Wie in Breda wel eens iets meer doet dan alleen voor de televisie hangen, komt al snel in aanmerking voor de rubriek Markante Mens. Dat klinkt alsof ik het een suffe rubriek vindt, maar ik stel het zo cynisch, omdat ik anders nogal arrogant zou overkomen. Dan had hier namelijk iets gestaan in de trant van: alleen ècht belangrijke mensen komen in de rubriek Markante Mens en vandaag was ik aan de beurt. En zeg nou zelf, dat klinkt toch ook niet aardig?
Het interview was al enkele weken geleden afgenomen (zie web-log 24 juni 2005). En aangezien er allemaal vragen gesteld worden, die ik niet regelmatig op dit web-log behandel (en tevens om mijn stukje over deze dag – die ik voor de rest in Hilversum en ’s avonds bij enkele vrienden heb doorgebracht – makkelijk te vullen) druk ik het hieronder maar af.
Markkante Mens:
‘Ik wist al heel vroeg dat ik links was’
Door Leon Weterings
Dinsdag 19 juli 2005 – Selçuk Akinci (27) is raadslid voor de fractie van Groen Links en sinds maart van dit jaar lid van het landelijke algemeen bestuur van deze partij. Daarnaast besteedt hij veel tijd aan zijn ‘andere passie’: radio. Momenteel werkt hij als programmamaker bij het NPS-programma 4fm. Akinci is vrijgezel en heeft geen kinderen.
Hoe voelt u zich de laatste tijd?
“Lekker en vrolijk. Ook dat laatste vind ik belangrijk. Het is wel erg druk de laatste maanden. Maar ik kan toch niet lang stil zitten. Dus dat komt mooi uit.”
Wie zijn uw voorbeelden?
“Ik kan waardering opbrengen voor bepaalde eigenschappen van verschillende personen. Zonder dat die mensen direct voorbeelden voor me zijn. Ik ken bijvoorbeeld mensen die zich bij alles wat ze doen afvragen of het binnen hun idealen past. Daar heb ik respect voor.”
Gelooft u in God?
“Absoluut niet! Het geloof bestaat volgens mij maar om twee redenen. Ten eerste om de dingen te verklaren die mensen niet snappen. En ten tweede omdat mensen zichzelf te belangrijk vinden om te kunnen accepteren dat er na de dood niks meer is.”
Waar heeft u een hekel aan?
“Aan intolerantie. En aan mensen of groeperingen die aan anderen willen opleggen hoe ze moeten leven.”
Hoe staat u in het leven?
“Ik probeer positief en open te zijn. Een somber levensbeeld zou voor mij ook geen zin hebben. Als ik zou denken dat het nooit meer goed komt, heb ik niks te zoeken in de politiek.”
Bent u ijdel?
“Ja, ik ben homo, er is volgens mij wel een correlatie tussen ijdelheid en homo zijn. De belangstelling van de media? Dat hoort nu eenmaal bij de politiek. Je moet wel oppassen dat je je niet te veel op het makkelijk scoren gaat richten. Dat kan ten koste gaan van de inhoud.”
Bent u gevoelig?
“Ik kan best bot overkomen en heel rationeel reageren. Dan ben ik niet gevoelig. Maar ik kan me heel kwaad maken over onrecht. Dat raakt me dan wel diep.”
Waar bent u bang voor?
“Ik zou het erg vinden als er iets met mijn vrienden zou gebeuren. En ik heb angst voor de recente ontwikkelingen in de Nederlandse samenleving waar de onderbuik regeert. Natuurlijk moet je die mening serieus nemen en met mensen gaan praten. Maar probeer in oplossingen te denken.”
Wat zijn uw drijfveren?
“Rechtvaardigheid, medemenselijkheid en naar mensen luisteren als ze hun verhaal kwijt willen. Ik probeer een heel sociaal iemand te zijn.”
Wat maakt u verdrietig?
“Mensen die dingen laten gebeuren zonder dat ze proberen daar iets aan te doen. En waardevolle dingen die verloren gaan.”
Hoe belangrijk is geld voor u?
“In principe is het helemaal niet belangrijk voor me. Ik ben er pas mee bezig als ik het niet meer heb. Je zult mij niet horen over de raadsvergoeding. Ik vind dat we geen zak te klagen hebben. Ik houd heel erg van muziek. Daar gaat wel geld in zitten.”
Hoe belangrijk is uw werk voor u?
“Ik vind dat ik heel leuk werk heb. Radio en politiek zijn twee passies van me. En ik word er ook nog voor betaald. Milieu vind ik belangrijk en ik wist al heel vroeg dat ik links was. Groen Links is daarom een goede keuze.”
Welke eigenschappen heeft u van uw ouders meegekregen?
“Mijn vader kan snel kwaad worden, dat heb ik ook wel. Maar het lukt mij redelijk om mijn temperament in iets positiefs om te zetten. Het Bourgondische heb ik van beiden. De eigenschap om voor mensen open te staan, heb ik van mijn moeder.”
Wat zou u aan uzelf willen veranderen?
“Ik zou graag wat minder moeite hebben met ’s ochtends opstaan. En in situaties van stress kan ik snauwerig en kortaf overkomen. Dan zou ik wat bedeesder willen zijn.”
Wat is uw grootste mislukking?
(Lacht) “Als ik er geen weet te noemen, is dat een mislukking. Ik heb mijn studie laten versloffen. Een mislukking wil ik het niet echt noemen, want op dat moment had het geen prioriteit. Maar als ik iets moet noemen is het dat.”
Hoe ontspant u zich?
“In de kroeg en luisteren naar muziek. Af en toe ga ik naar de bioscoop. Maar ik wil het liefste altijd mensen om me heen hebben, dat is mijn manier van ontspannen.”
Waar schaamt u zich voor?
“Soms denk ik wel eens dat ik iets op een andere manier had moeten doen, maar daar schaam ik me dan niet voor. Spijt is voor mij een zinloze emotie omdat je terugkijkt naar het verleden.”
Wat wilt u nog verwezenlijken?
“In een deel van de dingen die ik doe, wil ik iets voor mensen betekenen. Daaraan wil ik een bijdrage leveren. Landelijke politiek? Ik sluit het niet uit, maar ik ben er niet mee bezig.”
Waar wilt u begraven worden?
“Dat maakt me helemaal niks uit. Ik geloof überhaupt niet in een iets na dit leven op aarde. Ze mogen me bij wijze van spreke marineren en opeten of aan de haaien voeren.”
Wat vindt u het mooiste plekje van Breda?
“Dat kunnen er veel zijn. Het Valkenberg of de Grote Kerk bijvoorbeeld. Plekken die heel erg bij deze stad horen.”
Waar zou u het liefst wonen als u niet in Breda woonde?
“Ik zit zo vast aan Breda, het is één groot dorp. Hoe intiemer de plek waar je vandaan komt, des te moeilijker om er weg te komen. Het is heel veilig hier.”
Ik denk dat je jezelf – zonder arrogant over te komen – echt wel een markant mens mag noemen, want dat ben je gewoon. Punt.