En uiteraard staakten de buschauffeurs precies op dat ene moment dat ik naar het Pasteurziekenhuis in Oosterhout moest om mijn stembanden te laten controleren. Gelukkig bleek er nog steeds iets mis te zijn, anders was ik voor niets dertig euro voor een taxi kwijt geweest.
In tegenstelling tot de vorige keer kon mijn keel de marteling van de flexibele scoop, het buigzame camerabuisje dat via het neusgat de keel in wordt gedraaid, redelijk doorstaan. Dit niet geheel zonder hulp van enige verdoving ter plaatse. En terwijl ik op commando een geluid probeerde te reproduceren dat in de verte enige verwantschap met de letter ‘ie’ vertoonde, keek de dokter aarzelend naar het beeldscherm.
„Tsja”, constateerde hij, nadat het martelinstrument uit mijn keel verwijderd was en hij de opname op het computerscherm terugkeek, „er zit nog een verdikking op de rechter stemband”. Het was eelt, vocht of een cyste, dat kon hij niet zien. „Soms kan stemtherapie nog wel helpen, maar gezien Uw stemhygiëne lijkt het mij verstandiger het operatief te verwijderen.” De KNO-arts kent me te goed.
Drie weken niet roken en zo min mogelijk praten. Leuker kon hij het niet maken.