Er is een hoop gebeurd in de Bredase politiek afgelopen weekeinde. Hoe een korte brief een klein incidentje veroorzaakt en hoe een lokaal dagblad van een mug een olifant maakt.
Vorige week belde VVD-raadslid Patrick Ernst mij op over een brief die hij met verschillende partijen wilde sturen over de toename van het aantal werkgroepjes in de Bredase raad. Ik verkeerde, ten onrechte, blijkt achteraf, in de veronderstelling dat die brief al helemaal doorgesproken was met fractiegenoot Piet Hein Scheltens en schonk inhoudelijk niet te veel aandacht aan de brief. Dat was dom van me.
De brief was namelijk niet erg handig geformuleerd. En gaf eigenlijk ook niet helemaal de opvatting van GroenLinks weer. Wij zijn weliswaar geen grote fan van werkgroepen, omdat deze een fikse toename van de werkdruk van raadsleden van vooral kleine fracties met zich meebrengen en omdat ze de schijn van besloten overleg kunnen wekken. Daarnaast moet je uitkijken dat je in werkgroepen niet het werk van de wethouders over gaat zitten doen. Maar in de brief werd gesteld dat de werkgroepen ‘niet dualistisch’ zouden zijn. En eveneens werd geïmpliceerd dat het college voor het ontstaan van deze werkgroepjes verantwoordelijk was. Terwijl het juist de raad zelf is die tot nog toe al deze werkgroepen heeft ingesteld. Als ik de brief zelf had moeten schrijven, zou hij er waarschijnlijk ook anders uitgezien hebben. Alhoewel het altijd makkelijk is om dat achteraf te beweren.
Goed, bent U er nog? Toen de volgende dag de brief van de gezamenlijke oppositie plus coalitiegenoot GroenLinks in de krant stond, met daarboven ook nog eens de tendentieuze kop ‘openheid politiek slibt weg’, werd niet iedereen in college en coalitie daar even blij van. En dus leek het mij handig om als fractievoorzitter een briefje te sturen met daarin excuses voor de in de brief gedane suggestie als zou de nieuwe coalitie van alles in het geheim zitten te bekokstoven. Ik ben namelijk van mening dat er op dit moment een heleboel juist wel in de openheid gebeurd, in tegenstelling tot in de voorgaande periode. En ja, dat meen ik oprecht. Blijft ondertussen dat ik niet de grootste fan ben van overal maar een werkgroepje voor oprichten. Maar dat had ik al gezegd.
Anywayz, zo’n brief wordt al snel opgevat als ‘door het stof kruipen’, ‘bakzeil halen’ en meer van dat soort termen. Spekkies voor de bekkies van het lokale journaille. Ietwat overtrokken allemaal. Ik draag het maar met waardigheid.
He Selcuk, waardige volksvertegenwoordiger, als het lokale blad toevallig BN/DeStem is, dan zou ik ook ff kijken op de site van de VVD. Die beschouwen de brief toch als een aanklacht tegen ‘achterkamertjespolitiek’.Het vraagteken gaat over de vraag of er te veel van is. Maar natuurlijk dragen wij de kritiek vanuit de coalitie ofwel De Macht waardig. Want waar zou de pers zijn als De Macht tevreden is? Groeten jongen, Willem
[sÇ: Het blad is inderdaad BN/DeStem. En de brief wekt inderdaad de suggestie van achterkamertjes, dus de verslaggeving valt weinig te verwijten. Maar laten we eerlijk zijn, jullie hebben ongetwijfeld even gegrijnsd op de redactie. Net zoals ik afgelopen maandag onder tafel lag van het lachen n.a.v. de column van Nico. Kostelijk!]