Goed. Tweede afspraakje dus. Wat gaan we doen? Zucht. Weet je wat, we pakken wel een terrasje aan de haven. Het is lekker weer immers.
Even in het nieuwe Klapcot kijken. Hij kende de manager, ik wilde wel eens zien hoe het er van binnen nu uit zag. Mooie tent, vette shizzle. Ook maar blijven eten? „Wel een beetje duur”, vond hij. „ben er niet echt op gekleed”, vond ik. Toch maar gedaan. Lekker.
Vriendin belt. Komen jullie nog even langs. Wij naar Bruxelles, zij ondertussen onderweg naar Café de Vrachtwagen. Ze hadden een foute avond. Wij niet, dus besloten lekker niet naar binnen te gaan.
„Koffie bij mij thuis?” „Ja.” „Drink je met melk?” „Ja.” Even langs het stadhuis om melkcups te halen.
Koffie bleek uiteindelijk pas voor de volgende ochtend te zijn. Nice. Meneer moet alleen wel en beetje op zijn helft van het bed blijven als we slapen.
Hoor ik trouwklokken?
[sÇ: trouwen? gedver.]
De vonken springen van het scherm. Leuk!
[sÇ: misschien toch ‘ns tijd voor een nieuwe monitor.]
Een tweede date reeds? Go Selçuk!
ps. wist ik al van het eerste afspraakje?
[sÇ: schat, wel een beetje bijblijven hè?]
Interessant stukje…
[sÇ: zo kun je het ook omschrijven.]
Voetballertje zeker? Die blijven ook nooit op hun eigen helft, tenminst als ze willen scoren.
[sÇ: en de dubbelzinnige opmerkingen blijven maar komen.]