De ‘week of hell’. In ieder geval agenda-technisch. In de week van de presentatie van het 100-dagen-plan van het kabinet hield CoolClimate een klimaatvierdaagse. En daarnaast waren er ook nog tal van bijeenkomsten, overlegjes en vergaderingen. Dat moest wel fout gaan.
Dinsdag ging eigenlijk prima: ik stond na een korte nachtrust ’s ochtends vroeg bij het americain-hotel, waar Mirjam de Rijk en Ruud Lubbers pleitten voor het gebruik van tweede generatie biobrandstoffen in de Rotterdamse Haven. Woensdag was al wat lastiger. Om op tijd in het Bulderbos te zijn, zou ik om kwart over zeven opgehaald worden in Haarlem. En daar kun je vanuit Breda met de trein zo vroeg niet komen, dus bleef ik crashen op de bank bij Jaap in Delft, waar ik om vijf uur gewekt werd door de wekker op mijn mobieltje.
Donderdag ging het mis. De vorige avond kreeg ik een SMS-je of ik, dit maal als chauffeur van een camper die nodig was voor de actie van donderdag, om acht uur in plaats van tien uur in Den Haag kon arriveren. Hoewel ik al een paar nachten te kort had geslapen, zei ik desondanks ja. Maar sliep vervolgens, ondanks het irritante geluid, de volgende ochtend keihard door het electronische en doorgaans zeer irritante geluid van mijn wekker. Met als gevolg dat ik niet voor, maar midden in de spits naar Den Haag reed. En als bijkomend probleem dat het nog eens extra druk was op de wegen. En dus zelfs de oorspronkelijke tijd van tien uur niet eens haalde.
Die ochtend was ik eigenlijk al helemaal gesloopt. Desondanks wachtte donderdagavond ook nog een lange raadsvergadering, met onder andere het voor onze achterban gevoelige dossier Bouvigne op de agenda.