de tijd die je kwijt bent en de verantwoordelijkheid van de functie. Als ik die tijd in een andere baan had gestoken, hield ik zeker meer over, maar dat wist ik van te voren. Een heleboel mensen werken één of twee dagen minder vanwege hun raadslidmaatschap, ikzelf ook. Maar er wordt nogal eens vergeten dat we daardoor bijvoorbeeld ook veel minder pensioen opbouwen. Een aantal collegae die al langer in de raad zitten, zullen dat na hun 65e goed merken. Die hebben echt ingeleverd om dit te kunnen doen.
Ik zou het een goede zaak vinden om deze problemen voor een volgende gemeenteraad op te lossen. Niet voor mezelf, maar voor de toekomstige raadsleden. Een stad als Breda vraagt kwalitatief goede raadsleden en die moet je naar behoren belonen.
12. Kan de raad zich meten met het college van burgemeester en wethouders?
In het verleden lagen de verhoudingen nogal eens scheef. Maar volgens mij hebben we deze periode een heel zelfbewuste raad die echt niet altijd ja en amen roept als een wethouder iets zegt. Ook het nieuwe college heeft meer oog voor de wensen van de raad. Daarnaast hebben we ook een hele goede griffie. Dat maakt het werk voor raadsleden ook een stuk beter te behappen.
13. Wat vind je van de kwaliteit van je collega’s?
Er zit een aantal zeer goede nieuwe raadsleden in de gemeenteraad. Daar verwacht ik veel van, in deze periode maar zeker ook daarna. Uiteraard is niet elk raadslid even goed. Er zitten ook mindere goden tussen. Maar over het algemeen is de kwaliteit van de raadsleden erop vooruit gegaan.
14. Werkt het dualisme?
Ja, het dualisme komt in deze periode goed uit de verf. De raad heeft een onafhankelijke rol en is niet bang om kritisch te zijn. Het college is ook niet meer zo bang voor kritiek, staat er voor open. Daardoor zijn de verhoudingen veel opener en dat komt ten goede aan de kwaliteit van de beslissingen die genomen worden.
15. Wat is de belangrijkste taak van de raad?
De raad bepaalt de hoofdlijnen van het beleid in de stad (en niet de precieze uitvoering) en controleert vervolgens of de wethouders die fatsoenlijk uitwerken en uitvoeren. De raad vertegenwoordigt ook de Bredase bevolking. Dus als we kaders voor beleid uitzetten, moeten we ook goed luisteren naar wat er in de stad leeft. Uiteraard kunnen we het nooit iedereen naar de zin maken en hebben we ook een eigen politiek programma waar we op gekozen zijn, maar het gesprek met de inwoners van de stad is heel belangrijk.
16. Komt die taak uit de verf?
De controlerende taak kan wel wat scherper, maar over het algemeen ben ik niet ontevreden.
17. Hoe lang wil je nog doorgaan in de raad?
Dat weet ik nog niet. Wellicht ga ik na deze periode nog één periode verder, maar langer dan twaalf jaar wil ik zeker niet in de raad zitten. Op een gegeven moment wordt het tijd om plaats te maken voor nieuwe, jonge mensen.
18. Is de politiek, zoals die bedreven wordt in Breda, het beste wat de bevolking kan overkomen of de minst slechte van allerlei beroerde bestuursvormen?
Ik ben ervan overtuigd dat democratie de beste bestuursvorm is, ook al is de besluitvorming soms wat langzaam en is het ook niet altijd even duidelijk. Maar de manier waarop we die in Breda vormgeven is nooit af. De wereld verandert voortdurend en de raad moet daarin meeveranderen. De manier waarop we contact hebben met de inwoners van de stad is nu best in orde, maar het kan zijn dat we over een paar jaar weer iets anders moeten bedenken. Het zou nogal vreemd zijn als de politiek niet met de wereld meeverandert.
19. Kun je jezelf voorstellen dat burgers klagen over de kwaliteit van de Bredase politiek?
Zeker. En dat is maar goed ook. Mensen moeten klagen wanneer ze het ergens niet mee eens zijn. Dat hoort juist bij een democratie. Als niemand klaagt of roept, dan gaan wij ook zitten slapen. Maar dat wil niet zeggen dat ik het er altijd mee eens ben. Maar doordat mensen klagen, raak je met ze in gesprek en dat is ook weer positief.
20. Doet het college zijn best om te doen wat de raad wil?
Ja, volgens mij wel. Alhoewel ze misschien niet altijd precies weten wat de raad nu eigenlijk wil. Daarnaast is de raad ook niet echt één geheel. Wat de ene partij wel graag wil dat er gebeurt, ziet een andere partij wellicht helemaal niet zitten.
21. Ben je tevreden over het college?
Over het algemeen ben ik behoorlijk tevreden. Alhoewel zelfs het college niet zonder fouten is. Maar wie wel?
22. Doet de burgemeester het goed in zijn dubbelfunctie van voorzitter van de raad én van het college?
De dubbelfunctie van de Burgemeester is een lastige: hij is zowel voorzitter van het college als van de raad. Eigenlijk is dat onwenselijk: daar hebben ze bij de invoering van het dualisme niet goed over nagedacht. Desondanks probeert Van der Velden dat zo goed mogelijk in te vullen. Volgens mij lukt hem dat heel aardig.
23. Vind je jezelf een positief iemand?
Ja. En vind jij dat ook?
24. Wat zou voor jou, los van persoonlijke zaken, reden zijn om acuut uit de Bredase politiek te stappen?
Als de raad besluit de Grote Kerk te slopen of de Haven te dempen. Maar serieus, als ik in mijn rol als fractievoorzitter tekort zou schieten, moet ik me beraden op mijn positie. Verder is het niet zo verstandig om te dreigen met opstappen. Opstappen doe je altijd achteraf.
25. Houdt deze coalitie het de hele periode vol?
Zeker. Het onderlinge vertrouwen is goed en de partners staan open voor elkaars wensen en ideeën. Ook de onderlinge verstandhouding is goed. Dat laatste klinkt misschien onbelangrijk, maar je moet in de politiek ook goed met elkaar overweg kunnen als je samen wilt werken.
In de verkiezingstijd heb ik wel eens gezegd dat mijn eerste voorkeur uitging naar een coalitie met PvdA en VVD in plaats van PvdA en CDA. Daar is na de verkiezingen iets anders uitgekomen, maar daar sta ik ook voor de volle honderd procent achter. Als ik over deze coalitie niet enthousiast was geweest, had ik er ook mijn handtekening niet onder moeten zetten.
26. Is er iets dat je nog kwijt wilt in tien woorden?
Ik zou zo snel niet weten wat.
27. Zo ja, wat dan?
Nou ja, dat ik benieuwd ben wat je er van gaat maken dan.
Lees ook de artikelen:
– Het werk in Breda loont »
– Politiek is moe maar voldaan »
– Verzuchtingen en kanttekeningen »
– Zo’n goeie hebben wij nog niet gehad »
My goshy.. dat is “killing me softly ” enquete bah… een staat moet een Staat zijn en geen bedrijf… en de politicus zijn niet de bedrijf’s medewerkster ..men zou niet de “Handler Volk” ’s traditie overdreven…