Ik laat mijn haar tegenwoordig knippen door Marco, een jonge, trendy kapper en tevens eigenaar van kapperszaak SUDS.
Aangezien ik tussen mijn bezoek aan de platenzaak en mijn volgende afspraak nog enkele uren over had, ging ik maar weer eens langs. Na de wasbeurt nam ik plaats op de stoel het dichtst bij de ingang, zodat iedereen die langs liep kon zien dat ik mijn hippe kapper zorgvuldig kies.
Of Marco al last had van de crisis, vroeg ik hem, terwijl hij met zijn vingers door mijn haar ging. Hij antwoordde ontkennend. „Dat is de lipstick-factor”, vertelde hij. „In tijden van crisis stellen mensen grote uitgaven liever even uit, maar verwennen ze zichzelf juist wel door bijvoorbeeld veel te dure lipstick te kopen.”
„Daarnaast”, zo vertelde hij verder terwijl hij met de schaar sierlijk in het rond knipte, „gaan mensen in tijden van crisis ook vaker naar de kapper omdat kort haar een teken is dat het goed met je gaat.” „Oh”, vroeg ik verbaasd, terwijl ik slok nam van de mij door de kapper aangeboden kop koffie, „is dat zo”. „Ja”, wist Marco te vertellen, „want met kort haar laat je zien dat je nog steeds genoeg geld hebt om naar de kapper te gaan.”
Glimlachend rekende ik de vierenveertig euro voor de knipbeurt af. Het ging kennelijk nog steeds goed met me. En vanwege de uitstekende keuze voor de kappersstoel, heeft iedereen dat kunnen zien.