Homo Calculans – za 18 okt. 2008

Rekenmachine

Onlangs kwam ik er geheel toevallig achter dat de staartdeling al enige tijd geen onderdeel meer uitmaakt van het rekenprogramma op de lagere school. Het schijnt één van de vele offers te zijn geweest voor het nieuwerwetse ‘realistische rekenen’, dat ervan uitgaat dat honderd min twee-en-twintig ongeveer tachtig is.

Weinig rekenmethodes zijn zo elegant als de klassieke staartdeling. Regelmatig maak ik, tijdens een raadsvergadering, nog een paar rekensommetjes in de kantlijn van een beleidsvoorstel om te controleren of de getallen wel kloppen. De staartdeling is dan onmisbaar. Vaak is er niets mis met de getallen in het beleidsstuk, maar soms blijkt dat ergens in Excell toch een verkeerde formule ingevoerd is. Het blinde vertrouwen op de computer heeft een infantiliserend effect op mensen. Niemand die het werk vervolgens nog even controleert.

Dat ING de financiële boekhandel niet op orde had, de Amerikaanse hypotheekverstrekkers zich baseerden op hele realistische, maar desondanks foute risico-aannames en dat er eigenlijk überhaupt niemand meer nadenkt over of iets nu wel of niet zou kunnen kloppen, is misschien wel één van de grootste bedreigingen van onze beschaving. Ik heb dan ook geen medelijden met mensen en overheden die hun IJslandse spaargeld kwijt zijn.

Ik hoop zelfs van harte dat ze het niet terug krijgen. Alleen een groot verlies kan mensen er wellicht weer toe bewegen wat verstandigere keuzes te maken. Mensen moeten maar weer eens leren het risico van hun eigen stompzinnigheid zelf te dragen.

À propos, dit is natuurlijk een pleidooi voor de herinvoering van de staartdeling. Het realistische rekenen mag uit het raam, samen met het nieuwe leren, de basisvorming en de tweede fase.