Bovenbuurjongen was op vakantie. Na een week begon het op de overloop, die tevens dienst doet als zijn keuken, een beetje muf te ruiken. Aanvankelijk haalde ik mijn schouders op voor dit gebrek aan ventilatie. Langzaam werd de geur steeds penetranter.
Ik besloot op zoek te gaan naar de bron van deze onwelriekende lucht. In de koelkast vond ik een pak perzikyoghurt dat enkele weken over datum was. Tevreden met de vondst van de vermoedelijke dader, mikte ik het pak in een waterdichte plastic tas en bracht het naar de ondergrondse vuilcontainer.
Halverwege begon het te knagen. Bedorven perzikyoghurt kan zuur ruiken, of weeïg, maar dit rook anders, onsmakelijker. En dus wierp ik, na ma ontdaan te hebben van het pak verlopen zuivel, opnieuw een blik in de koelkast. En toen viel mijn oog op de uitgeschakelde temperatuurschakelaar en keek ik met angst en beven naar het diepvriesvak.
De anderhalve kilo shoarmavlees had zich in de voorgaande week ontwikkeld tot een nieuwe en welopgevoede levensvorm die me beleefd gedag groette. Ik groette terug en gaf het een enkeltje afvalcontainer. Ik ben best tolerant, maar er zijn grenzen.