Het DWARS-congres kwam bijeen in het met ontruiming bedreigde kraakpand De Illusie in hartje Den Haag. Op zo’n ideologisch verantwoorde locatie heeft het steeds gematigder wordende DWARS al lang niet meer vergaderd.
Het thema van dit congres, waarbij ik mezelf opnieuw heb opgeworpen als notulist, was ‘dogma’s’. En in de discussie die die avond rond dat thema werd gevoerd, werd onder andere het onderwerp kernenergie opgevoerd.
Nu dacht ik altijd vier redenen te hebben om tegen Kernenergie te zijn. Er is geen oplossing voor het afvalprobleem, de beschikbare voorraad makkelijk winbare uranium is beperkt – waar nog bij komt dat de delving van uranium vaak enorme landschapsvernietiging met zich meebreng – , bij kernenergie komt, over de hele keten berekend, vrijwel net zo veel Koolstofdioxide vrij als bij conventionele electriciteitscentrales en, hoewel de veiligheid van kerncentrales is verbeterd, als het mis gaat zijn we ook meteen zwaar de lul.
Nu wist de voorstander van Kernenergie mij te vertellen dat de CO2-uitstoot van een kerncentrale aanmerkelijk lager is dan bij conventioene centrales, ook als je het winnen van uranium meeweegt. Toegegeven, ik heb me nooit erg verdiept in kernenergie, maar ik was daar toch wel enigszins door verrast. En hoewel ik niet zomaar klakkeloos dingen van andere aanneem, ga ik zelf toch nog maar eens onderzoeken hoe die cijfers nu precies in elkaar steken.
Waarmee ik trouwens alleen maar wilde illustreren dat ik niet dogmatisch tegen kernenergie ben, maar alleen om praktische redenen. In het onwaarschijnlijke geval dat we die andere drie bezwaren ook nog kunnen oplossen, ben ik straks misschien gewoon voor. Op praktische gronden.