Dat er zich ineens een pit vormde ergens tijdens de tweede helft van het concert in de Effenaar, was opmerkelijk. Een pit wordt toch meer met punk of met de grunge uit de jaren ‘90 geassocieerd dan met een stevig groovend rockbandje als Claw Boys Claw.
Een goed concert was het alleszins. En zonder iets af te willen doen aan de verwachtigen die ik van dit concert had, was ik positief verbaasd over de volle zaal die de band die zijn hoogtijdagen vijftien jaar geleden beleefde, bij elkaar wist te brengen. Rosie got it made, maar zanger Pieter te Bos duidelijk ook. En hij had er zin in.
Sterker, hij genoot zelf waarschijnlijk nog het meest van de nieuwe tournee langs het zalencircuit van Nederland waar hij een half jaar geleden mee begonnen is. Hij liep het publiek in, nodigde de toeschouwers uit bier naar ‘m te gooien, lachte breeduit en was als een kind zo blij. En wij trouwens ook. Waarvan akte.
JIJ was in de Effenaar en WIJ gaan niet even wat drinken?
[sÇ: sorry lieverd, niet aan gedacht. wanneer heb je tijd?]