Breda is geen onbeduidend provinciestadje meer. De bewijzen daarvoor zijn legio.
Het is nog maar tien jaar geleden dat je voor een fatsoenlijk restaurant toch echt naar België moest. Nu herbergt ook de binnenstad van Breda een aantal restaurants waarvoor je je alles behalve hoeft te schamen. Bukowski, bijvoorbeeld, of Chocolat. Daarnaast is er een heel middensegment aan restaurants, waar, zoals mijn broer dat zou omschrijven, het eten ook behoorlijk goed binnen te houden is. Zelfs de kwaliteit van het eten in de eetcafé’s is omhoog gegaan.
Maar het ultieme bewijs van grootstedelijkheid is enkele weken geleden geleverd, toen op de hoek van de Boschstraat en de Pasbaan een oude electronicazaak plaats moest maken voor een etablissement met de naam ‘De Dames Pellens’: een heuse Wijnbar.
Hoera, jubelde ik, driewerf hoera. Een wijnbar, een wijnbar. Voor andere plaatsen misschien een futiliteit, de normaalste zaak van de wereld. Anderen hebben misschien wel een hele wijnstraat. Het moge zo zijn, voor Breda is het een grote stap. Breda, verlost van de middelmaat en op weg naar de allure en uitstraling die slechts voor enkele wereldsteden is weggelegd: Breda, Balkon van Europa!
Per Vino Ad Astra, zoals men hier in Gouda pleegt te zeggen
[sÇ: ik hoor anders hele andere dingen uit gouda.]
Ad stapt met een wijntje op in zijn Astra. Rare zin eigenlijk.
[sÇ: … ]
Die lui in Gouda zouden eens aan hun Latijn moeten werken.
[sÇ: volgens mij hebben ze in gouda heel andere dingen aan hun hoofd.]