Homo Adnumerans – zo 1 apr. 2007

powernap (foto: michel.klijmij.net)

Het feestje van de vorige avond werd in de jeugdherberg waar we verbleven uitaard doorgezet. Vrolijk en non-conformistisch als we zijn, hadden wij lak aan rook- en drankverbod en aangezien de buren in de aangrenzende slaapzalen ook Dwarsers waren, werden we ook niet gehinderd door enige vorm van medeleven waar het gaat om het eerbiedigen van geluidsnormen.

De enige in onze kamer ingedeelde Dwarser die wèl meteen wilde slapen, kwam al snel tot de conclusie dat íe het best van slaapzaal kon ruilen met iemand die juist van zins was de komende uren bij ons door te brengen. En toen de MP3-speler was aangesloten, oud-voorzitter Onne met twee trays bier aankwam en het eerste kussengevecht achter de rug was, kon de afterparty beginnen.

Uiteraard wreekt zich dat de volgende ochtend. En dus sliepen wij voor aanvang van dag twee van het congres in een hoekje van de vergaderruimte nog een beetje onze roes uit.

De vergadering begon enigszins gedwee, maar gelukkig kwam de tegendraadse stemming gedurende de middag toch nog terug. Helemaal toen een amendement om in het enigszins omstreden Dwars-dierenrechtenhandvest het woord ‘dieren’ te vervangen door het woord ‘bieren’ (“een goede bierverzorging omvat voldoende zorg voor het welzijn en de conditie van het bier in kwestie”) aanvankelijk door een meerderheid van het congres werd aangenomen. Na de ontstane commotie en verontwaardiging bij enkelen werd een aangevraagde herstemming in het nadeel van het amendement beslist. Uitkomst is wel dat Dwars opnieuw naar het handvest gaat kijken en dat het tot die tijd min of meer een dode letter is.

Bleef over: het kiezen van een nieuw bestuur, dat voor mijn bloggende vrienden/collegae Michel Klijmij en Paul Vermast Smeulders ongunstig uitpakte. Maar dat hoort nu eenmaal bij democratische verkiezingen.

Restte het niet-officiële ‘kom-laten-we-nog-even-een-restaurantje-pakken’ aan het eind van het congres. Waarbij het opviel dat Dwars veel minder vegetariërs telt dan pakweg tien jaar geleden en opvallend veel méér homo’s.

Homo Liber – za 31 mrt. 2007

college non-conformisme (foto: Sjoerd Bakker)

In de agenda stond het tweedaagse congres van de groenlinkse jongerenorganisatie Dwars, dit weekeinde in Arnhem. En dus toog ik ’s ochtends naar het Oosten, gewapend met laptop, congresreader en een vers paar sokken en een onderbroek.

Het ochtend- en middaggedeelte van het congres bestond onder meer uit het doorvoeren van weer een hele waslijst aan wijzigingen van statuten en huishoudelijk reglement. Daaronder ook de afschaffing van het duo-voorzitterschap. Het was de sluitsteen van een al jaren geleden ingezette koers van bestuurlijke vernieuwing, waarbij Dwars van een naar basisdemocratische idealen ingerichte, platte, platte organisatie werd omgevormd tot een hiërarchische organisatie met een conformistische structuur. Dat dat eraan zat te komen, was twee jaar geleden al te vrezen.

’s Avonds was het mijn beurt om een debat te leiden tussen socioloog Dick Pels (Waterlandstichting) en Politicoloog Robbert Jan van der Veen. De discussie ging over de vrijzinnige koers die GroenLinks en Dwars al enige jaren belijden, maar van een echt debat was weinig sprake, omdat beide heren de vrijzinnige koers grotendeels onderschrijven. Dus maakte ik er een debat in de diepte van. Geen sprankelend vuurwerk, maar inhoudelijk interessant, al was het voor enkele nieuwelingen misschien behoorlijk taaie kost.

Dit alles culmineerde in het traditionele feest waarmee de eerste dag van een Dwars-congres altijd wordt afgesloten. De jongste aanwezige, een knul van vijftien, bood me – na een prettig gesprek onder het genot van enkele biertjes – een joint aan.

Plots stonden twee Dwars-homo’s voor onze neus, die ons vermanend toe begonnen te spreken. “Vijftien jaar, dat is veel te jong voor alcohol en al helemaal voor een joint.” ‘Pardon?’, dacht ik. Ondertussen werd ik om mijn oren geslagen met de wet.

Het was hoog tijd voor een college non-conformisme. Waarbij de vrijheid om te doen en te laten wat je zelf wilt, het hoogste goed is. Waarbij het vrijlaten van mensen gepaard moet gaan met verantwoordelijkheid gedrag van het individu. Dat jongeren de nobele taak en plicht hebben om grenzen op te zoeken en af en toe te overschrijden. En dat, als het er op aan zou komen, wel zou opwerpen als volwassen begeleider. Er zijn momenten dat je lak moet hebben aan de burgerlijke moraal. Of, zoals de leus bij ons vroeger was: ‘Soms moet je gewoon even Dwars liggen’.

Licht sputterend dropen de beide heren af, bang om voor conformistische conservatief uitgemaakt te worden – na een soa toch zo’n beetje het ergste wat je als homo kan overkomen. Zodat wij met z’n tweeën buiten een joint konden roken.