En toen het theatercafé was afgelopen, werd het rennen. Snel op het fietsje naar ons moeder om haar Fiat Pinda te lenen, spullen in te laden en, vervolgens, af te reizen naar Meppel. Niet vergeten te tanken, riep ze nog.
De importantie van die opmerking werd me pas duidelijk toen ergens op de A28 het benzinelichtje ging branden. Geen reden tot paniek, ware het niet dat de eerstvolgende benzinepomp een Shell-station bleek te zijn. En aangezien ik de apartheid in Zuid-Afrika en de vervuiling van Nigeria nooit vergeten ben, besloot ik het erop te wagen en door te rijden. Tevergeefs overigens, want toen ik, vrijwel zeker bezig aan het laatste litertje benzine, uiteindelijk opnieuw een pomp tegenkwam, was het opnieuw een Shell. Waarmee ik genoodzaakt was voor het eerst in mijn leven benzine van Shell te kopen.
Uiteindelijk kwam ik om kwart voor twee aan bij Meppel’s Inn, waar de collegae van Stichting Natuur en Milieu al uren eerder gearriveerd waren. Het werd dus een kort nachtje. De volgende ochtend ging om half zes de wekker en stonden we een grof uur later klaar om actie te voeren bij Friesche Vlag.
Waarom? Nou, omdat voor de landbouwgrond waarop de soja wordt verbouwd die aan hun koeien wordt gevoerd, tropisch bos is gekapt. En omdat we vinden dat ze daar nu onderhand maar eens mee moeten stoppen.