Ik weet niet meer precies of we nu aankwamen, of al weer vertrokken, toen de hele groep, met de fiets in de hand, elkaar welgemeend begroette of omhelsde.
Wat ik nog wel weet, is dat het enorm gezellig was. Iedereen was er, vrienden, liefdes en scharrels. Een soort reünie eigenlijk. Of de receptie na een begrafenis, maar dan zonder dode. Of een ‘In de Hoofdrol’, maar dan zonder Mies Bouwman.
Ik raakte net in gesprek met een oude bekende toen onze hernieuwde ontmoeting werd ruw verstoord door de telefoon. Jaap, of ik de laptop mee wilde nemen. Langzaam veranderde de bosrijke omgeving en drong de wrede werkelijkheid tot me door. Het was bijna half tien, ik had me verslapen en moest binnen enkele minuten bij Joris zijn. En ik was zojuist hardhandig uit een droom gerukt, die misschien wel tot de meest heerlijke en rustgevende van de afgelopen maanden behoorde.