De middag begon met een debat op het Prisma-college, en eindigde in het Huis der Kunsten. Nou ja, hij eindigde eigenlijk pas echt in Café de Beyerd, maar dat had op dat moment al weinig meer met politiek te maken.
Het debat op het Prisma-college ging over duurzaamheid. Daarbij werd de link gelegd tussen gemeentelijk beleid en internationaal beleid. Een makkelijk onderwerp voor GroenLinks, omdat wij zo’n beetje de enige partij zijn, die vinden dat de gemeente serieus werk moet maken van het mondiale milieu- en armoedevraagstuk.
Het was een leuk debat, gepresenteerd door Karin Bruers. Voor elke stelling was precies tien minuten uitgetrokken en de jongeren discussieerden actief mee. De frustratie bij PvdA-raadslid Frans Jackson was dan ook groot toen na de tien minuten hij nog geen enkele keer het woord had gehad. Tsja, zei Karin Bruers, had je ook maar iets moeten zeggen. Maar Jackson nam daar geen genoegen mee. Hij sputterde jammerend tegen en vroeg waarom hij dan toch was uitgenodigd. Zijn verontwaardiging, die mij nog het meest deed denken aan de zure reactie van Ad Melkert in het beroemde debat met Fortuyn, viel bij de jongeren niet in goede aarde en kwam de PvdA dan ook op flink wat gejoel te staan. Even dacht ik nog dat Jackson weg zou lopen, maar die vernedering heeft hij zichzelf toch maar bespaard.
’s Avonds was er in het Huis der Kunsten een cultuuravond, met korte uitvoeringen van vele gezelschappen, met daartussen ruimte voor de politiek om zich te presenteren. Sommigen deden dat op uiterst saaie wijze, door simpelweg een toespraak te houden (SP, Leefbaar), anderen pakten wel uit. Zo had de PvdA een mix van strijdliederen en rap, zongen de kandidaten van Open&Eerlijk een protestlied, had D’66 een wat mislukte parodie op de campagneleuzen van andere partijen en ging Lijst Paul Hagenaars powerstrelen. Voor wie niet weet wat dat is, net zoals ik overigens tot deze bewuste dinsdagavond: powerstrelen is geknuffeld worden door een als bokser verklede politicus met een bivakmuts en knuffels aan zijn handen in plaats van bokshandschoenen.
Mijn eigen bijdrage bestond uit een zelfgeschreven monoloog waarin een oud-Grieks figuur (een laken kan wonderen doen) het cultuurbeleid van Breda aanklaagde voor grove nalatigheid en grootheidswaanzin, en aan de jury -het publiek- een uitspraak vroeg. Die uitspraak kwam er niet, omdat de zitting werd verdaagd tot 7 maart. De leden van de vakdirectie cultuur vonden de presentatie geweldig, maar waren aanmerkelijk minder gecharmeerd van de inhoud. Tsja, je kunt niet iedereen te vriend houden.