Onlangs kwam ik er geheel toevallig achter dat de staartdeling al enige tijd geen onderdeel meer uitmaakt van het rekenprogramma op de lagere school. Het schijnt één van de vele offers te zijn geweest voor het nieuwerwetse ‘realistische rekenen’, dat ervan uitgaat dat honderd min twee-en-twintig ongeveer tachtig is.
Weinig rekenmethodes zijn zo elegant als de klassieke staartdeling. Regelmatig maak ik, tijdens een raadsvergadering, nog een paar rekensommetjes in de kantlijn van een beleidsvoorstel om te controleren of de getallen wel kloppen. De staartdeling is dan onmisbaar. Vaak is er niets mis met de getallen in het beleidsstuk, maar soms blijkt dat ergens in Excell toch een verkeerde formule ingevoerd is. Het blinde vertrouwen op de computer heeft een infantiliserend effect op mensen. Niemand die het werk vervolgens nog even controleert.
Dat ING de financiële boekhandel niet op orde had, de Amerikaanse hypotheekverstrekkers zich baseerden op hele realistische, maar desondanks foute risico-aannames en dat er eigenlijk überhaupt niemand meer nadenkt over of iets nu wel of niet zou kunnen kloppen, is misschien wel één van de grootste bedreigingen van onze beschaving. Ik heb dan ook geen medelijden met mensen en overheden die hun IJslandse spaargeld kwijt zijn.
Ik hoop zelfs van harte dat ze het niet terug krijgen. Alleen een groot verlies kan mensen er wellicht weer toe bewegen wat verstandigere keuzes te maken. Mensen moeten maar weer eens leren het risico van hun eigen stompzinnigheid zelf te dragen.
À propos, dit is natuurlijk een pleidooi voor de herinvoering van de staartdeling. Het realistische rekenen mag uit het raam, samen met het nieuwe leren, de basisvorming en de tweede fase.
Hoezo ongevéér tachtig?
[sÇ: ongeveer dan hè.]
Het nieuwe leren heeft veel goeds, dat moet je niet weggooien. De basisvorming en Tweede Fase zijn al zo uitgekleed en veranderd dat het niet veel anders is dan de oude onder- en bovenbouw. Als iemand van de laatste generatie voor de grote veranderingen eind jaren ’90, en een van de de eerste generaties docenten van na de vernieuwingen kan ik de verschillen goed zien. Geloof me, leren is nu een stuk nuttiger én leuker.
Maar die staartdeling, die moet terug.
[sÇ: bedoel je dat de lessen tanden poetsen in de brugklas zijn uitgekleed?]
met die staartdeling kon ik op de HTS nog tentamens maken zonder rekenmachine (gewoon vergeten, niet dat ze niet mochten) dat was me met ‘realistisch’ rekenen nooit gelukt.
Sommige dingen moet je gewoon aanleren.
[sÇ: en sommige dingen moet men juist afleren. realistisch rekenen bijvoorbeeld.]
Realistisch? Sur-realistisch zul je bedoelen!
[sÇ: behoorlijk.]
Waar dit allemaal toe kan leiden, hoor ik zojuist op Radio2 (iemand moet daar naar luisteren). ’n Vrolijk spotje dat jubelt over ‘Tien Jaar Top 2000′. Hé, dacht ik, is ’t alweer zolang geleden dat we pal voor ’t jaar 2000 voor ’t eerst naar dat programma konden luisteren? Nee dus. ’t Is dit jaar voor de tiende keer dat ’t wordt uitgezonden en dus bestaat de show precies negen jaar.
Als niemand zich druk maakt over ’n fout van zo’n tien procent, begrijp ik wel waarom we in ’n recessie dreigen te komen.
[sÇ: vraag in turkije naar iemands leeftijd en ze noemen vaak het jaar wat ze ingaan. ik zou dan bijvoorbeeld mijn dertigste jaar ingaan, terwijl iedereen weet dat ik 29 ben.]
Eigenlijk hebben ze wel gelijk, René. Want als je kijkt dat 1999 jaar één was van de top 2000, dan is 2008 dus jaar tien. Dus 10 jaar top 2000.
Je moet misschien jaren dat een programma wordt uitgezonden niet verwarren met leeftijd van mensen.
[sÇ ssst, kritiek, rené, gevoelig.]
@René: laat die andere 1,111 procent inderdaad maar zitten :-)
[sÇ: pas op, rené kan helemaal niet tegen kritiek. wanneer hij de ontvangende partij is althans.]
ho!
[sÇ: ik rust mijn kaas.]
@Orkun: je kunt d’r over discussiëren of ’t verschil nu 1/9de of 1/10de is. Vandaar dat ik voor ’t veilige ‘zo’n tien procent’ koos.
[sÇ: je expres onduidelijk uitdrukken om een verschil van inzicht te verdoezelen? je zou de politiek in moeten.]
hoo!
[sÇ: pas op. je begint op de kerstman te lijken.]