Mijn oude middelbare school had in het kader van de OLV-week aan raadsleden gevraagd een gastles te geven over de ontwikkelingen rond de stationszone. Het zijn voor mij de leukere klussen die bij het raadswerk horen.
Vrolijk liep ik de klas binnen waar docent Joep Peeters vroeger Franse les gaf. De kleine twintig leerlingen zaten zo ver mogelijk achteraan. Op de voorste schoolbanken stonden de stoelen nog op de tafels.
„Goh, ongezellig”, zei ik en haalde één voor één de stoelen van de banken om vervolgens nonchalant op de voorste schoolbank te gaan zitten. „Twee afspraken. Allereerst, als je een vraag hebt, zeg ook even hoe je zelf heet en ten tweede, ik ben geen U.”
Het volgende half uur kreeg ik de ene vraag naar de andere naar me toe geworpen. Bij elke nieuwe vraag en elke nieuwe naam, stelde ik ook mezelf voor. „Hai, ik ben Selçuk.” Ik heb geleerd dat herhaling werkt, zowel in de humor als in het onderwijs. Met groots enthousiasme vertelde ik over het werk als raadslid, de afwegingen die je moet maken en en passant ook nog hoe de Nederlandse staatsinrichting eruit zag.
Een kleine, vrolijke krullenbol op de voorste banken tikte zijn buurvrouw aan. „Volgens mij is-tie homo”, fluisterde hij.
Ik keek hem glimlachend aan, knikte even, en ging onverstoorbaar door met m’n verhaal.