Het nieuwe studiejaar is begonnen. En studenten zorgen voor chaos. Het zou verboden moeten worden.
De afgelopen vakantiemaanden leefde ik in weelde. Ik pakte de fiets naar het station – om de één of andere manier ben ik altijd te laat weg om nog te lopen – en zette het naast één van de vele lege plaatsen naast de fietsenrekken. Ik heb een goed werkend standaard en zet mijn fiets dus niet in een rek. Fietsenrekken zorgen voor slagen in het wiel en zijn bij voorkeur zo onhandig mogelijk ontworpen.
Voorwaar, er leek zich de afgelopen maanden zelfs iets af te tekenen dat leek op orde en netheid. Fietsen stonden keurig in een rij, er was voldoende ruimte om te manoeuvreren en omgevallen fietsen werden keurig door wildvreemden rechtgezet.
Het zijn vervlogen tijden. Nieuwe studenten brengen nieuwe oude roestbakken mee, bedoeld om hen dagelijks van het station naar de opleiding te transporteren. De rekken puilen uit, resterende fietsen worden lukraak ergens neergekwakt en omgevallen fietsen versperren de weg. Weg rust, weg ordentelijkheid.
Behendig spring ik over een omgeworpen fiets en ontwijk nog net een onoplettende eerstejaars met iPod, en laat de nieuwe werkelijkheid nog even op me inwerken. De stad is een jungle. Zelfs Breda.