Het congres van GroenLinks was voor het eerst sinds tijden weer een tweedaagse happening. In de Nieuwe Buitensociëteit in Zwolle. De NS had daar natuurlijk weer rekening mee gehouden door al het treinverkeer rond Nijmegen nu net dit weekeinde stil te leggen. Handig, als het merendeel van je congresgangers verstokt treinreiziger is.
Een tweedaags congres kent een aantal nadelen. Belangrijkste daarvan is het regelen van een slaapplaats. Sommigen verbleven in het city-hotel, anderen hadden via couchsurfing een slaapplaats voor zichzelf geregeld, verbleven in een B&B, of gingen, het betreft dat de DWARS-leden, gezamenlijk naar Utrecht om daar in het DWARS-pand te overnachten. Nu genoot ik de ongekende luxe dat voor mij, als lid van het Partijbestuur, een hotel op kruipafstand van de congreszaal was geregeld. Handicap was weer dat het hier en eenpersoonskamer betrof, en ik toch eigenlijk wel vast van plan was niet in mijn eentje aan te komen die avond. Maar dat geheel ter zijde.
De congreszaterdag begon om 13.00 uur met de behandeling van de amendementen op het verkiezingsprogramma. Op enkele hoofdstukken na dan, omdat we de politiek meest gevoelige punten hadden bewaard voor de zondag. Daarnaast was op het congres de première van onze verkiezingsfilm te zien. En dat was misschien nog wel de meest enerverende gebeurtenis van een oor de rest vrij informele congresdag.
Het grote voordeel van een tweedaags congres was vooral dat er ruime tijd was om met elkaar te borrelen. En dat deden we dan ook goed en lang. Het eenpersoonsbed in Hotel Wientjes was erg krap die nacht.
Hadden ze een eenpersoonskamer voor je gereserveerd omdat ze je niet kennen of om je te pesten?
[sÇ: goede vraag. Misschien wilden ze een punt maken.]