Vergaderingen zijn bedoeld om op een enigszins efficiënte manier informatie uit te wisselen. Het sociale aspect van de fysieke ontmoeting en het uitwisselen van koetjes en kalfjes laat ik dan maar even buiten beschouwing. Maar ook al is het de bedoeling een beetje effectief tot een conclusie te komen, in de praktijk willen vergaderingen, alle cursussen effectief vergaderen te spijt, nogal eens uitdijen en uit de hand lopen.
Sterker nog, wanneer er een poging gedaan wordt om vergaderingen voortaan kort te houden, moet er eerst ellenlang worden vergaderd over de wijze waarop die doelstelling dan doorgevoerd moet worden. En als er dan eenmaal procedureafspraken zijn gemaakt, zijn de procedures en de toepassing daarvan ook nog eens veelvuldig onderwerp van de vergadering. Voorzitter, even een punt van wanorde…
Hetzelfde geldt voor informatie-uitwisseling. Rapporten worden langer en langer en tegenwoordig standaard voorzien van leeswijzer en executieve samenvatting. Voordrachten werden ter verduidelijking voorzien van hemeltergend slechte powerpoints en inmiddels zijn we op het punt dat de spreker hardop zijn eigen sheets aan het voorlezen is. Met effectieve informatievoorziening heeft het allemaal niets te maken.
Dat moet dus anders. En dus hebben we de politieke markt en de informatieve debatten in Rondom Tien-achtige setting. En de nieuwste loot aan de stam: het speeddaten. De kern van het hoge-snelheidsafspreken -in het Nederlands klinkt het al een stuk minder – is dat je in een tijdsbestek van enkele minuten kunt praten met iemand, om vervolgens bij het fluitsignaal naar de volgende tafel te verkassen om daar weer met iemand te praten. De zap-cultuur heeft ook in de politiek definitief haar intrede gedaan.
Dat er in enkele minuten amper aan zinvolle informatie-uitwisseling gedaan kan worden, is kennelijk een geaccepteerd gegeven. Daarom wordt de speeddate afgesloten met het uitwisselen van visitekaartjes, zodat desgewenst een vervolgafspraak gemaakt kan worden. Het weinige beetje tijd dat er dan nog overblijft tussen handen schudden, voorstellen en visitekaartje weggeven, is niet veel meer dan een rituele dans waarbij de beide partijen elkaar kunnen beoordelen op inhoudelijk zeer relevante zaken als seksuele aantrekkelijkheid en lichaamsgeur.
Speeddatende politici zijn eigenlijk net honden die elkaar bij dezelfde boom tegenkomen wanneer ze uitgelaten worden. Ze snuffelen wat aan elkaar, blaffen iets en dumpen uiteindelijk hun boodschap. ‘Zo, het is volbracht’, denken ze dan. Tijd voor een borrel. Stevige inhoudelijke discussie en doorwrochten analyse van het voorliggende probleem zijn processen die allang zijn verbannen naar het historisch kabinet van in onbruik geraakte politieke gebruiken.
Ik ben ervan overtuigd dat er over een jaar of wat niemand meer aan het speeddaten is. Tegen die tijd zal dat ongetwijfeld als hopeloos ouderwets te boek staan. Een garantie voor een terugkeer naar de inhoud is dat echter allerminst. Organisatiedeskundigen en management-goeroes hebben dan al lang weer iets nieuws bedacht dat politici klakkeloos zullen overnemen. Om maar vast een tipje van de sluier op te lichten: over twee maanden zit ik samen met het college, de directieraad en mijn collega-raadsleden een dag lang opgesloten in een aaneengesloten sessie workshops. Wat we gaan doen? Bloemschikken, quilt-weven, koken en eten. Waarschijnlijk op een kleurig gedekte tafel met bloemstukjes erop.
Ik vraag me af wie er zich, tussen alle speeddates, powerpoint-voordrachten, procedurekwesties, recepties en kooksessies in, nog bekommert over het wel en wee van de stad.