Na een dag had ik de belangrijkste plekken in het Sagres-hoetl wel ontdekt. Zo ook een klein reisagentschap dat elke dag een paar uur open was. Het leek me een verstandig idee om een vlucht naar Santarém te boeken. Vooral omdat ik zo langzamerhand door mijn literatuur heen was.
Natuurlijk sprak de aardige mevrouw aan het bureau net zo min Engels als alle andere werknemers van het hotel. Maar met handen en voeten en vooral heel veel wijzen naar de kalender kwamen we een heel eind. Een goedkope vlucht was het niet, maar de volgende dag zou ik dan toch echt naar Fabiënne en Jacobien vliegen. Niet, overigens, voor ik de verschuldigde 1589 Braziliaanse Reals contant afgerekend had. Het agentschap accepteerde alleen America Express, terwijl ik een verstokte Visa-gebruiker ben. Gelukkig had de supermarkt om de hoek een pin-automaat.
Ondertussen begon ik aan Joseph Heller’s Catch 22. Niet het beste boek misschien, als je nog een aantal vlieguren moet maken. Maar ik had bedacht dat de godganse dag via de BBC het toenemende aantal burgerdoden in Gaza volgen een einde van die oorlog ook niet bepaald dichterbij zou brengen.