Het voor GroenLinks gevoelige punt van Camera-toezicht stond op de agenda. Enkele maanden eerder had ik voorkomen dat de burgemeester carte blanche zou krijgen bij de keuze om camera’s te plaatsen en via een amendement zijn raadsvoorstel zo gewijzigd dat de gemeenteraad altijd het laatste woord zou hebben. Gisteren lag het eerste verzoek voor uitbreiding voor bij de commissie bestuur.
Ooit was GroenLinks faliekant tegenstander van elke vorm van camera-toezicht. Maar nu blijkt dat in sommige gevallen camera-toezicht wel degelijk een positief effect heeft, maken we voor elk verzoek een aparte afweging. In dit geval ging het om het toepassen van cameratoezicht op bedrijventerreinen, waar ‘s avonds regelmatig bedrijven worden leeggeplunderd, met alle schade van dien.
Voor mij was dat acceptabel zolang aan de volgende randvoorwaarden voldaan zou worden:
- de camera’s moeten live worden uitgekeken, zodat de politie direct kan ingrijpen. Aangezien de boeven meestal gestolen auto’s gebruiken zijn de beelden niet bruikbaar om de daders achteraf nog op te sporen;
- de camera’s mogen de privacy niet onnodig aantasten, dat wil zeggen dat ze niet gericht mogen zijn op wegen die redelijkerwijs gebruikt worden voor doorgaand verkeer of verkeer dat veelvuldig een andere bestemming heeft dan de bedrijven op het bedrijventerrein, op woningen op of nabij bedrijventerreinen. Eventuele woningen (of panden die in het kader van anti-kraak worden bewoond) moeten op de camera worden afgeplakt;
- de camera’s mogen tijdens de gebruikelijke kantooruren niet ingeschakeld zijn. Ze zijn dan ook niet echt nodig omdat er dan genoeg mensen zijn en er doorgaans ook alleen ‘s avonds ingebroken wordt;
- de camera’s op de bedrijventerreinen mogen niet leiden tot een forse toenam van criminaliteit elders in de stad, dus geen verspreidingseffect (waterbedeffect);
- camera’s mogen alleen worden ingezet op plaatsen waar sprake is van overmatige criminaliteit en wanneer er een positief effect van te verwachten valt;
- het camera-toezicht moet sober en doelmatig worden toegepast. Dus de openbare ruimte niet volhangen met camera’s, zoals in Engeland;
- het mandaat geldt zolang het gebied dienst doet als bedrijventerrein. Als de functie verandert in bijvoorbeeld een woongebied, dient het camera-toezicht beëindigd te worden.
Nogal wat fracties snapten onze randvoorwaarden niet. ‘Wie niets te verbergen heeft, heeft geen last van de camera’s’, was hun argument. Onzinnig. Ik heb thuis ook niets te verbergen. Desondanks heb ik vitrage hangen, zodat niet iedereen binnen kan kijken. En ik durf te wedden dat de raadsleden van CDA, VVD, Breda’97 en Leefbaar, die zonder enige kanttekeningen accoord gingen met het camera-toezicht, ook maatregelen hebben tegen inkijk, gewoon omdat niet iedereen hoeft te zien wat ze de hele dag zoal doen. Of zouden er bij hun thuis dan toch dingen gebeuren die het daglicht niet kunnen verdragen?