De gemeenteraad kreeg een cursus ‘waarderend vernieuwen’. Dat klink een beetje new-age en boeddhistisch en eigenlijk was het ook wel een beetje soft. Maar ik moet positief blijven.
Nee, zonder gekheid. Ik kan natuurlijk vrij makkelijk een cynisch stukje schrijven over een cursusleidster die koste wat kost wil dat wij aardig blijven tegen lastige burgers met vervelende problemen, maar daarmee zou ik de cursusavond te kort doen. Allereerst ervaar ik de inwoners van onze stad, één uitgezonderd, niet als lastig. Ten tweede is het voor raadsleden inderdaad soms best wel lastig om vrolijk te blijven als er tijdens een wijkbezoek weer een bak problemen wordt leeggestort. Hoe terecht dat overigens ook is.
Maar daar ging de cursusavond niet over. Daar oefenden we namelijk vooral hoe je een heel gesprek een positieve draai kunt geven. Om een voorbeeld te geven: iemand komt met een probleem, maar ook al meteen met een oplossing. Nu is het met oplossingen nog wel eens zo dat deze niet altijd te realiseren zijn, bijvoorbeeld om financiële redenen of omdat de oplossing andere plannen in de weg staat. Nu betekent dat vaak nog einde verhaal: burger teleurgesteld in de politiek en de politicus in de put omdat hij weer nee heeft moeten verkopen.
Eén van de centrale ideeën van ‘waarderend vernieuwen’ is dat je samen met je gesprekspartner probeert de verschillende opties en mogelijkheden te verkennen. Maar om dat te kunnen, moet je eerst vertrouwen winnen, een band opbouwen. En dat allemaal in een tijdsbestek van enkele minuten, want veel langer duren de gesprekken met de gemiddelde burger tijdens een bezoek of een openbare avond niet.
Het klinkt allemaal ontzettend logisch. Maar tijdens de rollenspellen bleek overduidelijk dat het lang niet altijd even makkelijk is. En dat komt niet omdat politici halve autisten zijn. Als ik dat zou zeggen, wordt het alsnog een cynisch stukje. En dat was niet de bedoeling.