„Dus wij moeten lijden omdat jij vagetariër bent geworden”, zei Joris toen hij hoorde dat ik alleen vegetarische gerechten had klaargemaakt. En kortgezegd kwam het daar natuurlijk wel op neer.
„Je hoeft natuurlijk niet mee te eten”, antwoordde ik goedlachs ik, maar Joris hield zijn gezicht strak. Hij stond nog net niet op het punt om de shoarma-boer te bellen. Met tegenzin schoof hij aan aan de eettafel en wierp een blik op de gerechten.
Nu vertelde zijn vriendin naderhand dat Joris het allemaal eigenlijk best lekker had gevonden, maar tijdens de maaltijd liet hij daar niets van blijken. Met argwaan liet hij zijn ogen glijden langs de diverse gerechten. Met priemende ogen probeerde hij de salade te ontleden. „Ik ben toch zeker geen konijn.”
Met engelengeduld schoof hij alle stukjes komkommer naar de zijkant van zijn bord. Komkommer is echt een brug te ver.