Er is een hoop verandert sinds de keer dat we voor het eerst naar een festival gingen. Een weekeinde Dynamo Open Air, met 25 gulden in de portemonnee voor bier en, zo bleek achteraf, ook eten, omdat Joris het tussenstuk voor de gaspit vergeten was mee te nemen. Inmiddels zijn we luxe-paarden geworden en laden we de auto vol met stoelen, platenspelers, een mobiele platenspeler, scheerspiegel en meer dan voldoende drank.
De reis naar het Belgische Werchter was er één die recht uit een modern jongensboek had kunnen komen. Om de structurele file bij Antwerpen en de vijf euro kostende Liefkenshoektunnel te vermijden reden we over provinciale weggetjes, waar we, iets voor Aarschot, werden geconfronteerd met een grootschalige politiecontrole. En hoewel ik zelf al een tijdje gestopt ben met blowen, hadden mijn reisgenoten wel enige softdrugs bij zich. Dat we bij die controle flink de lul zouden zijn, was al snel duidelijk.
Nu is het ook mijn eigen schuld. Doorgaans ben ik vrij strikt: in mijn auto geen drugs. De reden is nogal simpel, ik wil geen gezeik als ik tijdens een vakantie naar het buitenland reis. Deze keer had ik er echter helemaal niet bij nagedacht dat mijn bijrijder een mooi blikje met enkele grammen wiet bij zich had. En dat werd dus meteen geconfisqueerd door de autoriteiten. Als chauffeur werd ik ook nog onderworpen aan een alcoholcontrole, die ik overigens met vlag en wimpel passeerde.
Mijn vrienden in de andere wagen hadden het moeilijker. Niet wat betreft de alcoholcontrole, wel wat betreft de drugs. Z had namelijk genoeg hasj bij zich om een klein Europees land mee plat te leggen en dat hij daar niet zo makkelijk mee weg zou komen als mijn passagier was van meet af aan volstrekt helder. En toen hij zag dat mijn auto ook nog eens met een drugshond werd onderzocht, wist hij zeker dat hij de gebeten hond zou zijn.
Een plotselinge maar zeer heftige regenbui bracht redding. De agenten, die nog maar net van de vorige plensbui waren opgedroogd, hadden geen zin in nog een nat pak en daarnaast schijnt zo’n hond ook niet zoveel te ruiken als alles nat is. Z bleef een controle, confiscatie van de hasj, bijbehorende boete en eventueel ook nog een paar uur cel dus bespaard. En een inderhaast door mij uit mijn eigen auto gehaalde paraplu, die behalve aan mij ook aan de rijkswacht onderdak bood, maakte hen helemaal soepel. Bijrijder Bart was weliswaar al zijn wiet kwijt, hij kreeg een eerder ingenomen halve joint terug. En moet je nagaan: Werchter was nog niet eens begonnen.
Na een frieteke bij Odette (die aan de muur onder andere een poster had voor een ‘blotte tette foaf’; je maakt wat mee in Vlaanderen) hadden we de zenuwen overwonnen. Eenmaal in Werchter aangekomen was het weer zelfs een beetje opgeklaard en kon ik mijn tent, waarvan ik die ochtend nog een scheur in de buitentent gerepareerd had die ik nog te danken had aan Pukkelpop (zie weblog 18 t/m 22 augustus 2004), zelfs in de zon gaan opzetten. En dankzij die fijne ultraviolette stralen was er zelfs de mogelijkheid om ‘m meteen te impregneren, want dat is bij een acht jaar oude tent die al heel wat regenbuien en ondergelopen weilanden heeft doorstaan, geen overbodige luxe.
De regen heeft ons overigens niet lang in de steek gelaten. ’s Avonds, iets na het optreden van Kraftwerk, kwam de regen werkelijk met bakken tegelijk uit de hemel. Zonder enig overdrijven kan ik zeggen dat een sprong in een zwembad ongeveer dezelfde gevolgen zou hebben als ongeveer een minuut in de buitenlucht tijdens die plensbui. Koud, nat en met pijnlijke voeten keerde ik terug naar de tent.
Die pijnlijke voeten, overigens, hebben me nog het hele weekeinde bezig gehouden en me enigszins beperkt in mijn festivalvreugde. Al sinds enkele weken heb ik last van een slecht recupererend gestel. Kleine wondjes die nog dateerden van Breda Barst wilden maar langzaam genezen en mijn voeten waren veranderd in pijnlijke open wonden ter grootte van een oude rijksdaalder. Dat loopt best lastig, kan ik je zeggen. Het zal wel de drukte van de laatste weken zijn, hield ik mezelf voor. Uitgeputte energievoorraden en een lijf dat toe is aan vacantie. Oftewel: een popfestival is goed voor je gezondheid. Tuurlijk!
Het vriendengroepje waar ik mee naar Werchter toog had slechts een kaartje voor de eerste dag. Ik voor het hele weekeinde, maar gelukkig lopen er op een festival als Werchter altijd genoeg andere bekenden rond met wie je op kan trekken. Daarnaast bleven mijn vrienden nog tot zondagochtend op de camping en dat is ook erg gezellig. En zodoende kreeg ik op zondag alle resterende eet- en drinkbonnen van de rest van de groep, om lekker helemaal zelf op te maken. Met als consequentie dat ik tijdens het allerlaatste optreden van R.E.M. nog dertien bonnen overhad, terwijl ik samen met vriend Guido toch al behoorlijk up-tempo gezopen had op deze warmste Werchter-dag van 2005. Maar het was inmiddels een erezaak geworden: de bonnen moesten op. En dus hebben we in het laatste anderhalf uur toch nog zes-en-een-beetje biertjes de man weten weg te werken.
Met het gevoel dat mijn voeten inmiddels stompjes waren geworden strompelde ik voetje voor voetje terug naar de tent. Via het thuisfront had ik al geregeld dat er een afspraak met de huisarts gemaakt zou worden voor de volgende middag. Daar kwam ik slechts nipt op tijd aan, omdat het verkeer rond Werchter op zo’n maandag altijd muurvast zit met vertrekkende festivalgangers. Overigens waren Guido (mijn bijrijder voor de terugweg) en ik halverwege het pad van de kampeerplaats tot de auto opnieuw getracteerd op een fikse regenbui met wederom doorweekte t-shirts tot gevolg.
De huisarts kon kort zijn over de diagnose. De nare wonden onder mijn voeten bleken het gevolg van een nare, hardnekkige en ooit verwaarloosde voetschimmel. Het schijnt een kwaal te zijn waar een derde van de Nederlanders last van heeft. Ik dacht altijd dat die blaasjes onder mijn voeten slechts gevolg waren van mijn zweetvoeten. Met veel te dure medicijnen hoopte de huisarts, die me overigens al jaren niet had gezien, de kwaal te verhelpen. We zullen zien.