Terwijl ik de rode loper afliep om de bioscoop te betreden, schreeuwden de mensen links en rechts om handtekeningen of aandacht. Camera’s draaiden of flitsten. Zichtbaar onaangedaan gaf ik een handtekening, stond ik geroutineerd een interviewer te woord. Het was openingsavond.
Eindelijk, na jaren, opende de eerste Bredase megabioscoop haar deuren. Het werd tijd, want het Grand Theater en Cinesol hadden al lang geleden hun deuren gesloten en de Casino-bioscoop was inmiddels ook een afgeragd zootje. Eigenlijk was alleen het filmhuis, hetgeen we sinds de omschakeling van schouwburg naar theater dus ook filmtheater dienen te noemen, niets meer over in de stad. En mensen hebben toch ook behoefte aan commerciële blockbusters.
De eigenaars van de zeven zalen tellende bioscoop hadden het leuk aangepakt. Voor één keer waren de rollen omgedraaid. Terwijl wij, simpele stervelingen, op een rode loper onthaald werden, stonden ingehuurde acteurs het achter drangkhekken toe te schreeuwen om een aanraking, handtekening of kus.
Eenmaal binnengekomen, bleek dat toute Breda was uitgelopen voor de spectaculaire opening van de nieuwe bios. Iedereen die ook maar iets deed in de stad, laafde zich aan de gratis drank die door de directie ter beschikking was gesteld. En hoewel de wijn zeker niet briljant was, werd het gebaar van de directie door iedereen minzaam aangenomen. De gehele avond door.
Vooraf was ons gevraagd in smoking te komen. En de dames in avondkleding. Ik heb het in de wind geslagen, uiteraard had ik mijn pak met stropdas uit de kast getrokken, maar een vlinderdasje, dat gaat me toch echt te ver. Vlinderdasjes zijn uitsluitend bedoeld voor quizmasters en Fransen.