Na vier dagen slaaptekort, sjouwen, opbouwen en diensten draaien is de maandag van Breda Barst altijd iets wat ik slechts adequaat kan omschrijven als de ultieme festivalhel.
Maandag is opruimdag. Want het park moet opgeruimd worden en we willen de boel ook echt netjes achterlaten. En onwillekeurig neemt gedurende de dag de irritatie tussen de nog overgebleven vrijwilligers exponentieel toe. Het is sjouwen, gedachten op nul, blik op oneindig.
Als dat dan allemaal achter de rug is, volgt een avondje bier drinken in Dok 19. Een traditie die inmiddels nog de enige reden is waarom de vrijwilligers van de maandag het überhaupt nog volhouden.
Met als enige conclusie dat, wanneer dinsdagochtend na een vijfde, veel te korte nacht, iedereen gebroken in zijn of haar bed blijft liggen en zich met een flinke kater afvraagt waarom ‘ie in vredesnaam na al die jaren nog steeds vrijwilliger is bij Breda Barst.
En ook waarom ‘ie vooraf niet de tegenwoordigheid van geest had om ook op dinsdag vrij te nemen.